Socialezekerheidsrecht – Opdrachten + Antwoorden Klasien Hiemstra
Week 1 Inleiding en Arbeidsongeschiktheid (Wajong)
Vraag 1
Noem 3 verschillen tussen hoofdstuk 1:1a en hoofdstuk 2 van de Wajong.
H1a is de Wajong vanaf 2015.
H2 is de Wajong vanaf 2010.
H3 is de Wajong voor 2010.
Bij de Wajong voor 2015 (H2 + H3) wordt er gekeken naar algemene arbeidsongeschiktheid.
Bij de Wajong vanaf 2015 (H1a) wordt er gekeken naar duurzaam geen mogelijkheden tot
arbeidsparticipatie. Dus hier wordt alleen gekeken of je 1 taak binnen een functie of beroep kan
verrichten. Als dit niet zo is, dan heb je geen arbeidsvermogen (mogelijkheid tot arbeidsparticipatie).
- Bij de Wajong voor 2015 (H2) is de wachttijd 52 weken. Je moet hierbij dus 1 jaar lang kunnen
aantonen dat jij beperkt bent.
- Bij de Wajong voor 2015 (H2) moet je minimaal 25% arbeidsongeschikt zijn.
Deze twee voorwaarden heb je niet bij de Wajong vanaf 2015 (H1a). Bij H1a kijk je bij duurzaam
ongeschiktheid. Ook heb je geen wachttijd bij H1a.
Bij H1a heb je de uitsluitingsgrond “studerende”. Bij H2 heb je dit niet als uitsluitingsgrond.
De jonggehandicapte heeft bij H1a vanaf het moment dat hij recht op een uitkering, ook echt een
uitkering.
Bij de Wajong vanaf 2015 (H1a) hoef je niet te worden gere-integreerd, omdat je duurzaam geen
arbeidsvermogen hebt. Dit moet wel bij de Wajong voor 2015 (H2 + H3).
Vraag 2
Geef twee verschillen tussen de Wet WIA en hoofdstuk 1a van de Wajong t.a.v. duurzaam en
arbeidsongeschiktheid.
Bij de Wet WIA heb je 2 soorten uitkering (IVA en WGA). De Wajong heb je al 3 systemen (voor 2010,
2010 – 2015 en vanaf 2015).
Niet alle uitkeringen of voorzieningen van de Wajong loopt volgens functie. H2, H3 wel, maar niet
H1a. Dus niet alle voorzieningen gaan volgens het systeem van de Wet WIA. Dit heeft ermee te
maken dat de WIA een werknemersverzekering is, en de Wajong niet.
De wachttijd is bij H2 en H3 een jaar, bij de Wet WIA is de wachttijd 2 jaar.
Vraag 3
Wat is een doelgroepregister?
PDF register UWV. www.uwv.nl/werkgevers/Images/wat-is-het-doelgroepregister.dpf
Dit is een register die wordt beheerd door het UWV. Het UWV en de gemeenten werken hierin samen
en zij kunnen beide kandidaten instellen die geschikt zijn voor het doelgroepenregister. Dit kan zijn
vanuit de PW, ook de Wajongers vallen hierin. Zij hebben allemaal mogelijkheden om te werken.
Hierin komen mensen terecht met beperkingen. Dit kan vanuit de PW en de Wajong.
De registratie wordt direct beëindigt, als er sprake is van:
,- Duurzaam geen arbeidsvermogen.
- Overlijden.
- Bereiken AOW-leeftijd.
- Positief advies beschut werk.
Vraag 4
Kan een persoon in 2015 voor het eerst in aanmerking komen voor een voorziening op grond van de
Wajong?
Ja, dat kan. De Wajong bestaat nog steeds, maar de kans dat je er nog in komt is vrij klein.
Als je daar nu voor het eerst in wilt komen, dan kom je als hoofdregel in H1a terecht. Dit is het nieuwe
hoofdstuk waarin wordt gekeken of je duurzaam geen arbeidsvermogen hebt.
Vraag 5 NIET OP TENTAMEN !!
Hoe gaat de beoordeling van een aanvraag Wajong volgens hoofdstuk 1:1a Wajong in de praktijk?
- Stap 1 = de verzekeringsarts. Die gaat kijken of er nog behandelmogelijkheden zijn. Als je meteen
weet dat je niks kan, dan is het eigenlijk afgerond. Kan de arts dus meteen zeggen dat je nooit
meer aan het werk kan, dan meteen de Wajong in.
- Stap 2 = soms zijn er nog wel behandelmogelijkheden (medisch wel ernstig, maar niet zodanig
ernstig). Hierbij kijken welke behandelmogelijkheden er zijn.
