Sportpsychologie – Hoofdstuk 5: Arousal, Stress en Angst
5.1. Arousal
Arousal = een niet-emotionele toestand waarin iemand geactiveerd is en gereed is om tot actie
over te gaan.
Arousal varieert van diepe rust (geen arousal) tot extreme opwinding (extreem veel arousal).
Bij de regulering van arousal spelen verschillende structuren in de hersenen een belangrijke rol:
reticulaire formatie, hypothalamus en het limbisch systeem.
Arousal is een eendimensionaal begrip, dat alleen op de dimensie intensiteit kan variëren. De
eendimensionale opvatting van arousal is geschikt om het meest centrale kenmerk van dit
begrip te typeren, namelijk de mate waarin iemand geactiveerd (opgewonden) is. Tegelijk is een
meer genuanceerde opvatting nodig waarin rekening wordt gehouden met de verschillen tussen
de arousal-reacties onderling en de uiteenlopende toestanden waarbij arousal optreedt.
5.2. Stress, angst en aanverwante begrippen
5.2.1. Stress
Stress treedt op als de eisen die aan iemand worden gesteld en de capaciteiten om aan die
eisen te voldoen niet met elkaar in balans zijn. Het gaat dan om eisen en capaciteiten zoals
die worden waargenomen door de persoon zelf en niet om de ‘objectieve’ eisen en
capaciteiten.
Schafer (1996): stress is het “geactiveerd zijn van lichaam en geest als reactie op de eisen
die gesteld worden”.
Stress is in deze omschrijvingen in principe emotioneel neutraal en niet per definitie
negatief.
Lazarus en Folkman (1984): “er is sprake van stress als de persoon de eisen die aan hem
worden gesteld als te hoog ervaart en dat het niet voldoen aan die eisen zijn welbevinden in
gevaar brengt.”.
Bij de neutrale omschrijving van stress wordt soms onderscheid gemaakt tussen eustress
(ook wel positieve stress genoemd) en distress (negatieve stress). Van positieve stress is
sprake als de eisen die aan de sporter worden gesteld, aanzetten tot extra alertheid,
maximale inzet, de situatie als uitdaging zien en dergelijke. Het mogelijk niet voldoen aan de
eisen kan ook gevoelens van angst opwekken en als negatief worden ervaren (negatieve
stress of distress).
Of een situatie stress teweegbrengt, is afhankelijk van 2 inschattings- of
beoordelingsprocessen (appraisal):
1. Een primair inschattingsprocess, waarin wordt beoordeeld of de situatie belangrijk is
voor de persoon en hoe zijn capaciteiten zich verhouden tot de eisen die gesteld worden.
2. Een secondair inschattingsprocess, waarin de persoon nagaat of hij over mogelijkheden
beschikt om met de (stress)situatie om te gaan (coping resources).
De inschattingen kunnen zo uitvallen dat er een stressrespons volgt. Deze wordt
gekenmerkt door een aantal fysiologische en psychologische reacties. De fysiologische
reacties (vaak omschreven als fight-or-flight response) stellen de persoon in staat de
omstandigheden die de stress veroorzaken aan te pakken of de situatie te ontvluchten.
De hypothalamus speelt hierbij een belangrijke rol.
1
, Als er twijfel is over het kunnen voldoen aan de eisen, resulteert een stressrespons waarbij
zowel fysiologische als psychologische veranderingen optreden. De stressrespons maakt de
persoon gereed om met de stresssituatie om te gaan (fight-or-flight response). Als dit niet
goed lukt en het welbevinden van de persoon in gevaar komt, is een van dep psychologische
reacties angst.
5.2.2. Angst
Angst (anxiety) = de emotionele reactie op een situatie die als bedreigend wordt ervaren of
op de anticipatie van zo’n situatie en wordt gekenmerkt door gevoelen van onzekerheid,
gespannenheid en nervositeit, zorgelijke gedachten, en lichamelijke reacties samenhangend
met activiteit van het autonome zenuwstelsel.
Bij angst wordt onderscheid gemaakt tussen angst als momentane toestand (state anxiety)
en angst als persoonlijkheidstrek (trait anxiety).
State anxiety = emotionele reactie op een bedreigende situatie.
Trait anxiety = de neiging situaties als bedreigend te interpreteren en daar met angst als
toestand op te reageren.
Ook wordt er een onderscheid gemaakt tussen cognitieve angst en somatische angst. Hier
kan echter ook het onderscheid weer gemaakt worden tussen trait en state.
Cognitieve angst = heeft betrekking op zorgelijke gedachten, negatieve verwachtingen over
het resultaat en gevoelens van onzekerheid en twijfel.
Somatische angst = heeft betrekking op het ervaren van de lichamelijke reacties die bij angst
horen: zich bewust zijn van de hartkloppingen, droge mond, klamme handen, etc.
ANGST
STATE-
TRAIT Angst als Angst als
toestand persoonlijkheidstrek
Cognitieve Somatische
DIMENSIES
angst angst
Positief Negatief
RICHTING
effect effect
5.2.3. Nervositeit en zenuwachtigheid
Het begrip nervositeit (nervousness) ligt dicht aan tegen het begrip angst (anxiety).
5.2.4. Spanning
Spanning = stress: het is onzeker of de sporter de eisen aankan en dat geeft spanning of
maakt het spannend.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Maxime12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,24. Je zit daarna nergens aan vast.