H1
1.3.1
a. Bewust onbeschonken bestuurder
b. Dat mensen goed nadenken voordat ze achter het stuur stappen met alcohol op
c. Het is een goed initiatief, maar het wordt niet serieus genomen door alle mensen. Als
je een bord langs de weg ziet staan dan heeft dat niet genoeg impact en zet het je
niet gelijk aan het denken. Cijfer: 6.
d. Onze klasgenoten hadden dezelfde argumenten
1.3.2
Het zou kunnen dat:
- Nieuwe wet wat betreft alcoholgebruik (in het verkeer)
- Mensen gebruikten ander vervoer meer dan de auto
- Het is een gemiddelde, dus dat geeft nooit een precieze meting
- Mensen gaan minder vaak het huis uit
- Er wordt minder alcohol verkocht
1.3.3
a. 0,2 mg per liter, beginnende of onervaren bestuurders zijn
b. Ja
c. 0,5 mg per liter, wat ook correct is, maar dan voor ervaren bestuurders
1.3.4
a. Verstandig, want oudere bestuurders hebben meer rijervaring, zijn verstandiger en
waarschijnlijk volwassener.
b. De anderen zijn het er mee eens
1.3.5
a. Tegenwoordig drinken 15-jarigen meer dan destijds, dus vallen deze getallen wel
mee en wordt dit beschouwd als normaal. Maar 783 kinderen onder de 18 per jaar in
het ziekenhuis is wel zorgwekkend. Kinderen onder de 18 horen niet te drinken, laat
staan in het ziekenhuis belanden.
b. Hetzelfde antwoord als a
H2
2.2.1
a. Je reactietijd is langzamer
b. Je kunt niet gelijk reageren op situaties, zoals wanneer je moet remmen
2.3.1
2.3.2
a. Een automatische reactie veroorzaakt door een prikkel
b. De reflex die door de sensorische zenuwcellen en de motorische cellen stroomt
zonder naar de hersenen te gaan.
c. Sensorische en motorische zenuwcellen
, d. Bij een reflex ben je je pas bewust van de handeling nadat deze is uitgevoerd en bij
een bewuste handeling denk je na tijdens en voor het uitvoeren van de handeling.
2.3.3
a. Voordeel: snel op de rem trappen
Nadeel: als je reflex systeem wordt verstoord kun je niet meer uit automatisme
handelen en moet je dus heel bewust gaan nadenken bij elke handeling.
b. Geconditioneerde handeling is aangeleerd, ongeconditioneerd is van nature.
c. Je ogen sluiten tijdens een botsing
d. Op de rem trappen
e. Ja, als je in een ongelukkige situatie komt weet je wat je moet doen als het nog een
keer voorkomt.
f. Net als bij een stoplicht, je mag niet door rood rijden. Als het venster rood was,
kregen de duiven ook geen voedsel, hoe vaak ze ook tikten. Bij een groen stoplicht
mag je wel doorrijden, de duiven kregen bij groen licht wel voedsel bij het tikken.
g. Geconditioneerd, want van nature kun je geen auto besturen, dat heb je geleerd. Het
is geen bewuste handeling, want je doet het uit reflex en daarna denk je pas na. Na
30 jaar rijervaring voelt het als een ongeconditioneerde handeling, maar dit is het
niet.
h. Bij d heeft alcohol zeker invloed omdat je reactievermogen langzamer wordt bij het
drinken van alcohol dus kan je minder snel ingrijpen bij situaties wanneer je moet
remmen, zo worden er botsingen veroorzaakt. Bij f heeft alcohol invloed op de
situatie omdat je van alcohol vaak meer durft en slecht doordachte beslissingen
maakt. Het zou dus kunnen dat je sneller door rood zal rijden. Bij g heeft alcohol
invloed doordat de geconditioneerde handelingen niet meer zo soepel gaan als
voorheen. Als je alcohol hebt gedronken, kun je niet meer zo goed de
geconditioneerde handelingen uitvoeren.
2.3.4
a. Er is een verschil tussen elektrische lading binnen en buiten het celmembraan. Dit
verschil zorgt voor een elektrisch veld dat essentieel is voor de overdracht van
signalen binnen het zenuwstelsel.
b. Als een zenuwcel geen impulsen meer geleidt, komt er een negatieve lading aan de
binnenkant van de cel ten opzichte van de buitenkant.
c. De binnenkant is negatief, dus de buitenkant is positief → Na+ en K+
d. De celmembraan heeft bepaalde eiwitten (ionkanalen) die bepalen welke ionen
kunnen passeren op basis van grootte, lading of andere eigenschappen.
e. Ladingsverdeling ontstaat door verschil in ionenconcentratie aan beide zijden van de
celmembraan. Het wordt geregeerd door actieve transportprocessen die ionen tegen
een concentratiegradiënt in pompen. Hierdoor ontstaat een elektrische potentiaal
over de celmembraan, wat een ladingsverdeling creëert.
f. Nee, want het vereist energie omdat de celmembraan actief ionen pompt om het
ionenconcentratieverschil te behouden.
2.3.5
a. Dat is wanneer het membraanpotentiaal van een neuron minder negatief wordt en
dichter bij nul of zelfs positief gaat.
b. Er vindt een instroming van natriumionen door de celmembraan via de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samenvatting3301. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,16. Je zit daarna nergens aan vast.