Oefententamen Methoden en technieken van onderzoek
Januari 2019
DEEL I : VIERKEUZE VRAGEN (Totaal 20 punten)
De eerste 20 vierkeuzevragen gaan over de tentamenstof van mevr. Rekers.
1. Je wilt onderzoek doen naar de invloed van de huiswerkbegeleiding door ouders op de
rapportcijfers van VMBO-leerlingen. Je voert het onderzoek uit op vijf middelbare scholen met
een VMBO-afdeling.
Wat zijn in jouw onderzoek de onderzoekseenheden?
a. VMBO-leerlingen
b. Ouders van VMBO-leerlingen
c. VMBO-afdelingen van scholen
d. VMBO-leerlingen en hun ouders
2. Voor een onderzoek naar factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van de leerkracht is het
onderstaande conceptuele model opgesteld.
sekse
↓
Opleidingsniveau →
↓ Leerkrachtvaardigheden
Aantal jaar ervaring →
Welke uitspraak over dit conceptuele model is juist?
a. Het enige directe kenmerk is leerkrachtvaardigheden.
b. Het enige indirecte kenmerk is sekse.
c. De directe kenmerken zijn opleidingsniveau en leerkrachtvaardigheden.
d. De indirecte kenmerken zijn opleidingsniveau en aantal jaar ervaring.
3. Welke typen prospectieve onderzoeksontwerpen kunnen worden onderscheiden?
a. Cross-sectioneel surveyonderzoek en case-control study.
b. Trendonderzoek, cohortonderzoek en panelonderzoek.
c. Beschrijvend, exploratief en toetsingsonderzoek.
d. Beschrijvend, exploratief, toetsings- en evaluatieonderzoek.
4. Welke uitspraak over proposities (uitspraken) bij toetsend onderzoek is niet juist?
a. Uit de proposities moet een hypothese af te leiden zijn die empirisch getoetst kan worden.
b. Proposities hangen logisch met elkaar samen en spreken elkaar niet tegen.
c. Proposities vormen het verklaringsmechanisme voor de bewering in de hypothese.
d. Proposities vormen samen het sluitstuk van een theorie over een bepaald fenomeen.
1
, 5. Zowel bij een zuiver experiment als een surveyonderzoek kan rekening worden gehouden met
controle kenmerken. Bij welk van de twee ontwerpen is de noodzaak om rekening te houden met
controlekenmerken het grootst?
a. Bij een zuiver experiment omdat hierbij gelijke omstandigheden tijdens de uitvoer belangrijker
zijn dan bij een survey.
b. Bij een zuiver experiment omdat hierbij de validiteit en betrouwbaarheid belangrijker zijn dan bij
een survey.
c. Bij een survey omdat hierbij geen random steekproeftrekking plaatsvindt.
d. Bij een survey omdat hierbij het derde variabelen probleem groter is dan bij een zuiver
experiment.
6. Wat is het belangrijkste probleem van een grote fractie selectieve non-response?
a. de externe validiteit van het onderzoek is in het geding.
b. de betrouwbaarheid van het onderzoek wordt problematisch.
c. het steekproefkader is niet compleet.
d. er ontstaat een disproportionele steekproef.
7. Welke van type van steekproeftrekking is geen steekproef met ongelijke kansen?
a. gelegenheidssteekproef
b. doelgerichte steekproef
c. clustersteekproef
d. quotasteekproef
8. Hoe is een Excel- of SPSS-datasheet met de onderzoeksdata gewoonlijk opgebouwd?
a. De construct-variabelen staan weergegeven als kolommen en de concept-variabelen als rijen in
het databestand.
b. De construct-variabelen staan weergegeven als rijen en de concept-variabelen als kolommen in
het databestand.
c. Elke respondent heeft zijn eigen regel in het databestand
d. Elke onderzoekseenheid heeft een eigen kolom in het databestand.
9. Hoe kun je het beste de begripsvaliditeit van een abstract kenmerk met een vragenlijst vaststellen?
a. door de Cohen's kappa te berekenen.
b. door de homogeniteit van de items over het abstracte kenmerk vast te stellen.
c. door zelf extra open vragen over het abstracte kenmerk te bedenken en toe te voegen.
d. door extra vragen uit een andere soortgelijke gevalideerde vragenlijst toe te voegen.
10. Welke uitspraak over een case control study is onjuist?
a. Het is een onderzoeksontwerp dat van oorsprong uit de medische wetenschappen komt.
b. Het is een onderzoeksontwerp waarbij de onafhankelijke variabelen gemeten zijn in het verleden.
c. Het is een vorm van cross-sectioneel onderzoek.
d. Het is een vorm van retrospectief survey onderzoek.
11. Waarom is de externe validiteit van een grootschalige survey in het algemeen hoger dan dat van
een kleinschalig zuiver experiment?
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukterstal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.