Samenvatting diagnostische cyclus
Hoofdstuk 1: Het belang van de diagnostische cyclus
Praktijkwetenschapper: iemand die op verantwoorde en transparante wijze cliëntbetrokkenheid en het gebruik
van wetenschappelijke kennis kan combineren.
Klinische psychodiagnostiek = diagnostiek: het verzamelen van informatie over de cliënt en zijn omgeving om
zo de meest adequate aanpak te ontwikkelen voor het probleem dat door de cliënt zelf of door zijn omgeving
gesignaleerd is.
Diagnostiek heeft een belangrijke plaats binnen hulpverlening:
Het is een duidelijk te onderscheiden fase
Het is ingebouwd in het proces van interventie
De nadruk ligt op de wijze waarop besluitvorming moet plaatsvinden binnen het diagnostisch proces
Klinisch oordeel: het nemen van beslissingen op basis van eigen ervaringen en intuïtie (vroeger).
Ongewapend oordeel: de diagnosticus spreekt oordelen uit zonder expliciet een beroep te doen op
methodologische principes of systematische procedures (heden).
Het leidt tot tekorten en vertekeningen in beslissingssituaties
In complexe beslissingssituaties gaat om een afweging van verschillende soorten informatie, afkomstig uit
verschillende bronnen (kind, ouders, leerkracht en daarbij levensgebeurtenissen, testresultaten en dingen als
gezinssamenstelling).
Prescriptief kader/model: het toelaten van het ontwerpen van heuristische procedures die aan het diagnostisch
proces in de praktijk sturing geven.
Heuristische procedures: procedures die de kans op succes vergroten, waarin kennis en vaardigheden op het
gebied van diagnostische instrumenten en beslissingsprocedures moeten zijn verwerkt.
Het geeft de bestaande visie op de eisen die aan een verantwoorde diagnostiek gesteld worden.
Vier soorten hulpmiddelen:
Inhoudelijke theorieën over het ontstaan en in stand blijven van probleemgedrag
Kennis over normale en afwijkende ontwikkelingspatronen
Instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in kaart te brengen
Statistische en psychometrische technieken om gegevens te verwerken
Empirisch-analytische aanpak: het handelen van de diagnosticus verloopt volgens regels die door hem zelf
uitdrukkelijk geformuleerd kunnen worden.
Hoofdstuk 2: De uitgangspunten
Wetenschappelijke diagnostiek: het analyseren van persoonlijke en andermans problemen en het zoeken naar
verklaringen en oplossingen voor die problemen, ondersteund door wetenschappelijke en empirische kennis.
Empirische benadering: het toetsen van veronderstellingen over de werkelijkheid aan feiten op een wijze die
door andere onderzoekers haalbaar is.
De Groots empirische toetsing van hypothesen:
Psychodiagnostische cyclus waarin een diagnosticus de algemene denkschema’s van inductie, deductie
en toetsing toepast.
De algemene denkschema’s zijn fasen in de empirische cyclus, voorafgegaan door observatie en
afgesloten met evaluatie.
Observatie – denkschema’s – evaluatie
1
,Van Stiens punten die een diagnosticus wetenschappelijker maken:
Explicieter werken met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in verband
brengen
Bewust uitleggen waarom hij wel of niet voor een bepaalde theorie kiest
Duidelijker die denkstappen vastleggen die hebben geleid tot het advies
Onderzoek doen naar de waarde van de theorieën voor de specifieke problemen en naar het effect van
de ingrepen
De resultaten van eigen werk uitwisselen met collega’s
Het werk van een diagnosticus:
Een complex proces van verzamelen, interpreteren en afwegen van informatie
De methodologische, instrumentele en ervaringskennis dient als inspiratiebron voor het denkproces
Het schatten, afwegen en herzien van kansen, vanwege oordelen en beslissen in onzekerheid
Heuristieken: zoekstrategieën die tot oplossingen kúnnen leiden.
Conclusies uit onderzoek naar verschillende foutbronnen door o.a. Tversky en Kahneman:
1. Beschikbaarheidsheuristiek: het hoger inschatten van de kans op het optreden van een verschijnsel als
er minder moeite is om voorbeelden van het verschijnsel voor de geest te halen.
