Literatuur Theoretische Pedagogiek
Parenting as the expression of sociohistorical time: The case of German individualisation – Keller
& Lamm (2005)
De socialisatiedoelen van volwassenen worden beïnvloed door cultuur.
o Onafhankelijke socialisatiedoelen zien de competente volwassene als begrensd,
zelfstandig, onafhankelijk en uniek individu.
Dit is vooral terug te zien in opgeleide, welvarende, stedelijke middenklassen
van westerse industriële of postindustriële samenlevingen.
o Afhankelijke socialisatiedoelen zien de competente volwassene als co-agent die onderling
verbonden met anderen, empathisch, rol-georiënteerd en inschikkelijk is.
Dit komt vooral voor in landelijke, zelfvoorzienende, laagopgeleide families.
o Onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid zijn echter geen tweedeling, maar zijn
beide onderdeel van de menselijke psychologie.
Culturen zijn dynamische systemen die zich ontwikkelen en veranderen gedurende de tijd.
o Socialisatiedoelen passen zich aan aan de ecologische en historische omgeving en
veranderen dus ook met sociaalhistorische veranderingen in de samenleving.
Educatie, een kleiner aantal kinderen per gezin en de afname in huwelijken en
toename in scheidingen bevordert individualisme.
Socialisatie richting onafhankelijkheid begint al vanaf de babyleeftijd (bv. in een eigen kamer
slapen, veel tijd alleen/met speelgoed doorbrengen) (distaal ouderschap).
o Proximaal ouderschap: juist wel interpersoonlijke warmte en ontwikkeling van
verbondenheid en cohesie.
Moeders uit 1977/1978 (cohort 1) en uit 2000 (cohort 2) met kinderen van drie maanden oud
zijn vergeleken in hun ouderschapsgedrag, op gebied van distaal en proximaal ouderschap. Er
wordt verwacht dat moeders uit 2000 meer distaal ouderschap vertonen dan moeders uit
1977/1978.
Method
Participants
De twee groepen moeders en kinderen zijn vergelijkbaar met elkaar.
Procedure
De interactie tussen moeder en kind werd een kwartier lang geobserveerd, waarbij de moeder
zelf mocht weten hoe ze met het kind speelden (bv. met/zonder speelgoed).
Analysis
In de analyse is gekeken naar reacties van de moeder op uitingen van de baby, het gebruik van
speelgoed/objecten, lichaamscontact tussen moeder en kind en gezichts- en vocale uitdrukkingen
(de laatste twee vormen samen het onderdeel ‘warmte’).
Results
De verschillen tussen de moeders waren afhankelijk van het cohort, niet van het geslacht van het
kind of de leeftijd van de moeder.
Moeders uit cohort 2 reageerden vaker binnen een seconde op positieve uitingen van het kind.
Moeder uit cohort 2 gebruikten vaker speelgoed/objecten tijdens de interactie met hun kind.
Moeders uit cohort 2 toonden minder warmte dan moeder uit cohort 1.
o Moeders uit cohort 1 hadden meer lichamelijk contact met hun kind, lachten meer naar
hun kind.
o De hoeveelheid baby talk is gelijk gebleven.
Discussion
Pagina 1 van 24
, De moeders uit de recentere groep maken meer gebruik van ouderschapstechnieken die
onafhankelijke socialisatiedoelen nastreven en minder van ouderschapstechnieken die
afhankelijke socialisatiedoelen nastreven.
o Beide dimensies veranderen naar hetzelfde doel, namelijk meer steun voor autonomie en
gescheidenheid en minder steun voor heteronomie en verbondenheid.
Normen en waarden over opvoeden worden doorgegeven in culturen en veranderen per
generatie. Ze worden beïnvloed door de tijdsgeest.
De ervaring van contingentie (reactie van de moeder op uiting van het kind) is een voorwaarde
voor eigen ontwikkeling: het geeft een ervaring van causaliteit en een gevoel van controle.
Cultures of Infancy. The Foundation of Developmental Pathways – Keller (2012)
Ontwikkeling bestaat uit een serie van universele ontwikkelingstaken gedurende de levensduur.
o Eerdere ontwikkelingen beïnvloeden latere ontwikkelingen, maar ontwikkelingen
worden ook beïnvloed door gelijktijdige invloeden.
o Plasticiteit en continuïteit zijn beide van invloed op de ontwikkeling.
Omdat gedrag contextgevoelig is, zijn er verschillende opvattingen van competentie en
intelligentie, welke geworteld zitten in culturele modellen van het ‘zelf’.
o Het model van onafhankelijkheid en het model van onderlinge afhankelijkheid zijn
adaptief voor verschillende contexten.
Model van onafhankelijkheid: ‘zelf’ is middelpunt van mentale staten en
persoonlijke kwaliteiten, essentialistische zelf is stabiel door tijd en situaties,
persoonlijke autonomie en gescheidenheid van anderen, streven naar
zelfmaximalisatie en zelfexpressie, adaptief in stedelijke omgeving met
anonieme ontmoetingen en concurrentie.
Model van onderlinge afhankelijkheid: zelf is deel van sociaal systeem (met
name de familie), ‘zelf’ is contextgevoelig en vloeibaar, verbondenheid en
heteronomie, streven naar harmonie en accepteren hiërarchische en
rolgebaseerde autoriteit, adaptief in landelijke face-to-face samenlevingen met
samenwerkingen en conformiteit.
