College 1
Van der Helm, Tol, & Stams: Het orthopedagogisch klimaat in de residentiële justitiële
jeugdzorg
Inleiding
Jongeren met ernstige gedragsstoornissen en/of crimineel gedrag komen terecht in gesloten
instellingen en justitiële jeugdinrichtingen. Het doel is enerzijds om deze jongeren te straffen
in het geval van delinquentie en anderzijds om de maatschappij tegen hen te beschermen.
Het belangrijkste doel is om jongeren met ernstige gedragsproblemen zo op te voeden en te
behandelen dat zij niet terugvallen in het ongewenste gedrag, waaronder delinquentie, en
ervoor te zorgen dat zij weer een volwaardige plaats in de samenleving krijgen. Opsluiting in
een instelling wordt door deze kinderen veelal als straf ervaren.
Uit onderzoek blijkt dat leed verergeren door straf en vernedering tijdens opsluiting juist
averechts werkt en o.a. de kans op recidive vergroot.
Bij het opvoeden, behandelen en scholen van deze jongeren spelen de Risks-, Needs- en
Responsivity-beginselen een belangrijke rol. Dit houdt het volgende in: het is van belang te
focussen op de risico’s die deze jongeren vormen (bij een ernstig risico op recidive intensiever
behandelen) en wat zij nodig hebben en dat de aanpak van criminogene factoren afgestemd
moet worden op de persoon.
Het is belangrijk dat er bij de jongeren behandelmotivatie aanwezig is. Hiervoor is het van
belang dat er sprake is van een goed klimaat/milieu dat intrinsieke motivatie stimuleert.
Volgens Kok (1992) moeten er aan een aantal voorwaarden worden voldaan wil een
behandeling effectief zijn. Ten eerste is een gestructureerd leefklimaat van belang: veilig en
begrenzend, vertrouwd, respectvol en waarderend waarbij het vormgeven van relaties,
omgaan met situaties en invloed en perspectief centraal staan. Hierbij wordt ook wel
gesproken van een tweedegraadsstrategie (een individuele behandeling is
derdegraadsstrategie). Het belangrijkste leren en behandelen vindt echter plaats in het
orthopedagogisch leefklimaat op de groep.
Een orthopedagogisch leefklimaat
Het doel van opvoeden is het vinden van een balans tussen morele autonomie en het
herstellen van verbinding met de maatschappij. Volgens Kant kan een individu pas over
vrijheid beschikken wanneer hij luistert naar de menselijke rede en niet alleen afgaat op
lustgeleide gevoelens of onmiddellijke prikkels uit de omgeving.
Het orthopedagogisch leefklimaat is essentieel bij het bereiken van vooruitgang bij jongeren.
Hierbij is een balans nodig tussen de dagelijkse structuur en de mate waarin de medewerker
hier flexibel mee om kan gaan. De positieve invloed van een goed orthopedagogisch
leefklimaat kan verklaard worden vanuit de Sociale Informatieverwerkingstheorie. Hieruit
blijkt dat ons gedrag wordt bepaald door de manier waarop we sociale informatie waarnemen
en interpreteren. De sociale informatieverwerking bij jongeren in justitiële jeugdinrichtingen
berust vaak op vijandigheid richting anderen en een gebrek aan empathie. Een verstoorde
,sociale informatieverwerking kan herstel binnen het orthopedagogisch leefklimaat
bemoeilijken en sociaal leren belemmeren.
Vier elementen van een orthopedagogisch klimaat
Ondersteuning, groei, repressie en sfeer
Ondersteuning of responsiviteit van medewerkers is heel belangrijk voor jongeren, aangezien
dit de eerste stap is richting stabilisatie en rehabilitatie.
Ondersteuning
Ondersteuning is de steun en responsiviteit van de medewerker. Steun is gebaseerd op
positieve relaties tussen jongere en medewerker en responsiviteit betekent dat de jongere als
persoon geaccepteerd wordt door de medewerker, terwijl verkeerd gedrag afgekeurd wordt.
Ook betekent responsiviteit dat medewerkers adequaat reageren op de behoeften van de
jongeren.
Om steun en responsiviteit te bieden zijn vijf karakteristieken van belang: ‘hulp en steun’,
‘stimulans’, ‘betrouwbaarheid’, ‘respect’ en ‘consistentie’.
- Hulp en steun gaat over er daadwerkelijk zijn voor de jongeren (geïnteresseerd zijn)
- Stimulans heeft betrekking op daadwerkelijk met de jongere aan de slag gaan en dus
niet afzijdig blijven
- Met betrouwbaarheid wordt professioneel gedrag van de medewerker bedoeld, zoals
afspraken nakomen en eerlijk zijn.
