W1. Inleiding
THE CRUELEST LIES ARE OFTEN TOLD IN SILENCE
Pheijffer, M. (2009)
MIJN GEVAARLIJKE GEDACHTE
‘Mijn gevaarlijke gedachte’ is dat commissarissen ervan uitgaan dat door accountants
gecontroleerde en geaccordeerde cijfers het ware verhaal van een organisatie vertellen. Dat is
onjuist. De werkelijkheid is in het jaarverslag op meerdere wijzen cijfermatig weer te geven.
Bij dergelijke cijfers gaat het vooral om het verleden. Die kunnen een solide basis zijn voor
een gezonde toekomst, maar toch hebben ze een beperkte waarde. In het bedrijfsleven telt de
toekomst minstens zo hard als het verleden; wat geweest is, is geweest.
In dit hoofdstuk wordt geschreven over creative accounting. Via een korte
literatuurverkenning zal de auteur aantonen dat de financiën van een onderneming binnen de
grenzen van wet- en regelgeving op meerdere wijzen kunnen worden weergegeven. Ingeval
van iets te creatief boekhouden spreekt men over fraude. Auteur eindigt met een pleidooi
voor een andere vorm van verslaggeving: narrative reporting.
CASH IS A FACT, PROFIT AN OPINION?
In de praktijk hecht men meer waarde aan de rapportage van kasstromen dan aan die over de
winst van een onderneming, omdat bij het bepalen van de winst veel keuzes dienen te worden
gemaakt. Er bestaan uiteraard regels ten aanzien van alle keuzes: Generally Accepted
Accounting Principles (GAAP). Er wordt de suggestie gewekt dat de weergave van cijfers
van de onderneming juist of getrouw is zolang maar binnen GAAP wordt gebleven.
Wat betreft de kasstromen is het aantal keuzemogelijkheden beduidend minder. Kasstromen
vloeien voort uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Deze zijn ook
manipuleerbaar, zowel binnen als buiten de grenzen van GAAP. Een voorbeeld waarin de
kasstromen buiten de grenzen van wet- en regelgeving zijn gemanipuleerd is de Parmalat-
zaak. Het management van Parmalat was in staat tegenover haar accountants vol te houden
dat bij de Bank of America een tegoed werd aangehouden van 4,8 miljard dollar. De
bevestiging van de bank bleek echter vervalst.
Cash is dus geen fact, maar net als bij winst gaat het om een opinie. Desondanks zijn
kasstromen betrouwbaarder dan winstcijfers. Helaas is dit alles niet afdoende door de
financiële markten ondertekend.
CREATIVE ACCOUNTING
Er bestaat veel wet- en regelgeving over de balans en de wint- en verliesrekening, er is echter
relatief weinig wet- en regelgeving ten aanzien van het kasstroomoverzicht. Pheiffer wil dan
ook zijn benadering verbreden van creative cash flow reporting naar creative accounting
(CA). Stolowy en Breton zijn ook van mening dat bij CA gewoonlijk binnen de wet wordt
geopereerd.
Creatieve accounting: ‘The expression ‘creative accounting’ has been developed mainly by
practitioners and people who report and comment on market activity (media commentators
and journalists). Their concerns comes from observing the market, not from any theory. They
understand that creative accounting is motivated by the desire to mislead investors by
presenting what they want to see, for example, a steadily increasing profit figure’
Er zijn verschillende vormen van het verschijnsel te noemen.
1. Income smoothing & cookie jar reserves
Winstegalisatie. In goede tijden wordt een appeltje voor de dorst weggezet om dat
vervolgens te gebruiken in tijdens dat het minder gaat. Op deze wijze kunnen de
winsten relatief egaal of zelfs in een stijgende lijn worden gepresenteerd.
, 2. Big bath accounting
Balans opschonen. Extra afschrijvingen en het treffen van reorganisatie- of
herstructureringsvoorzieningen zijn prima instrumenten om het resultaat te verlagen.
