100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting PGO BLOK 3 taak 2 €5,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting PGO BLOK 3 taak 2

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document vind je de samenvatting van taak 2 voor pgo in blok 3. Deze samenvatting is gemaakt met behulp van de Campbell en de plaatjes in deze samenvatting zijn voornamelijk ook afkomstig daarvan, maar wel allemaal vertaald en extra verduidelijkt (met bijvoorbeeld kleuren).

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 2 oktober 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (80)
avatar-seller
jeskebrekveld
TAAK 2
Het succes van zaadplanten: (Zaadplant evolutie)
Na een vulkaanuitbarsting is er helemaal niks meer, maar toch gaat een plant zoals fireweed
daar weer groeien. Dit komt omdat zulke planten zo’n vulkaanuitbarsting landschap kunnen
bereiken als zaadje. Een zaadje bestaat uit een embryo en zijn voedselvoorraad, omgeven
door een beschermend omhulsel. Zaden worden uitgescheiden door hun ‘ouder’ door de
wind of andere factoren, wat ervoor zorgt dat ze ver kunnen spreiden.
Welke aanpassingen maakten het mogelijk dat zaadplanten het overgrote deel van de
plantenbiodiversiteit uitmaken?




Zaden en stuifmeel zijn key aanpassingen voor het leven op land
Onderstaand plaatje is een overzicht van terrestrische aanpassingen dat zaadplanten
hebben toegevoegd aan al aanwezige non vasculaire planten (bryophyten, ook wel mossen)
en zaadloze vasculaire planten (zie meer over dit bij taak 1). Naast zaden, hebben alle
zaadplanten verminderde gametofyten, heterosporie, ovulen en stuifmeel. Deze
aanpassingen hebben zaadplanten geholpen om om te gaan met droge condities en
blootstelling aan UV straling in zonlicht. Ook hebben zaadplanten geen water meer nodig
voor bevruchting, wat ervoor zorgt dat reproductie onder verschillende omstandigheden
kan plaats vinden.
Dus de drie key reproductieve adaptaties van zaadplant evolutie:
De verkleining van hun gametofyten; het ontstaan van het zaad als een resistente,
verspreidbare fase in de levenscyclus; en het verschijnen van stuifmeel als een
luchtgedragen middel dat gameten bij elkaar brengt.

,Voordelen van verminderde gametofyten
Mossen en andere bryophyten hebben levenscyclussen gedomineerd door gametofyten.
Terwijl varens en andere zaadloze vasculaire planten levenscyclussen hebben gedomineerd
door sporofyten.
De evolutionaire trend van het kleiner worden van de gametofyt ging door bij de vasculaire
planten die later zaadplanten werden.
Het kleiner worden van gametofyten zijn belangrijk voor de evolutie van zaadplanten: de
kleine gametofyten kunnen zich ontwikkelen uit sporen die binnen in de sporangia van de
ouderlijke sporofyt worden behouden. Dankzij deze opstelling zijn gametofyten beschermd
tegen omgeving stress. Deze relatie zorgt er ook voor dat tijdens de ontwikkeling van
gametofyten, deze nutriënten kunnen opnemen van de ouderlijke sporofyt.

Te zien in plaatje: Gametofyten en sporofyten relaties in verschillende plantengroepen:




Heterosporie
De meeste zaadloze planten zijn homospoor, zij produceren een soort spoor, die meestal
zorgt voor een bisexuele gametofyt. Varens en andere dichte afstammelingen van zaad
planten zijn homosporen, wat sommige voorouders van zaadplanten homosporen maken.
Maar door verloop van tijd werden de voorouders van zaadplanten heterospoor, die twee
soorten sporen produceren: megasporangia op aangepaste bladeren genaamd
megasporofylen produceren megasporen die leiden tot vrouwelijke gametofyten, en
microsporangia op aangepaste bladeren genaamd microspofylen produceren microsporen
die leiden tot mannelijke gametofyten (overzichtelijk stukje verder). Elk megasporangium
heeft een megaspoor, maar elk microsporangium heeft veel microsporen.

, 1. Wat is het verschil micro, macro en adaptieve evolutie?
Micro-evolutie
Micro evolutie is de evolutionaire verandering onder het soortniveau; verandering over
generaties in de allelfrequentie binnen een populatie.
Micro-evolutie wordt op populatieniveau waargenomen van dezelfde soort. Het is een
verandering in allelfrequenties in een populatie (hoeveel een allel voorkomt in een
populatie) door de tijd. Hierdoor veranderen de eigenschappen in een populatie.
Micro-evolutie gaat dus over populaties van dezelfde soort, in korte tijd en met relatief
weinig verandering.

Voorbeeld: De evolutie van huidskleur bij mensen. De eerste Homo sapiens leefde dicht in
de buurt van Ethiopië. De hoeveelheid UV-straling die daar op de huid komt is veel groter.
Echter door de verspreiding van de mensen naar gebieden met minder UV-straling, zijn
lichtere huidskleuren ontstaan omdat het lichaam ook niet te weinig zonlicht moet
opnemen.

Macro-evolutie
Macro-evolutie wordt ook op populatieniveau waargenomen. Omdat een individu niet
evolueert. Echter gaat het bij macro-evolutie juist NIET om dezelfde soort. Bij macro-
evolutie spreken we van meerdere soorten en hoe soorten aan elkaar verwant zijn.

Voorbeeld: De evolutie van 1 soort Darwin vink naar 4. Eerst was er 1 soort vink. Een deel
van de populatie had een nieuw gebied gekoloniseerd. Echter was er niet genoeg voedsel,
en gingen de vinken uiteindelijk evolueren tot verschillende soorten vinken die verschillende
voedselbronnen benuttigen.

Adaptieve evolutie
Natuurlijke selectie:
Natuurlijk selectie is het proces waarbij dieren die zich beter aan kunnen passen aan de
omgeving een grotere kans hebben om te overleven en zich voor te planten dan dieren die
zich minder goed aanpassen. Hierdoor zal de volgende generatie gemiddeld beter aangepast
zijn aan de omgeving dan de oorspronkelijke generatie.
“Survival of the fittest.” Fit moet je niet beschouwen als sterk, maar als passend. Het gaat er
namelijk om welk organisme het beste past in de omgeving en daardoor dus hogere kans
heeft op meer/betere nakomelingen, of überhaupt een hogere kans op nakomelingen.

Adaptaties kunnen geleidelijk ontstaan naarmate natuurlijke selectie de frequenties van
allelen verhoogt die overleving of voortplanting bevorderen. Als de proportie van individuen
met gunstige eigenschappen toeneemt.
Oftewel populaties kunnen dus adaptaties ontwikkelen aan de omgeving, naarmate
natuurlijke selectie plaats vindt. Bijvoorbeeld dat er een periode van extreme droogte in een
woestijn plaats vindt. Door natuurlijke selectie blijven alleen de kamelen leven met extreem
goede waterhuishouding. De populatie kamelen ontwikkeld dan een nieuwe adaptatie aan
de omgeving, namelijk extreem goede waterhuishouding.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jeskebrekveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80562 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48
  • (0)
  Kopen