100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcollege aantekening Genen en Cellen (AB_470194) €4,99   In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcollege aantekening Genen en Cellen (AB_470194)

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een bestand waarin alle hoorcollege aantekeningen zijn samengevoegd voor het vak Genen en Cellen (AB_470194). Deze aantekeningen zijn gemaakt in het collegejaar 20/21. Let op: dit zijn slechts de aantekeningen van de slides en dit bestand bevat geen afbeeldingen, tabellen, etc.

Voorbeeld 4 van de 65  pagina's

  • 3 oktober 2024
  • 65
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Ulsen
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (35)
avatar-seller
lahbijpost
Genen en Cellen
Cellen
Hoofdstuk 1 en 4 – Opbouw van een cel
Celtheorie

1. Een levend organisme bestaat uit minstens een cel
2. Cellen zijn kleinste unit van leven
3. Nieuwe cellen komen voort uit ouder-cellen door celdeling
4. Cellen leven omdat ze metabolisme hebben

Eenheid van leven, alle organismen:

- Samengesteld uit dezelfde moleculen
- Hebben metabolisme en gebruiken energie
- Hebben interactie met de omgeving
- Zijn stabiel (homeostase)
- Reproduceren op basis van gegevens opgeslagen in het DNA (genoom)
- Kennen groei en ontwikkeling
- Staan onder invloed van evolutie

Metabolisme:

- Opbouw en afbraak van stoffen die het functioneren van levende cel mogelijk maken
- Anabolisme: opbouw van macromoleculen en structuren van de cel
- Katabolisme: afbraak van macromoleculen om energie of bouwstenen te produceren
- Deze processen worden uitgevoerd door enzymen (eiwitten)

Homeostase:

- Cellen staan in contact met hun omgeving (stress, voeding, ontwikkeling)
- Reactie op omgeving en op interne processen zodanig dat cel zelf in stabiele conditie blijft ->
homeostase (regulatie metabolisme, stress response)

Diversiteit in leven:

- Eigenschappen gecodeerd in het genoom
o Overerfbaar
o Bevat genen die coderen voor eiwitten
o Eiwitten voeren cellulaire processen uit
- Variatie in eigenschappen ontstaan door mutaties
o Mutatie leidt tot veranderd eiwit, met veranderde functie
o Omgeving bepaalt voordeel/nadeel van de mutatie
o Natuurlijke selectie/evolutie

Twee mechanismen voor evolutie

- Verticaal
o Doorgeven van genetische veranderingen aan nageslacht
o Veranderde soorten komen voort uit voorouders
o Natuurlijke selectie door omgeving

, - Horizontaal
o Uitwisseling genen tussen soorten
o Zeldzaam in hogere organismen -> veelvoorkomend bij bacteriën

Basis celtypen:

- Prokaryote cel (bevat: cytoplasma, ribosomen, DNA)
o Bacteriën. archaea
- Eukaryote cel (bevat: nucleus, organellen)
o Planten (extra: vacuole, chloroplasten, celwand), schimmels, dieren, protozoën
(eencellig)

Nucleus bevat: Poriën, chromatine, nucleolus (productie van ribosomaal RNA, is veel van nodig)

Genoom en proteoom:

- Het genoom van een cel bevat de genen:
o Alle genen aanwezig in een cel (coderen voor eiwitten)
o Informatie wordt niet altijd afgelezen -> regulatie
- Proteoom: verzameling eiwitten aanwezig in een cel
o Op een bepaald moment
o Onder specifieke omstandigheden
o Wisselt per celtype
- Deze bepalen vorm en functie cel:
o Metabolisme, signalering en regulatie

Cytoplasma:

- Inhoud van een cel buiten de kern, maar binnen de plasmamembraan
- Ribosomen -> translatie
- Semiautonome organellen (mitochondriën, chloroplasten)
- Endomembraan systeem (ER, Golgi, lysosomen/peroxisomen)
- Cytoskelet
- Cytosol (oplossing waarin alles drijft)
- In cytoplasma vindt metabolisme plaats

Mitochondriën:

- Energiecentrales, energievoorziening van de cel
- Produceren ATP
- Hebben zuurstof nodig voor reacties
- Dubbele membraan, waarschijnlijk van oorsprong symbiotische bacteriën

Endomembraan systeem: nucleus, ruw ER, glad ER, Golgi, vesikel. Functie: eiwit- en lipide-productie
en modificatie en distributie

Endoplasmatisch reticulum:

- Netwerk van membraanbuizen lumen, afgeschermd van cytoplasma
- Ruw ER
o Verbonden met ribosomen
o Eiwitsynthese
o Eiwitmodificatie -> glycosylering, lipidering

