Belangrijke stickynotes:
- Periodiek systeem Big-5: blz 150
- Invloed van hechtingsstijlen, Freud: blz 183/186
- Aangeleerde hulpeloosheid: blz 197
Inhoud
1. Casus ontleden........................................................................................................................1
1, Kiezen van passende testen.....................................................................................................1
2, Resultaten interpreteren..........................................................................................................7
3, Klassieke theorie.....................................................................................................................7
4, Advies geven.........................................................................................................................15
1. Casus ontleden
1. Achtergrond info, ervaringen, persoonlijkheid, relaties
2. Problemen, verlangens en uitdagingen
3. Coping manieren
1, Kiezen van passende testen
Rubric: Je kiest passende testen bij de casus en geeft duidelijke argumenten voor jouw keuze.
Je beschrijft hierbij zinvolle inhoudelijke en psychometrische overwegingen.
Testen kunnen helpen bij het verkrijgen van diepere inzichten in de persoonlijkheid en
bijvoorbeeld identificeren van sterke en zwakke punten. Ik zal mijn argumenten voor de keuze
beschrijven en hierbij de psychometrische overwegingen benoemen.
Stappen bij het kiezen van een test:
1. Leg de test uit die je gaat gebruiken
2. Benoem psychometrische overwegingen: betrouwbaarheid (Cronbachs Alfa) (dit
houdt in dat de test consistent meet wat het moet meten) , normgroep (is die
representatief) en de actualiteit
- Wanneer er een onderdeel niet betrouwbaar is gebruik je deze niet (geef dit aan)
3. Benoem argumenten voor mijn keuze: Ik vindt deze test het meest relevant want…
Koppel test aan casus met meerdere voorbeelden
- Wanneer een onderdeel niet relevant is kan je deze ook niet mee nemen in de resultaten,
geef dit aan
1
,De Rosenberg Self-Esteem Scale zou inderdaad ook een goede optie kunnen zijn omdat Ben
twijfelt aan zijn eigen capaciteiten, wat kan wijzen op onzekerheid over zijn zelfbeeld en
zelfvertrouwen. De reden waarom ik deze test niet direct heb gekozen, is omdat de vraag van
Ben breder is dan alleen zijn zelfbeeld; hij zoekt naar inzicht in de richting van zijn loopbaan
en twijfelt tussen studeren en werken. Persoonlijkheidstests zoals de Big Five en Locus of
Control geven meer directe informatie over factoren die invloed hebben op studie- en
carrièrekeuzes.
Betrouwbaarheid: Minder belangrijke beslissing op individueel niveau
Boven 80 = goed
Tussen 70 en 80 = voldoende
Onder 70 = onvoldoende
Normgroep: Relatief minder belangrijke beslissingen op individueel niveau
N boven 300 = goed
Tussen 200 en 300 = voldoende
Onder 200 = onvoldoende
Type A/B-test: De Type A/B-test meet hoe iemand reageert op stress, druk en competitie, wat
helpt bij het begrijpen hoe mensen omgaan met druk in het leven. Het onderscheidt tussen
Type A (competitief, ambitieus, ongeduldig, stressgevoelig en prestatiegericht) en Type B
(ontspannen, geduldig, flexibel en minder competitief). Sommige mensen vertonen
kenmerken van beide typen, wat resulteert in een gemengde persoonlijkheid.
Voorbeeld antwoord: Het identificeren van haar persoonlijkheidstype kan Sophie helpen om te
begrijpen hoe deze eigenschappen haar emoties beïnvloeden en welke aanpassingen ze kan
maken om beter met stress om te gaan.
Type a: competief, ambitie, ongeduld, haastig, perfectionisme. Streven naar succes, ervaren
stress, dus hoge bloeddruk, hartziekten en burn-out.
Competitief: Type A-individuen zijn vaak competitief en streven naar succes in alles
wat ze doen. Ze kunnen zichzelf hoge doelen stellen en streven naar uitmuntendheid.
Ambitieus: Ze hebben vaak een sterke drive om te slagen en kunnen ongeduldig zijn
als ze hun doelen niet snel genoeg bereiken.
Gespannen: Type A-mensen ervaren vaak een constante innerlijke spanning en voelen
zich vaak gehaast of gestrest, zelfs in rustige situaties.
Type B: relaxt, geduldig, flexibel, geen haast voor taken, minder gevoelig hart- en vaatziekten
Rustig: Type B-individuen zijn over het algemeen meer ontspannen en minder vatbaar
voor stress. Ze hebben de neiging om kalm en geduldig te zijn, zelfs onder druk.
Relaxed: Ze nemen het leven zoals het komt en maken zich niet snel zorgen over
dingen buiten hun controle.
Geduldig: Type B-mensen hebben de neiging om geduldig te zijn en te wachten op
resultaten, zonder te veel haast te hebben.
2
, - Relevant voor individuen die moeite hebben met stress en ontspanning vooral als dit
gerelateerd is aan werk gerelateerde problemen of hart- en vaatziekten.
- Relevant voor mensen die neigen naar competitief en ambitieus gedrag, en mogelijk
moeite hebben met ontspannen en het vinden van een gezonde balans tussen werk en
ontspanning.
Big Five-persoonlijkheidstest: Deze test meet vijf dimensies van persoonlijkheid:
Extraversie, Vriendelijkheid, Consciëntieusheid, Neuroticisme en Openheid voor ervaringen.
Het kan nuttig zijn om een algemeen beeld te krijgen van iemands persoonlijkheid en
gedragskenmerken.
1. Extraversie:
Extraversie verwijst naar de mate waarin iemand sociaal, assertief, energiek en
spraakzaam is.
Hoge score: Sociaal, assertief, enthousiast, spraakzaam, energiek.
Lage score: Teruggetrokken, introvert, gereserveerd, bedachtzaam, rustig.
2. Vriendelijkheid:
Vriendelijkheid meet de mate waarin iemand medelevend, zorgzaam,
meegaand en behulpzaam is naar anderen toe.
Hoge score: Vriendelijk, meelevend, coöperatief, empathisch, warm.
Lage score: Kritisch, competitief, onverzoenlijk, egocentrisch, streng.
3. Consciëntieusheid:
Consciëntieusheid verwijst naar de mate waarin iemand georganiseerd,
doelgericht, verantwoordelijk en betrouwbaar is.
Hoge score: Georganiseerd, betrouwbaar, gedisciplineerd, efficiënt,
doelgericht.
Lage score: Spontaan, slordig, onbetrouwbaar, ongeorganiseerd, ondoelmatig.
4. Neuroticisme:
Neuroticisme meet emotionele stabiliteit versus instabiliteit. Het verwijst naar
de mate waarin iemand angstig, nerveus, prikkelbaar en humeurig is.
Hoge score: Angstig, zorgelijk, prikkelbaar, humeurig, emotioneel labiel.
Lage score: Rustig, kalm, ontspannen, veerkrachtig, evenwichtig.
5. Openheid voor ervaringen:
Openheid voor ervaringen meet de mate waarin iemand open staat voor nieuwe
ideeën, creatief is, intellectueel nieuwsgierig en bereid is om nieuwe
ervaringen aan te gaan.
3