Door in een jaar waarin het toch al slecht gaat extra ellende te nemen, wordt het
waarschijnlijker dat voor de komende jaren een resultaatsverbetering kan worden
getoond. Deze methode kan worden gebruikt door aantredend management. Zij
verschuiven dan de pijn naar het oude management, geven hen de schuld, en stellen
vervolgens zelfverantwoordelijk te zijn voor het resultaatherstel. Overigens is de
tegenhanger hiervan een in de literatuur onderbelicht item. Het is immers ook
mogelijk dat aftredend management – al dan niet met het oog op bonus- en
vertrekregelingen – kosten naar de toekomst verschuift, waardoor de resultaten
feitelijk te hoog worden voorgesteld. Toekomstige winsten – waarvoor het aantredend
management verantwoordelijk wordt – zullen daardoor lager uitvallen.
3. Premature revenu recognition
Te vroeg verantwoorden van omzet. Goederen die feitelijk en juridisch bezien nog niet
geleverd, worden wel als zodanig verantwoord.
4. Channel stuffing
Er vinden ongevraagd leveranties plaats. De getoonde omzet wordt vergroot en de
debiteurenpositie stijft. Omdat het om ongevraagde leveranties gaat dienen de
transacties in latere perioden te worden teruggedraaid. Het kan ook gaan om het doen
van verkopen op basis van ongebruikelijk hoge kortingen. Op deze wijze wordt omzet
als het ware gestolen van de toekomst, omdat afnemers dan voorlopig genoeg
voorraad hebben.
Naser geeft een aantal redenen waarom CA plaatsvindt:
1. De beloning van de ondernemingsleiding is (gedeeltelijk) winstafhankelijk;
2. Het verhullen van een zwakke performance van de ondernemingsleiding;
3. Winstverlagende maatregelen kunnen opportuun zijn uit bijvoorbeeld concurrentie-
overwegingen dan wel voor het verhullen van kartelposities;
4. Het voldoen aan de druk en verwachtingen van (institutionele) beleggers;
5. Ten behoeve van ratio’s die bijvoorbeeld bij het aantrekken van vreemd vermogen van
belang zijn;
6. Het beïnvloeden van (potentiële) aandeelhouders en financiële analisten;
7. Het verminderen van onzekerheid en risico.
CREATIVE COMPLIANCE
Naar Pheiffer’s mening wordt er in de praktijk vaker naar de letter dan naar de geest van wet-
en regelgeving gekeken. Een legalistische benadering dus. In dit verband hanteren diverse
auteurs het begrip creative compliance, hetgeen staat voor het wel naar de letter, maar niet
naar de geest van wet- en regelgeving handelen. Naar Pheiffer’s mening is een dergelijke
benadering niet meer afdoende. In het huidige tijdperk waarin ondernemers de mond vol
hebben van begrippen als maatschappelijk verantwoord ondernemen etc. acht hij het zelfs
ongepast. Indien deze begrippen worden geplaatst in het perspectief van creative accounting
mag je van ondernemers best verwachten dat creatieve verslaglegging gepaard gaat met
openheid ten aanzien van alternatieve verslaggevingsmethodieken.
Zij die de legalistische benadering aanhangen, zullen vermoedelijk niet zoveel op hebben met
het opereren naar de geest van wet- en regelgeving. En in een tijdperk waarin ondernemers zo
nadrukkelijk terzijde worden gestaan door advocaten en accountantskantoren die niet alleen
alleen als controleur maar ook ook als adviseur optreden, is dat ook niet zo verwonderlijk.
FRAUDE
Termen zoals creative accounting en creative compliance klinken nog redelijk onschuldig. Bij
fraude ligt dat anders. In dat geval gaat het om drie elementen:
1. Opzettelijke
2. Misleiding
3. Waarbij het behalen van een wederrechtelijk voordeel wordt beoogd.
,Fraude gaat meestal gepaard met het plegen van ‘valsheid in geschrifte’, ‘een samenweefsel
van verdichtsels en listige kunstgrepen’ en/of in het geval van boekhoudfraude met ‘het
openbaar maken van een onware jaarrekening’. Stuk voor stuk misdrijven waar
gevangenisstraf op staat. En terecht. Bij deze delicten wordt het vertrouwen dat
belanghebbenden in documenten en waardepapieren moeten kunnen stellen in ernstige mate
geschonden. Daarbij passen serieuze sancties.