Cultural Conceptions of Parenting Strategies
Ouders moeten culturele waarden doorgeven en hun kinderen socialiseren in
de cultuur van hun omgeving (socialisatie is enculturatie via participatie).
o Socialisatie bevat zowel bewuste en intentionele als onbewuste en
intuïtieve praktijken.
Onze conceptualisering van ouderstrategieën is gebaseerd op het model van
Whiting: de omgeving en het verleden werken op elkaar in en vormen samen
met economische en sociale systemen de leeromgeving van het kind, wat
uiteindelijk de volwassen psychologie en het volwassen gedrag vormt.
o Evolutionaire en culturele concepties van ontwikkeling worden
gecombineerd.
Culturele modellen beïnvloeden opvoedingsstrategieën, bestaande uit
socialisatiedoelen, ethnotheorieën (wat je intuïtief ziet als de goede manier
om een kind op te voeden) en gedragsstrategieën.
The First Integrative Developmental Task: Relationship Formation
Het vormen van primaire relaties is de eerste ontwikkelingstaak die kinderen moeten beheersen.
o Door hun hulpeloosheid zijn ze afhankelijk van hun verzorgende omgeving.
o Door actieve participatie in sociale interactie construeren ze een sociale matrix met
daarin begrip van zichzelf.
Omdat het ontwerp bij de geboorte nog niet perfect is (bv. geen goed zicht, geheugen nog niet
ontwikkeld) hebben baby’s een omgeving nodig die op hen is aangepast.
o Verzorgenden hebben bepaalde disposities om voor baby’s te zorgen.
Deze gedragsdisposities worden gevormd door cultuur, waardoor ontwikkeling
een combinatie is van biologie en cultuur.
Pagina 2 van 24
, The Independent Parenting Strategy
Ouders uit de westerse middenklasse willen hun kinderen autonoom en onafhankelijk opvoeden,
waardoor kinderen al vanaf de geboorte als quasi-gelijkwaardig worden behandeld (hun wensen
en voorkeuren doen ertoe).
o Kinderen moeten autonoom zijn, zelfvertrouwen hebben en in hun eentje kunnen zijn.
o Exclusieve aandacht tussen kind en verzorger.
o Dit is distaal ouderschap.
Gericht op de maximalisatie van positieve emotionaliteit.
The Interdependent Parenting Strategy
Landelijke, zelfvoorzienende families zijn willen hun kinderen opvoeden in relatie tot anderen en
zijn dus gericht op onderlinge afhankelijkheid.
o Ouderschap is gericht op de ouder, want die weet wat goed is voor het kind.
o Gericht op het ontwijken van negatieve emotionaliteit.
o Verdeelde aandacht: verzorger doet andere dingen tijdens de aandacht voor het kind.
o Dit is proximaal ouderschap.
Autonomous Relational Strategies
Het blijkt dat de onafhankelijke waarde ‘autonomie’ en de onderlinge afhankelijke waarde
‘verbondenheid’ op verschillende manieren te combineren zijn binnen één cultureel model.
o Bv. oogcontact tussen moeder en kind kan gezien worden als dyadische activiteit maar
ook als context voor stimulatie.
Vroege sociale ervaringen helpen een kind een concept te vormen van een ‘zelf’, wat de basis ligt
voor latere ontwikkelingstaken.
The Integrative Developmental Tasks of the Second Year: Self Recognition and Social Regulation
Vanaf vijftien tot achttien maanden beginnen kinderen zichzelf te herkennen in de spiegel, wat
wijst op een categorisch zelfconcept: een zelf met grenzen die de basis vormt voor actie,
communicatie en beweging.
Sociale regulatie: het kind kan sociale regels en conventies volgen en het normatieve framework
van de familie respecteren.
Socialisatie gericht op autonomie versnelt de zelfherkenning, socialisatie gericht op
verbondenheid versnelt de sociale regulatie.
o Socialisatie gericht op autonome verbondenheid versnelt beide.
The Achievements of the Third Year of Life: The Emergence of the Autobiographical Memory
De mogelijkheid om herinneringen in een verhaalstructuur op te slaan ontstaat wanneer de
taalontwikkeling een kind laat deelnemen aan gesprekken over afgelopen gebeurtenissen.
o De leeftijd waarop en de mate waarin kinderen dit kunnen is afhankelijk van de cultuur
en het culturele model (onafhankelijk, onderling afhankelijk of autonoom afhankelijk).
Further Steps in Self Development: The ‘Theory of Mind’
Theory of mind: kernbegrip van een ‘zelf’ met mentale staten en processen, met het begrip dat
behoeften, overtuigingen en emoties verschillen tussen personen.
o Bevat ook een begrip van valse overtuigingen.
o De leeftijd waarop een kind een theory of mind ontwikkelt is afhankelijk van de
sociaaleconomische situatie, aantal broers en zussen, opvoedstrategieën en hoeveel er in
de omgeving gesproken wordt.
o Kinderen die in een onafhankelijke of autonoom afhankelijke omgeving opgroeien
ontwikkelen hun theory of mind vroeger dan kinderen in een onderling afhankelijke
omgeving.
Instantiations of the Self
Pagina 3 van 24