2. Mensen hebben de neiging om informatie te zoeken die de eigen opvattingen ondersteunt.
Het is van belang dat de diagnosticus zijn eigen stappen en voorwaarden reflecteert, zowel voor, tijdens als na
het onderzoek om fouten en vertekeningen in elke fase van besluitvorming te voorkomen.
Twee soorten beslissingstheorieën:
Descriptieve beslissingstheorie: het onderzoek naar fouten en vertekeningen bij oordelen en
beslissingen is beschrijvend.
o Het nagaan van het feitelijk verlopen van oordelen en beslissen
o Verklaren van beslissingsgedrag
Normatieve beslissingstheorie: niet alleen het beschrijven en verklaren, maar ook hoe de beslisser
formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele grondregels (axioma’s).
o Het vindt plaats binnen de besliskunde.
Besliskunde: een verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe de beslisser in de verschillende
stappen van het beslissingsproces het beste kan handelen met het oog op het te bereiken doel, waarbij het
vermijden van fouten en vertekeningen een belangrijk onderdeel is.
Diagnostisch beslissingsproces: een proces waarin opties en consequenties geformuleerd en geëvalueerd
worden.
Normatieve diagnostiek: het formuleren, funderen en onderzoeken van diagnostische regels en procedures
(Westmeyer).
Prescriptieve diagnostiek: de leer van de diagnostiek
Hoe kan de diagnosticus het diagnostisch proces vormgeven?
Spelregels ervan worden gezocht in de grondkenmerken van het professionele diagnostisch proces.
Drie redenen waarom er wordt gesproken van prescriptieve diagnostiek in plaats van normatieve diagnostiek:
1. Het begrip normatief van Westmeyer heeft een algoritmische betekenis in plaats van een heuristieke
betekenis.
2. Normatief wordt in de besliskunde ook in algoritmische zin gebruikt; de algoritmische modellen zijn
daarbij ook alleen bruikbaar in goed gedefinieerde beslissingssituaties, die in de klinische diagnostiek
zelden voorkomen.
3. In de besliskunde gaan juist stemmen op om de term prescriptief te gebruiken voor
beslissingsondersteuning in complexe, naturalistische situaties.
2
, Hoofdstuk 3: Het verloop
Het diagnostisch proces:
1. Cliënt heeft zich rechtstreeks of via een verwijzer aangemeld met één of meerdere hulpvragen.
2. De diagnosticus en de cliënt gaan na welke soort informatiebehoefte er is.
3. De diagnosticus formuleert de diagnostische hulpvraag, die wordt herformuleerd tot een vraagstelling.
4. Er wordt een link gemaakt tussen de type vraagstelling en type onderzoek.
5. Type onderzoek wordt uitgevoerd.
Doel van diagnostisch onderzoek: een optimaal antwoord geven op de vraag van de cliënt.
Bij meerdere hulpvragen volgt een combinatie van onderzoek typen. Hierbij is er sprake van een noodzakelijke
volgorde.
Diagnostisch scenario: de volgorde in de diagnostiek wat begint met een verheldering van de hulpvraag van de
cliënt.
Verschillende soorten scenario’s:
Het 0-scenario: na het verhelderend onderzoek komt de diagnosticus samen met de cliënt tot de
conclusie dat verder onderzoek niet nodig is.
Het 1-scenario: na het verhelderend onderzoek vindt nog één type onderzoek plaats, bijvoorbeeld
verheldering-onderkenning.
Het 2-scenario: na het verhelderend onderzoek volgen nog twee typen onderzoek, bijvoorbeeld
verheldering-onderkenning-indicatie.
Het 3-scenario: na het verhelderend onderzoek volgen nog drie typen onderzoek. Dit is het meest
volledige scenario: verheldering-onderkenning-verklaring-indicatie.
1. Verhelderende diagnose, uitkomst van de klachtenanalyse
a. Ordening van de klachten van de cliënt
2. Onderkennende diagnose, uitkomst van de probleemanalyse
a. Het benoemen van het probleem van de cliënt
3. Verklarende diagnose, uitkomst van de verklaringsanalyse
a. Een samenhangend beeld waar één of meerdere condities een verklaring voor het probleem
zijn
4. Indicerende diagnose, uitkomst van de indicatieanalyse
a. Een lijst van indicaties in de zin van aanbevelingen voor mogelijke interventies
Diagnoses worden in de betekenis van onderkenning van een stoornis of verklaring voor het probleem/stoornis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannerenkema1410. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,46. Je zit daarna nergens aan vast.