Dementie Algemeen
Communiceren met dementerenden
- Bij kennismaken: kijk vriendelijk, stel je zelf voor, geeft de patiënt een hand, praat op warmte toon. Vraag de
pt naar zijn of haar naam en herhaal deze hardop.
- Maak oogcontact en aanspreken met de naam aandacht erbij houden.
- Praat langzaam en duidelijk en vermijd vragen. Voornamelijk vragen of het recente verleden moeten
vermeden worden, alleen aan de mantelzorger vragen (wel vooraf de pt om toestemming vragen om vragen
te stellen aan de mantelzorger).
- Gebruik korte zinnen: zinnen langer dan 5 woorden hebben meestal geen zin.
- Gebruik alternatieven: ‘’wilt u koffie?’’ ‘’wilt u drinken?’’
- Gebruik gebaren: hoe meer je met je handen en voeten praat, des te beter hij je zal begrijpen.
- Gebruik de juiste toon: afstemmen op de situatie, geruststellend, opgewekt etc.
- Vermijd infantiliserende benadering, het is immers geen kind.
- Neem de tijd: een dementerende handelt niet alleen langzamer, hij denkt ook langzamer. Pauzeer wat
langer na iets gezegd of gevraagd te hebben.
- Dwing niet
- Reageer op het gevoel: dementerenden hebben vaak moeite met aangeven wat hen dwarszit.
- Probeer keuzes te vermijden en doe 1 ding tegelijk: vraag niets en praat niet als de pt tegelijkertijd iets doet
of je hem onderzoekt.
- Vraag geen begrip voor jouw standpunt en luister actief: dementerenden hebben moeite met een ander
standpunt innemen. Luister daarnaast actief, dus regelmatig samenvatten.
- Benader de ouderen altijd van voren (face to face)
- Voeg meteen daad bij het woord (zeggen gelijk gaan doen)
Gedrags- en omgangsadviezen bij dementerenden
- Respectvolle benadering
- Activeren: neem niets uit handen wat hij/zij nog kan.
- Aanpassing aan situatie: lukt iets niet meer zoek dan naar een andere manier.
- Decorum: wanneer het niet meer netjes is kan je meer bereiken door een helpende hand te bieden dan door
een standje te geven.
- Voorkom dat de persoon in een isolement komt: betrekken bij activiteiten.
- Vermijd test situaties: blijf niet doorvragen als hij of zij het niet meer weet.
- Tempo aanpassen (langzamer)
- Vaste structuren zijn belangrijk: vaste dagindeling, zo min mogelijk nieuwe situaties, niet onnodig wisselen
van verzorgenden, verander routinehandelingen alleen als ze niet meer werken.
- Help herinneren aan tijd en dag.
- Geen welles/nietes discussies
- Bij agressie: blijf kalm, probeer persoon af te leiden door over een onderwerp te beginnen die hij/zij prettig
vindt.
- Bij beschuldigingen: het is niet persoonlijk en ga niet in discussie.
- Hallucinaties: ontken het niet maar blijf aanwezig en kalm.
Stadia
Voorstadium: geheugenproblemen: planproblemen, moeite met nieuwe situaties, frustratie bij veel drukte, irritatie
en angst bij geheugenproblemen. Hulp agenda.
Stadium 1, Desoriëntatie: confrontatie met ziekte en ervaren van crisis en bedreiging. alle handelingen trager
(denken, praten en bewegen). Veiligheid bieden. Benutten van sterke kanten. ROB.
, Stadium 2, Verwarring in tijd: angst door controle verlies, desoriëntatie in tijd, plaats, persoon. Motorische onrust en
dwaal neigingen. Omdraaien dag- nachtritme. Interactie en interesse met omgeving neemt af. Motoriek en
zelfstandigheid neemt af. Structuur bieden en ingaan op interesses.
Stadium 3, Repeterende bewegingen: oogcontact, aanraken, gevoelens benoemen en spiegelen van gedrag mogelijk
om contact te houden. Aanbieden prikkels en contact door aansluiten op zintuiglijke behoeften en beleving, in
rustige omgeving.
Stadium 4, Vegeteren: contact mogelijk via sensomotore prikkels, volledig afhankelijk foetale houding, kan niet meer
kauwen of slikken.
Reisberg Global Detoriation Scale (GDS Reisberg)
E.v.t heteroanamnese met verzorger (head-turning sign)
- Begin altijd met probleemstelling: waarom verwezen/gekomen
- Beloop
- Specifieke voorbeelden
Nog geen diagnose
- Hoe is het begonnen? (sluipend begin)
- Eerste symptomen (episodisch geheugen/gestoord leervermogen)
- Taal (woordvinding), visuo-spatiele, executieve stoornissen
- Risicofactoren: Alzheimer in de famillie, hart en vaat-ziekten, DM, Obesitas (zichtbaar), hoofdtrauma’s.
- Cognitie, visus, polyfarmacie, valgeschiedenis (valgevaar)
- Comorbiditeiten
Dementie onderzoek
Activiteiten niveau
- Performance ADL-taak
- 10MWT
- 6MWT
- TCT
- TIS
- BBS
- FAT (hand- & armfunctie)
- BI (zelfstandigheid ADL)
Functieniveau
Kracht
- MRC