Stelling - discussie: “Er is een trend naar deregulering van het centrale onderwijsbeleid richting
vermindering en vereenvoudiging van de sturing door de overheid”
Stelling – discussie: “Er is een blijvend spanningsveld decentraal/centraal beleid
Eens: Mate waarin scholen eigen keuzes (kunnen) maken en accenten leggen is toegenomen
Oneens: Vlaamse toetsen, eindtermen, kleuring van middelen (middelen moeten geïnvesteerd een
specifieke werking, bv: professionalisering)… zijn initiatieven vanuit overheid om kwaliteit van
onderwijs te controleren
Implicatie: Om in context van deregulering en vergroten van autonomie onderwijskwaliteit te
waarborgen, moet de mogelijkheid voor scholen om de beleidsruimte te benutten groot zijn.
o opkomst van concept “beleidsvoerend vermogen van scholen”
o = in welke mate zijn scholen in staat om beleid te voeren?
1
,+ op hoogte blijven van actualiteit => casus uit actualiteit die je moet linken aan cursus
- Lerarentekort
- Inschrijvingen lerarenopleidingen stijgen
- Kwaliteitsdaling onderwijs al zichtbaar al in kleuterschool → meer inzitten op kennis in
kleuterscholen
- Pesten neemt toe
- regeerakkoord
1 DEEL 1: BELEID EN BELEIDSVOEREND
VERMOGEN
1.1 Invullingen van beleid als opstap naar
beleidsvoerend vermogen
Beleid is een abstract begrip, grote verscheidenheid aan invullingen, definities en omschrijvingen
Definitie (school)beleid - Glasbergen = geheel van aan elkaar in de tijd gerelateerde en
gestructureerde handelingen van verschillende leden van een schoolteam die beogen een vooropgesteld
doel te realiseren
Hij stelde 4 karakteristieken op om beleid te onderscheiden van niet-beleid=
1) Tijdselement: er moet een zekere chronologie/logica zijn achter handelingen
schoolorganisatie => handelingen aan elkaar gekoppeld, worden geïnitieerd door eerdere
handelingen, leiden tot nieuwe handelingen
2) Doelgerichtheid: activiteiten gestuurd door vooropgestelde te bereiken doelen => beleid
moet rond duidelijk geformuleerde vooropgestelde doelen werken en activiteiten moeten
hieraan verbonden zijn
3) Gestructureerd en geformaliseerd verloop: handelingen georganiseerd volgens duidelijk
gedragsvoorschriften, bevoegdheden en procedures (doordachtheid)
Kan zowel impliciet beleid of expliciet beleid zijn:
→ Impliciet: trend aanwezig, maar niet expliciet uitgesproken
→ Expliciet: beslissing genomen en gecommuniceerd
4) Betrokkenheid van verschillende actoren: bij de handelingen/activiteiten is er meer dan
één persoon betrokken => (gedeelde visie, gezamenlijkheid)
Geen zwart-wit, wel gezien als continua: “grijze zone” tussen “geen beleid” en “beleid” naargelang de
tegemoetkoming aan de vier karakteristieken:
2
, Opmerking: geen beleid is ook een vorm van beleid, niet goed, maar wel een vorm.
Opmerking: ene kenmerk kan meer/minder aanwezig zijn
1.2 Omtrent beleidsvoerend vermogen
Scholen moeten rekening houden met: verwachtingen en realiteiten vanuit overheid en maatschappij
Opmerking: Ellelange discussies over in hoeverre legt de overheid beleid op en in welke mate is de beleidsruimte van de school nog
voldoende groot voor veel autonomie voor scholen
Definitie Schoolbeleid bestaat uit 4 delen:
- mate waarin een school de haar beschikbare beleidsruimte (1.2.1)
- succesvol aanwendt om te komen tot (1.2.2) (cfr indicatoren/schoolkenmerken)
- en voortdurend proces van behouden of veranderen van haar functioneren (1.2.3) (cfr
kwaliteitszorg)
- met als doel het verbeteren van haar onderwijskwaliteit en het bereiken van de haar opgelegde en
eigen doelen (1.2.4)
1.2.1 OVER “BESCHIKBARE BELEIDSRUIMTE”
Evolutie onderwijsbeleid:
(algemeen: steeds meer eigen accenten leggen in schoolbeleid en minder door de overheid sterk
gereguleerd/gecontroleerd beleid => meer autonoom in te vullen beleidsruimte)
- Vroeger:
o zwaartepunt bij de overheid: gaven geheel van regelgeving die scholen dienden te volgen
en uit te voeren
o gevolg: sterke centralisering + externe evaluatie
o gevolg: kritiek van scholen
- Vanaf de jaren 90:
