Week 1
Kalibratielijnen en R2
- Metingen van monsters waarvan de concentratie bekend is hierdoor een kalibratielijn
- Verband concentratie en signaal is de kalibratielijn
- Coefficient of determination (R2): mate van hoe goed de lijn door de datapunten heen
loopt
Organische chemie
- Molecuulformule: opsomming van de atomen in een molecuul, atoomsoort en aantal
- Structuurformule: atoomsoort, aantal en positie
- Gecondenseerde structuren: korter opschrijven van de positie van atoom
- Isomeren: zelfde molecuulformule maar andere structuur
- Alkanen: CnH2n+2
- Alkanen reacties: verbranding en
halogenering (substitutie)
- Cycloalkanen: CnH2n
Chemisch evenwicht
- Evenwichtsreactie: reactie gaat beide kanten
op
- Concentratiebreuk: formule met evenwichtsconstante → vaste stoffen en vloeistoffen
niet meenemen!
Evenwichtsconstante
- K = eindproducten keer elkaar / beginproducten keer elkaar
Verstoren van het evenwicht
- Le Chatelier: als er stress wordt gebracht op een systeem wat in evenwicht is dan zal
dat evenwicht ook verschuiven om de stress proberen op te heffen
- Stress: veranderingen in concentratie, druk, volume en temperatuur
Week 2
Zuren en basen
- In water: zuur zorgt voor H3O+ ionen, base zorgt voor OH- ionen
- Zuren: H-atoom aan / in → halogeen (HF), zuurstof (H2CO3), organisch zuur
(R-COOH)
- Basen: stikstofverbindingen (NH3), negatieve ionen (ClO4-), vormt of bevat OH-
(NaOH, BaO)
- Geconjugeerde zuren en basen: evenwichtsreactie
- pH: maat voor de H+-concentratie [H+], pH = -log[H+] en [H+] = 10-pH
- Zuur-base-reacties: vorming van zouten (twee ionen bij elkaar), vorming van water
(en zouten)
Zuur- en basesterkte
- Evenwicht zuur in water: evenwichtsreactie, zuurconstante meestal rond de 10-5
, - Zuurconstante: sterk zuur als Ka >> 1 dan [Z-] en [H+] >> [HZ], zwak zuur als Ka << 1
dan [Z-] en [H+] << [HZ]
- Basen: met evenwichtsreactie bij geconjugeerd zuur omschrijven als zuur
- Polyprotische zuren: zuur met veel (meer dan 1) protonen
- Zuurconstante van polyprotische zuren: elk proton (H+) wordt steeds moeilijker eraf te
halen
pKa
- pH: zuurgraad van een oplossing, pKa: sterkte van een zuur
- pH < pKa: molecuul neemt H+ op, pH > pKa: molecuul staat H+ af
- Ka en pKa: pKa = -log(Ka) en Ka = 10-pKa
- Sterk zuur: hoge Ka en lage pKa, zwak zuur: lage Ka en hoge pKa
- Henderson-Hasselbalch: pH = pKa + log ([Z-] / [HZ]) en pH = pKa + log ([B] / [BH+])
Buffers
- Buffer: heeft geen tot klein effect bij verandering, een zuur of base tegen te werken
en te zorgen dat de oplossing stabiel blijft
- Maken van buffer: zwak zuur + zout van geconjugeerde base en ongeveer gelijke
concentraties hiervan
- Limieten: pKa ≈ pH, [HZ] ≈ [Z-], tot 0,1x de [HZ]
- pH buffers: pH = pKa + log ([Z-] / [HZ]) → als [HZ] = [Z-] dan pH = pKa
Titratie
- Titratie: zuur (of base) met onbekende concentratie, base (of zuur) toevoegen,
neutralisatie (omslagpunt), berekenen!
- Praktijk: verdunde oplossing, buret, druppelsgewijs, indicator voor omslagpunt
- Indicator: kleur afhankelijk van pH
Week 3
Scheidkunde
- Extractie: scheiden van stoffen door iets naar een andere fase te brengen met
verschil in oplosbaarheid
- Scheiding kan kwalitatief als kwantitatief
- Bloed-alcoholbepaling: vluchtigheid van ethanol oftewel verstoren van het evenwicht
- Scheiding op oplosbaarheid
- Lipofiliciteit: oplosbaarheid in organische oplosmiddelen
- Scheiden via: dampdruk, oplosbaarheid (apolaire stoffen → Van der
Waalsinteracties, polaire stoffen → dipool-dipoolinteracties, ionen → ion-interacties)
Extractie met zuur-basen
- Codeïne: lage pH = oplosbaar in water, hoge pH = oplosbaar in organische
oplosmiddelen (ligt aan evenwichtsreactie C18H22NO3+ <--> H+ + C18H21NO3)
- Naproxen: lage pH = oplosbaar in organische oplosmiddelen, hoge pH = oplosbaar in
water (ligt aan evenwichtsreactie C14H14O3 <--> H+ + C14H13O3-)
Effect van pH op zuur-basen