, o Eiwit-kwaliteitscontrole (afbraak als niet goed)
o Biogenese van eiwitten die getransporteerd worden naar plasmamembraan,
extracellulaire ruimte, lysosomen en peroxisomen (transport via vesicles)
- Glad ER
o Geen ribosomen
o Detoxificatie van opgenomen moleculen
o Metabolisme van polysachariden
o Synthese en modificatie van lipiden

Excretie en het Golgiapparaat

- Golgi: stapel membraan compartimenten
- Eiwitten reizen tussen de compartimenten in vesicles
- Functies Golgi:
o Proteïne sorting: membraaneiwitten naar de plasmamembraan, excretie
extracellulaire eiwitten, lysosomen en peroxisomen
o Opdelen van eiwitketens in functionele units: proteolyse door proteasen

Peroxisomen en Lysosomen:

- Bevatten schadelijke enzymen en stoffen
o Waterstofperoxide, lysozyme, proteasen
- Zeer reactief en daarom ingepakt in vesicle
o Afgeschermd van rest cytoplasma, fuseren, et vesicles met materiaal dat moet
worden afgebroken (bacteriën/virussen in vesicles, oude organellen)

Hoofdstuk 2 – Atomen en chemische bindingen
Elementen waaruit moleculen in een cel zijn opgebouwd: C, O, H en N.

Atomen zijn de kleinste deeltjes die de eigenschappen van een element hebben. Bestaan uit
protonen (+), elektronen (-) en neutronen (neutraal).

Atoomnummer staat voor het aantal protonen. H = 1, C = 6. In de kern zitten protonen en neutronen,
hier omheen zitten de elektronen. Neutronen worden bepaald door de isotoop. Elektronen bevinden
zich in schillen om de kern heen.

Isotoop: atomen van hetzelfde element, in de kern hetzelfde aantal protonen, verschillend aantal
neutronen.

Radio-isotoop:

- Nucleus van radio-isotoop is instabiel en vervalt. Hierbij komt energie vrij en deeltjes.
- Emissie van deeltjes verandert de isotoop in een ander element, ander atoomnummer,
verval verloopt constant.
- Kan worden gebruikt voor dateringen.

Radio-isotopen als Tracers:

- Gelabelde molecuul met radio-isotoop. Energie-emissie is detecteerbaar, tracer.
- Tracers opgenomen door organismen en cellen. Substraat voor metabolisme, afgebroken/
omgezet op bepaalde plaats.

Schillen model:

, - Eerste schil
o Laagste energie
o 1 orbital, ruimte voor 2 elektronen
- Tweede schil
o 4 orbitals, ruimte voor 8 elektronen
- Derde schil
o 9 orbitals, ruimte voor 18 elektronen (8/10)
- Elke orbital heeft plek voor twee elektronen. Orbital is een soort “ruimte” waar elektronen
zich kunnen verplaatsen

Moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Bestaand uit twee of meer atomen.

Chemische binding:

- Binding wordt bepaald door elektronen in de buitenste schil
- Als schillen vol zijn kan geen chemische binding met andere atomen worden gevormd
o Element bestaat alleen als een atoom (komt niet voor in moleculen en verbindingen)
o Helium, neon, argon
- Moleculen en verbindingen worden gevormd door interacties tussen de elektronen van
atomen

Mogelijke chemische bindingen:

- Covalente vinding
- Ion binding
- Waterstofbrug (tussen moleculen, binnen macromolecuul)
- Vanderwaalsinteracties

Elektronegativiteit:

- Een atoom heeft geen lading
- Een atoom dat e- opneemt of afgeeft krijgt lading (ion)
- Eigenschap om e- van andere atomen aan te trekken
- Verbindingen krijgen stabiliteit door schillen op te vullen

Ion binding:

- Niet volledig gevulde schillen kunnen elektronen opnemen of afstaan
- Een atoom heeft evenveel elektronen als protonen (geen lading)
- Bij ion binding gaat elektron over van ene atoom naar andere atoom
o Een atoom dat een elektron verliest wordt positief geladen
o Een atoom dat een elektron opneemt wordt negatief geladen
o Een atoom met een lading heet een ion
o Tegengesteld geladen ionen trekken elkaar aan

Radicalen:

- Moleculen met een ongepaard elektron in buitenste schil
- Een ongepaard elektron is uiterst reactief
o Schade aan membranen en eiwitten
o Breuk in DNA
- In peroxisomen voor afbraak

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lahbijpost. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
  Kopen