De HR heeft bepaald dat de ondernemingsleiding ruimte toekomt keuzes te maken ten aanzien
van de verslaggeving. Bijvoorbeeld in het KPN-arrest:
‘Voor het antwoord op de vraag of de jaarrekening het in art. 2:362 BW vereiste inzicht
geeft, moet op de voet van het eerste lid van die bepaling worden onderzocht of zulks het
geval is volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden
beschouwd. Bij de vaststelling daarvan zijn, gelet ook op de geschiedenis van de
totstandkoming van deze bepaling, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving van belang. De
voorschriften van deze Richtlijnen kunnen immers een belangrijk oriëntatiepunt en
gezaghebbende kenbron vormen voor wat in het concrete geval als aanvaardbaar heeft te
gelden. Ingeval de rechtspersoon bij het vaststellen van de jaarrekening is gekomen tot
waarderingen die met deze voorschriften stroken, kan zulks een belangrijke aanwijzing
vormen dat het vereiste inzicht is verschaft en dat de ruimte die in redelijkheid aan de
rechtspersoon moet worden gelaten bij haar keuze voor de waardering van bepaalde posten
niet is overschreden.’
De ruimte die er is werkt creativiteit en het opzoeken van de grenzen in de hand. Daar is op
zich niets mis mee, maar kan ook tot gevaarlijke vergezichten leiden
DE DUNNE LIJN TUSSEN CREATIVITEIT EN FRAUDE: AHOLD
Wat was nu – aldus de reconstructie in het NRC - precies het geval? In Carlisle, Verenigde
Staten, zetelt AHOLD Financial Services (AFS). In het tweede kwartaal worden betalingen
aan verschillende leveranciers van AHOLD opgeschoven tot na het einde van dat kwartaal,
zodat de boeken er op het moment van rapportage mooier uitzien. Met één grootbedrijf, de
transportondernemer C en S, wordt zelfs een speciale, mondelinge afspraak gemaakt.
Voortaan zal AHOLD betalingen aan C en S, die normaliter aan het eind van het kwartaal
worden gedaan, enkele dagen mogen opschorten. Op het balansmoment zit het geld dan nog
in kas. Met de methode is in totaal circa 200 miljoen dollar gemoeid, ruwweg 10 procent van
AHOLDS totale kas. De actie heeft ook een eenmalig positief effect op de kasstroom (ik
herinner de lezer hierbij aan mijn eerdere relativering aan het begin van dit artikel:
kasstromen zijn ook manipuleerbaar en niet altijd keihard). Curieus hierbij is dat de
betalingen aan C en S in eerste instantie gewoon uit het geautomatiseerd systeem rollen, om
vervolgens handmatig te worden verwijderd teneinde de betaling op te houden.
Er lijkt sprake te zijn van opzettelijke handelingen. Listige kunstgrepen. Er kan sprake zijn
van het behalen van een (wederrechtelijk) voordeel door het gunstiger voorstellen van de gang
van zaken. Zie hier de drie elementen die in de definitie van fraude centraal staan.
AHOLD spreekt in haar verslaggeving ook over verbetering van de corporate governance als
mijlpaal. Deze zou in de periode waarin dit zich afspeelt ‘in toenemende mate versterkt en
transparant zijn’. Men had het toentertijd over ‘The road to recovery’. In het jaarverslag werd
een ‘persoonlijke toezegging’ gedaan dat na het grote boekhoudschandaal alles weer in orde
zou komen. De gedragscode predikt transparantie. Letterlijk staat er zelfs: ‘naar letter en geest
van de wet’. Het zijn woorden die in schril contrast staan met de wijze waarop werd
gehandeld.
In het NRC (4 april 2005) zei Pheiffer over deze kwestie het volgende:
- ‘Op het randje van de letter, maar over het randje van de geest van wet- en
regelgeving’;
- De boekhoudmethode is ‘heel gericht gebruikt om naar derden een rooskleuriger
beeld te schetsen van het bedrijf’;
- ‘In essentie op de grens van creatief boekhouden en fraude’;
, - ‘De top van het bedrijf geeft, zeker bezien in de context van corporate governance,
een brevet van onvermogen af’;
- ‘Het handelen van de top is hypocriet in plaats van transparant’;
- ‘Je zou van een concern met een stevig fraudeverleden toch verwachten dat men over
de gewraakte handelwijze openheid geeft en het acuut oplost’;
- ‘Het handmatig lichten van automatisch gegenereerde betalingsopdrachten geeft aan
dat dit rapportagegedreven en op creatieve wijze handelen is;’
- ‘Voor mij is dit een duidelijk voorbeeld van corporate governance met de handrem
erop’.