- Respect voor de jongeren moet blijken uit het corrigeren van gedrag en het bespreken
van daden en niet uit het veroordelen van een persoon.
- Consistent gedrag is belangrijk want een gebrek hieraan kan leiden tot
machteloosheid bij de jongeren. Een voorbeeld van inconsistent gedrag bij
pedagogisch medewerkers is bijvoorbeeld ‘omdat ik het zeg’.
Groei
Groei betekent zingeving, perspectief en de omstandigheden in een instelling die leren en
voorbereiding op een goed leven buiten de instelling makkelijker maken. Groei komt niet
vanzelf, het is een taak van de pedagogisch medewerker of sociotherapeut, psycholoog of
gedragsdeskundige en de docent in speciaal onderwijs om te helpen bij ontwikkeling.
Perspectief is bij groei heel belangrijk; geef nooit op en kijk welk perspectief dan wel past.
Bij jongeren met een licht verstandelijke beperking is vooral het vergroten van competenties
en positief herformuleren van belang. Competenties moeten dus op de jongere afgestemd
worden.
Repressie
Repressie betekent een hoge mate van controle en gebrekkige eerlijkheid door medewerkers,
veel regels, gebrek aan privacy en verveling onder de jongeren. Het gaat hier niet om
structuur bieden en ingrijpen wanneer het mis gaat, maar over onvoorspelbaar handelen of
niet-proportioneel handelen. Eerlijkheid, transparantie en contact houden zijn van belang om
repressief optreden bij medewerkers te voorkomen.
, Sfeer
Sfeer geeft de mate aan waarin structuur, veiligheid en vertrouwen tussen jongeren
gekoesterd wordt door de fysieke en sociale omgeving binnen de instelling. Wanneer er veel
incidenten zijn, verdwijnt de structuur en dus veiligheid en vertrouwen waardoor iedereen
wantrouwt wordt (hostility bias). Wanneer er daarentegen wel structuur, veiligheid en
vertrouwen aanwezig is, zullen sociale probleemsituaties niet vijandig worden
geïnterpreteerd en gaan jongeren elkaar meer vertrouwen.
De cultuur binnen de maatschappij en buiten
Medewerkers in de instelling zijn de sleutels tot gedragsverandering en recidivevermindering
bij de jongeren. Echter, zij blijken vaak de neiging tot vechten of vluchten te hebben. De
cultuur van de organisatie, de wijze van leidinggeven en teamwork zijn doorslaggevend bij
een positief werkklimaat, wat vervolgens van invloed is op het leefklimaat.
Een cultuur gebaseerd op leren en opvoeding en behandeling gericht op structuur en
rehabilitatie dragen bij aan recidivevermindering. Leidinggevenden moeten inspirerend
leidinggeven, aangezien dit zorgt voor een positieve cultuur en teamwork. Ook de processen
binnen het team zijn van invloed op de groep (parallelle processen: medewerkers
beïnvloeden jongeren en het team beïnvloedt medewerkers).
Onderzoek
Er is tot op heden toe weinig onderzoek gedaan naar groepsgewijze behandeling en effecten
op recidive. Zo is het van belang dat er o.a. meer onderzoek wordt gedaan naar het
werkklimaat van medewerkers en het leerklimaat in bijzonder onderwijs.
Rehabilitatie, recidivevermindering en ontwikkeling van jongeren door inzet van
gemotiveerde medewerkers is een uitdaging, maar loont wel.
Van Binsbergen: Motivatie voor behandeling in de intramurale justitiële jeugdzorg
Inleiding
Motivatie is een belangrijke voorwaarde voor succes, ook in de hulpverlening en in het kader
van justitiële maatregelen. Niet alle jongeren zijn per definitie ongemotiveerd en daarnaast is
motivatie ook geen vast gegeven: het verschilt per situatie en tijdsperiode. Voor motivatie is
een veilige omgeving van belang.
Klassieke benaderingen
- Psychodynamische theorieën. Freud voerde het menselijk gedrag terug tot twee
basale driften: levensdrift (eros) en doodsdrift (thanatos). Motivatie wordt gezien als
een belangrijke factor in menselijk handelen. Volgens deze theorie is de relatie tussen
behandelaar en cliënt heel belangrijk: een geslaagde ‘therapeutische alliantie’ leidt tot
een positieve behandeluitkomst.
- Cognitieve psychologie. Deze theorie benadrukt het belang van cognitieve factoren,
waaronder verwachtingen en doelen. Ook overeenstemming over het te behandelen
probleem is belangrijk.