- Stap 3 = de verzekeringsarts in samenspraak met de arbeidsdeskundige. Hierbij heb je
arbeidsvermogen en gaat de arbeidsdeskundige kijken welke taak je nog kunt uitvoeren. Wat kan
iemand dan nog.
, Week 2 Arbeidsongeschiktheid (Wajong)
Vraag 1
Geef aan wat er in de voor deze week voorgeschreven jurisprudentie van de CRvB in de zaken
feitelijk aan de hand was en welk oordeel uiteindelijk de CRvB heeft genomen.
2010 (H3)
Gaat over de oude Wajong (H3). In dit geval ging het om een ingezetene, jonggehandicapte, maar de
vraag was of het ging om een a of b grond. Hier was een b-grond. Het was een meisje die studerende
was, en vlak voordat zij zich had uitgeschreven van de opleiding, kreeg zij een psychose. Het bleek dat
ze wel 6 maanden stond ingeschreven. Centrale Raad zegt : ze is ingezetene en ze valt onder de B-
grond. (A-grond niet, want ze kreeg later de psychose). Hierbij moest er worden gekeken of zij
rechtstreeks en objectief ziek was.
Ze werd kort opgenomen in de GGZ, en zij had een bipolaire stoornis (manisch, maar ook depressies).
Hiervan kun je eigenlijk niet genezen. Zij ging daarna gewoon werken. Het UWV zei dat ze eigenlijk in
haar wachttijd heeft gewerkt en dus niet 25% arbeidsongeschikt is en daardoor geen
jonggehandicapte is.
Het UWV moet hierbij goed kijken hoe ze heeft gefunctioneerd met haar beperking. Het blijkt dat zij
wel is gaan werken, maar zij viel steeds uit. Ze meldde zich vaak ziek en heeft uiteindelijk weinig
gewerkt. Centrale Raad heeft hierdoor gezegd dat zij eigenlijk helemaal niet eens heeft gewerkt. In
dat opzichte was ze dus wel een jonggehandicapte.
H3, studerende Wajonger UWV moet kijken hoe ze in haar werksituatie heeft
gefunctioneerd met haar beperking.
2014 (H2)
Een jongen is later naar NL gekomen en geadopteerd door een NL familie. Hij bleek ernstig door de
adoptieouders te worden misbruikt, psychisch en seksueel. Hierdoor heeft hij op jonge leeftijd PTSS
opgelopen. De rechtbank had gezegd dat deze jongen duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is.
Hier is het UWV niet mee eens en gaat naar de Centrale Raad en de hoogste rechter zet een streep
door de uitspraak van de rechtbank. De Centrale Raad zei dat als er goed wordt gekeken dat de
jongen behoorlijke beperkingen heeft, maar dat er wel behandelingen mogelijk zijn waardoor het nu
even niet kan, maar dat het niet duurzaam is. Het is dus niet zo dat hij nooit meer aan het werk kan.
Met goede therapieën etc. is er een goede kans dat het niet duurzaam hoeft te zijn en dat hij wel
weer aan het werk kan.
(H1a) – basisuitspraak beoordelen Wajong 1a
Centrale Raad zegt dat je eigenlijk als verzekeringsarts heel concreet moet zeggen welke behandeling
mogelijk is en wat dat voor het individuele geval (dit geval) eigenlijk de prognose moet zijn. Dit is best
lastig om te kunnen motiveren. Je moet heel goed kijken naar de mogelijkheden.
Licht verstandelijke beperkte, met gedrags- en angststoornissen;. De verzekeringsarts zei dat hij heel
verstandelijk beperkt was, maar dat hij nog niet volgroeid was en dat dat naarmate wel verbeterd
zou worden. Dit was fout. Hij moet zeggen welke behandelingen mogelijk zijn en wat er met deze
behandelingen zou kunnen worden behaald.
Ook de arbeidsdeskundige moet heel concreet zijn. Niet alleen, ‘ze kan nog wel een taak uitvoeren’,
maar concreet welke taak en hoe precies.
Concreet dit uitleggen si moeilijk en lukt niet vaak, daardoor krijgen mensen vaak hun gelijk.
Uitsluitingsgrond – passantentermijn
TBS-jongere die steeds wisselt tussen detentie en Wajong krijgt uiteindelijk een TBS-maatregel. Die
wordt onherroepelijk. Hier gaat best wel een tijd overheen (passantentermijn). Hij zit dus vast, maar
voordat hij in de kliniek komt moet hij wachten. Die passantentermijn mag 4 maanden duren. Na
deze 4 maanden ben jij niet meer gedetineerd, ook al zit je wel vast. In het recht wordt dit ‘niet meer