DE ROL VAN DE ACCOUNTANT
De ondernemingsleiding draagt de primaire verantwoordelijkheid voor de opgestelde en
gepresenteerde cijfers. De accountant dient deze te toetsen op getrouwheid en geeft daarover
een verklaring af. Zodra het de ondernemingsleiding is die ervoor kiest CA toe te passen en de
cijfers te manipuleren, kan de accountant aan de bel trekken. Maar zoals de
ondernemingsleiding een keuzevrijheid toekomt, kan de accountant een beoordelingsmarge
hanteren. In accountantsjargon gaat het dan om het materialiteitsbegrip. Centraal daarbij
staat de vraag of de beslissingen die de gebruikers van de jaarrekening nemen, zouden kunnen
worden beïnvloed door eventuele afwijkingen in jaarrekeningposten. Positief uitgelegd is de
betekenis hiervan dat een accountant niet iedere futiliteit behoeft te corrigeren, hetgeen
kostenefficiënt is. Negatief uitgelegd kan het materialiteitsbegrip dienen als schaamlap om
bepaalde zaken onder het tapijt te schuiven.
Indien de ondernemingsleiding fraude pleegt, kunnen bijvoorbeeld stukken voor de
accountant worden achtergehouden. Soms is er sprake van samenspanning, waardoor de
accountant fraude simpelweg niet kan ontdekken. De accountant valt in dit type situaties
veelal niets te verwijten. Zodra de accountant echter de adviseur is in situaties waar CA
wordt toegepast, of nog sterker: de bedenker ervan is, dan treft hem of haar mogelijk wel
terecht een verwijt. De accountant dient de jaarrekening immers te toetsen, niet te
manipuleren. Maar adequaat toetsen is voor sommige accountants lastig. Het valt niet altijd
mee de hand te corrigeren waardoor je ook wordt uitbetaald.
MIJN BOODSCHAP: KRITISCHE VRAGEN STELLEN
Pheiffer heeft de waarde van de cijfers in het jaarverslag gerelativeerd; ook als het gaat om
kasstromen, zij het dat het daarbij genuanceerder ligt dan bij winstcijfers. Creative accounting
leidt tot manipulatie, veelal binnen de grenzen van wet- en regelgeving. Creative compliance
leidt tot een uitleg van de wet waarbij wel aan de regel maar niet aan de geest ervan wordt
voldaan. Een teveel aan creativiteit leidt tot fraude.
Pheiffer heeft aangegeven dat belanghebbenden naar de wereld achter de cijfers moeten
kijken en kritische vragen dienen te stellen. Bijvoorbeeld over de uitgangspunten die aan de
cijfers ten grondslag liggen, de redenen tot stelselwijziging, het waarom van afwijkingen ten
opzichte van de forecasts. Maar ook vragen over de schattingen die zijn gemaakt en de
mogelijke bandbreedtes die van toepassing zijn. Of over de keuzes ten aanzien van het
verslaggevingsstelsel en de uitkomsten indien alternatieven zouden zijn gehanteerd. Over fair
values and impairments, relatief nieuwe instrumenten als het gaat om de praktijk van creatief
boekhouden. En niet te vergeten: wat zijn de effecten van de gemaakte keuzes op relevante
ratio’s.
De antwoorden op al deze en gelijksoortige vragen geven meer inzicht in het verhaal achter de
cijfers. Het is met name aan de raad van commissarissen – of als afsplitsing daarvan de
auditcommissie – om deze te stellen. In een open relatie die er tussen bestuur en
commissarissen dient te zijn, zou het beantwoorden geen probleem mogen opleveren.
EEN VOORUITBLIK: EEN GROEIENDE BEHOEFTE AAN ANDERE RAPPORTAGEVORMEN
Ondernemingen moeten niet reactief antwoord geven op gestelde vragen, maar ze moeten
proactief meer informatie aan belanghebbenden verstrekken. Niet alleen via een uitgebreid
jaarverslag met allerhande kwantitatieve gegevens. Maar via woorden die meer zeggen dan
cijfers en tabellen. Pheiffer daagt opstellers en controleurs van jaarrekeningen uit meer inzicht