Werkcollege 1: Verantwoordelijk voor de Ander (Levinas)
- Filosofie als verwondering en als een zelfoefening van het denken, waarin
niets meer vanzelf spreekt.
- Verwondering over het alledaagse, over het vanzelfsprekende.
- Protocollen, procedures, resultaatafspraken en methodieken,
vanzelfsprekend? Adiaforisering = hele gebieden van het handelen uitsluiten
van morele beoordeling. Doe ik hier wel goed aan?
Voorbeeld van adiaforisering: je koopt je kleding bij Primark en je houdt
geen rekening met waar de kleding vandaan komt, je denkt niet na over: doe
ik daar wel goed aan?
- Het problematiseren van het vanzelfsprekende kan leiden tot een dieper
begrip
Levinas 1906 1995
Familie is uitgemoord in 2e Wereld Oorlog, heeft zelf ook in een kamp gezeten, was
zelf joods.
Wat is nou het menselijke en hoe kunnen wij empathisch zijn?
Het gelaat: Je gaat naar de bakker en je wil een brood kopen. De bakker zakt in
elkaar en jij voelt een oproep om iets te doen. Buiten zijn wil om toont de bakker zijn
zwakheid/kwetsbaarheid. Je kunt niet voorbij gaan aan dat appél, het daagt jou altijd
uit om iets te doen. Het is het meest wezenlijke van mensen, hun kwetsbaarheid.
Het morele appél is er altijd, maar wij kunnen besluiten om er geen gehoor aan te
geven.
- Het kwetsbare gelaat van de Ander roept mij op mijn verantwoordelijkheid te
tonen. Het moreel appél van de weduwe, de wees of vreemdeling.
- Door de Ander besef ik dat mijn vrijheid en verantwoordelijkheid niet
willekeurig zijn, maar vorm krijgen door zijn oproep. Mijn vrijheid wordt ook
beperkt door het appél wat de ander op mij legt.
- Maar de Ander is onherleidbaar anders (iedereen is uniek, de ander is niet jij,
zie dat de ander echt een eigen persoon is, probeer hem niet terug te brengen
tot categorieën die jij snapt). Hij openbaart zich in zijn gelaat zijn volstrekt
weerloze en naakte gelaat. Wij moeten ons verzetten tegen reductie (als je
reduceert dan ga je de ander omschrijven vanuit een aantal kenmerken en
eigenschappen die jij kunt begrijpen en die passen bij jouw referentie kader.
Je sluit je dan een beetje af van het appél.)
Bijvoorbeeld: wanneer je een zwerver op straat omschrijft als iemand die niet
goed gedaan heeft in het leven. In plaats van een mens met complicaties sluit
je jezelf af van de menselijkheid en de kwetsbaarheid. Waardoor je je eigen
gedrag kan rechtvaardigen. Dus stereotyperen zodat het je minder aangaat.)
- De verantwoordelijkheid voor de Ander gaat aan mijn vrijheid vooraf
- Heb ook oog voor de derde. Je kunt niet alles in de wereld oplossen met ik en
de Ander.
Bijvoorbeeld: leraar/lerares staat voor een hele groep. De derde is
bijvoorbeeld ook de mensen in het systeem van de Ander.
,De zin van het mens-zijn (moeilijke uitspraken van Levinas)
- De volle zin van het mens-zijn is het uitstijgen boven jezelf. Ethiek is zin voor
de Ander. (De beste versie van jezelf zijn, dit worden we pas als we door de
ander worden aangeraakt, als we aan het appél van de ander voldoen, de
Ander staat voor jou, er zijn voor de Ander gaat voor mijn eigen geluk).
- De heteronomie van het Ik, de mens is niet autonoom, hij wordt door de Ander
aangezet tot moraliteit. (Het is altijd de ander die een appél doet die invloed
heeft op jouw moraliteit, het komt niet vanuit jezelf
Bijvoorbeeld: ik scheld niet met homo omdat dat andere homo’s zou kunnen
kwetsen).
- Oproep tot verantwoordelijkheid, er is een ethische relatie als je die
verantwoordelijkheid op je neemt. (Een appel van een ander doet een appel
op jouw gedrag.
Bijvoorbeeld: als je als docent en als student de verantwoordelijkheid neemt
om er een goede les van te maken).
- Pas in de confrontatie met de Ander wordt de vrijheid werkelijk geschokt en tot
inkeer gebracht. Willekeur verandert in goedheid, expansiedrang in
gastvrijheid. (Pas als je de ander ziet merk je dat het niet alleen draait om
jouw vrijheid maar ook om de verantwoordelijkheid naar de ander toe. Je kunt
erachter komen dat geven soms belangrijker is dan ontvangen.
Expansiedrang is het van alles willen doen, en gastvrijheid is het
binnenlaten van anderen. Expansiedrang verandert in gastvrijheid.)
Hoe de verhouding tussen cliënt en hulpverlener omschreven kan worden:
Gevoelig zijn voor het appél, niet je laten lam leggen door procedures en regeltjes.
Zygmunt Bauman
Zygmunt Bauman steunt Levinas. Levinas is een soort leermeester voor hem.
- Individuele verantwoordelijkheid voor de Ander.
- Moreel gedrag, als antwoord op de Ander, wordt binnen organisaties al snel
als subversief (ondermijnend) gezien: verstoort ‘regels en procedures’.
Bijvoorbeeld: klokkenluiders binnen een organisatie.
- Adiaforisering: onverschillig maken voor de blik van de Ander. Je kijkt niet
naar wat goed is in die situatie en kijkt niet naar het appél dat wordt gedaan,
maar je houdt je alleen vast aan protocollen en regels.
- Onderscheid:
Vaste moderniteit (20e eeuw): stabiele structuren, bureaucratieën (oost-
europa, dictaturen, alles zit vast in regels en procedures), grote
ideologieën (socialisme, religie), mensen hadden vaak hetzelfde werk hun
hele leven lang, efficiënt produceren (met zo min mogelijk middelen en
mensen zo veel mogelijk bereiken), wederzijdse loyaliteit (lifetime-
employment), samen werken aan de vooruitgang (collectieve
verantwoordelijkheid), veel was voorspelbaar en overzichtelijk. Er was niet
zoveel vrijheid. Kinderen traden vaak in de voetsporen van hun ouders.
, Vloeibare moderniteit (wij leven hier op dit moment in): neoliberaal
tijdperk, marktmechanismen (tinder voor relaties, aanbieders op het spoor,
inkomsten hogeschool afhankelijk van studierendementen),
zelfverantwoordelijkheid, persoonlijk aanspreekbaar, persoonlijk
ontwikkelingsplan, werken aan life time employability (leven lang leren),
geluk en vooruitgang (eigen individuele, persoonlijke verantwoordelijkheid,
maar ook bij ‘pech’ is het eigen schuld), begeleiden (verantwoordelijkheid
voor jezelf, het zelf oplossen van je problemen), het is vrijer dan de vaste
moderniteit, tijdelijk werk (flexwerk), we leven in vloeibare tijden.
Vaste moderniteit, onverschillig makende mechanismen:
- Creëren van functionele en hiërarchische structeren (afstand tot de Ander)
- Vrij zwevende
Moreel vacuüm = er is een gebrek aan waarden en normen en aan ideeën van hoe
je moet handelen (gebrek aan moraliteit).
Het morele-zelf toont zich in nabijheid: het is belangrijk om echt te kijken naar de
ander om nabij te zijn.