o Inzicht dat sterke regulering = belemmering voor beweegruimte van scholen
o steeds meer ruimte aan scholen om eigen schoolbeleid in te vullen
Proces van deregulering (minder regels vanuit de overheid)
decentralisatie (meer verantwoordelijkheid bij de scholen ipv
overheid)
autonomievergroting (scholen kunnen meer hun eigen beleid
uitstippelen)
- 2009:
o Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs: men gaat uit van de kracht en
beleidsvoerend vermogen van scholen om dit zelf uit te voeren…
“interne kwaliteitszorg”: decreetgever verwacht dat scholen zelf mee de
verantwoordelijkheid dragen voor het ontwikkelen en garanderen van onderwijskwaliteit
Twee sleutelelementen:
3
, 1. Beleidsruimte die scholen krijgen: Elke onderwijsinstelling is rekening houdend met haar
pedagogisch of agogisch project ervoor verantwoordelijk kwaliteitsonderwijs te verstrekken en het
geboden onderwijs kwaliteitsvol te ondersteunen (Art. 4)
2. De mate waarin scholen in staat zijn die ruimte succesvol aan te wenden (de realisatie van
Art. 4 veronderstelt dat de instelling een beleidsvoerend vermogen heeft om zelfstandig en
kwaliteitsvol beleid te voeren, Art. 5)
Gevolgen van de evolutie (keerzijde groeiende beleidsruimte):
1. Noodzaak tot meer verantwoording eigen handelen van scholen
o Overheid richt zich meer tot de behaalde resultaten
=> resultaten aflijnen en voorschrijven die onderwijs moet bereiken
=> regelgeving/controle verschuift zich van “het proces” naar “het resultaat/product”
2. Groeiende verantwoordelijkheid (aan/tov financierende en/of subsidiërende overheid)
o Niet altijd bevrijdend (ter verantwoording geroepen voor resultaten)
Verantwoordelijkheid/vrijheid is gecontroleerd (gericht op resultaten) EN relatief/beperkt te
noemen doordat er bij de ‘vrijheid’ die de scholen krijgen, zoveel bij komt kijken:
overlegorganen inroepen (meer nood aan participatie)
geconfronteerd met talrijke voorschriften zoals bv. veiligheid en hygiëne
o “decentralisatie, deregulering en autonomiebevrijding” niet altijd bevrijdend
o groeiende autonomie dus gepaard met grote intensiteit van verantwoording voor resultaten
=> daarom omarmt men “groeiende beleidsruimte” niet helemaal
o het lijken retorische verkondigde principes van autonomievergroting
(manipulatief/beeldsprakend)
Samenhang (verband) tussen beleidsruimte (v/d overheid) en beleidsvoerend vermogen (v/d
school) /// relatie beschikbare beleidsruimte en
mate beleidsvoerend vermogen:
Centrale kwestie (vanuit standpunt financierende en subsidiërende overheid): benutten scholen de
beleidsruimte die zij krijgen in de praktijk voldoende om de vooropgestelde doelen te realiseren?
→ overheid die beleidsruimte (autonomie) geeft, moet vertrouwen op beleidsvoerend vermogen
→ benutten scholen deze beleidsruimte? Nemen zij hun groeiende verantwoordelijkheid?
→ Beleidsruimte en BV staan niet los van elkaar: ontbreken van afstemming tussen beide leidt tot
spanningen die de kwaliteit van het onderwijs kunnen bedriegen
Beleidsruimte groot + beleidsvoerend vermogen klein:
o situatie levert spanning op, scholen kunnen de ruimte niet aan, er zijn risico's voor de
kwaliteit van het onderwijs
Beleidsruimte groot + beleidsvoerend vermogen groot:
o situatie levert geen spanning op, de kwaliteit van de benutting van de beleidsruimte door
scholen garandeert de kwaliteit van het onderwijs
!! geven van veel beleidsruimte enkel
effectief als scholen over voldoende
beleidsvoerend vermogen bezitten
Beleidsruimte klein + beleidsvoerend vermogen
klein:
o situatie levert geen spanning, maar is niet
wat men wenselijk acht, regulering biedt
garantie voor kwaliteit van onderwijs
Beleidsruimte klein + beleidsvoerend vermogen
groot:
o situatie levert spanning op, scholen
kunnen meer aan dan dat er ruimte is
(frustratie) of doen meer dan er eigenlijk kan
Samenhang beleidsvoerend vermogen en beschikbare beleidsruimte is cruciaal:
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudentUantwerpenOOW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,66. Je zit daarna nergens aan vast.