College 1a – Algemeen
Zie gemaakte aantekeningen en de powerpoint.
Definitie fair value, fair value hiërarchie/ levels, waarderingstechnieken en relatie tussen de
verschillende levels
Fair value is de prijs dat zal worden ontvangen voor de verkoop van een actief of betaald voor het
doorgeven van een verplichting, waarbij beiden partijen op hetzelfde moment allebei alle informatie
hebben. Dus de prijs komt dat dan op een goede manier tot stand. Hierbij wordt er GEEN rekening
gehouden met transactiekosten.
Fair value is altijd extern georiënteerd en de bedrijfswaarde wordt gerelateerd aan een bedrijf.
Fair value kan op drie manieren tot stand komen. Vervolgens heb je drie verschillende levels die je
moet gebruiken om na te gaan hoe je op zo’n waarderingstechniek uitkomt, namelijk:
1. Er is sprake van een actieve markt en op ieder moment van de dag kan je de waarde bepalen
(alle factoren zijn bekend en er is geen informatie-asymmetrie (denk aan de beurs)). Fair
value wordt hier bepaald op basis van de marktwaarde.
2. Je hebt waarneembare marktfactoren, maar er wordt niets actief in gehandeld. Dit gaat
bijvoorbeeld op voor huizen (zijn allemaal identiek). Fair value wordt hier bepaald op basis
van de waarde van een vergelijkbare transactie.
3. Je hebt een uniek product of er is nog nooit iets van gekocht. Hierbij wordt de fair value
bepaald op basis van een waarderingsmodel (DCF). Wat zou de markt zien als netto
kasstroom van dit product?
Het spreekt voor zich dat level 1 het meest betrouwbaar is en dat de betrouwbaarheid vervolgens
steeds verder afneemt. Op moment dat er gebruik wordt gemaakt van level 3 zijn uitgebreide
toelichtingseisen verplicht.
Besluit Actuele Waarde, definities van verschillende actuele waarde vormen en wanneer
welke vorm van actuele waarde wordt toepast (bij welke balansposten)
De actuele waarde bestaat uit de volgende drie vormen:
- Actuele kostprijs (voorheen vervangingswaarde): betreft de actuele inkoop- of
vervaardigingsprijs op de dag van herwaardering -/- cumulatieve afschrijvingen.
Voorheen was vervangingswaarde ook mogelijk. Verschil hier tussen is dat er nu wordt
gekeken naar identieke actief met dezelfde ouderdom als ten tijde van de oorspronkelijke
verkrijging. Voorheen hoeft het niet per se ene technisch identiek actief te zijn voor de
vervangingswaarde.
- Opbrengstwaarde: het bedrag waartegen een actief maximaal verkocht kan worden -/- de
nog te maken kosten (verkoopkosten etc.)
- Bedrijfswaarde: contante waarde van de toekomstige kasstromen, die worden gegenereerd
vanuit een activapost die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf.
- Marktwaarde: dit is fair value (zie definitie hierboven).
De actuele waarde van activa of passiva wordt in BAW gedefinieerd als de waarde die is gebaseerd op
actuele marktprijzen of op gegevens die op de datum van waardering geacht kunnen worden relevant
zijn voor de waarde.
, - Wat is het verschil tussen MVA (IAS 16/RJ 212) en vastgoedbeleggingen (IAS 40/RJ 213)?
Wat zijn hiertoe de gevolgen voor waardering, resultaatbepaling, wel of niet sprake van
verwerking van afschrijvingen? Welke voordeel of nadelen heeft elke standaard?
- Welke waarderingsmodellen zijn toegestaan i.r.t. MVA? Hoe de recognition en measurement
van afschrijving, waardemutaties, op moment van waardemutatie en in latere jaren?
- Zelfde vraag voor vastgoedbeleggingen?
- Verwerking van de overgang (in dat jaar) tussen MVA, vastgoedbeleggingen en voorraden?
- En wat zijn de effecten in volgende jaren (m.n. bij waardewijzigingen)?
- Wat is de relatie met de verwerking van gerelateerde belastingen?
De waarderingsgrondslagen van de verwerking van onroerende zaken is hieronder opgenomen:
Het verschil tussen een vastgoedbelegging en MVA is dat MVA voor eigen gebruik is en
vastgoedbeleggingen worden gebruikt om huuropbrengsten en/of waardestijgingen te realiseren. De
definitie van MVA is dat het actief duurzaam wordt aangehouden en wordt gebruikt in de productie
of levering van goederen of diensten, verhuur aan anderen of voor bestuurlijke doeleinden. Dus MVA
betreft ook vastgoedbeleggingen. Echter zijn hier aparte richtlijnen voor, dus wordt dat anders
gewaardeerd.
De activeringscriteria zijn hetzelfde, namelijk:
, - Waarschijnlijk dat het toekomstig economische voordelen gaat genereren
- Kostprijs is betrouwbaar in te schatten.
Verder wordt er bij MVA altijd afgeschreven, ook al wordt er gewaardeerd tegen actuele waarde. Bij
vastgoedbeleggingen wordt er alleen niet afgeschreven op moment dat er gewaardeerd wordt tegen
actuele waarde. Bij waardering tegen actuele waarde wordt er niet afgeschreven.
Daarnaast kan het zijn dat er sprake is van een waardeverandering op moment dat er wordt
gewaardeerd tegen actuele waarde:
- MVA: er wordt een herwaarderingsreserve gevormd
- Vastgoedbeleggingen: in de winst-en verliesrekening komen de reguliere huuropbrengsten,
maar OOK de waardeverandering. Daarnaast wordt er onder de Nederlandse voorschriften
een herwaarderingsreserve gevormd. IFRS kent dat voorschrift niet, maar wordt het wel
voorgeschreven. De herwaarderingsreserve wordt gevormd tegen de winstbestemming of de
overige reserves.
Indien er bij MVA sprake is van een overgang van kostprijsberekening naar actuele waardeoordeel
wordt dit als stelselwijziging retrospectief verwerkt (RJ). De IFRS zegt echter prospectief als een soort
herwaardering.
Op moment dat er sprake is van een wijziging inzake afschrijvingen (restwaarde en gebruiksduur)
betreft dit een schattingswijziging en wordt dit verwerkt in het te controleren boekjaar en daarna
(niet meer terug).
Afschrijvingen kunnen als volgt plaatsvinden:
- Lineair
- Vast percentage van de boekwaarde
- Afschrijving op basis van de gebruiksintensiteit.
Soms voor afschrijving ook de componentenbenadering toegepast. Dit zie je bijvoorbeeld voor
gebouwen. Dit bestaat uit verschillende componenten en wordt dus ook verschillend afgeschreven.
Vaak heb je bij een gebouw of vliegtuig belangrijke bestanddelen, waar apart over wordt
afgeschreven. Verder heb je ook nog een overblijvend deel (overige bestanddelen). Op moment dat
alle afzonderlijke bestanddelen conform dezelfde gebruiksduur worden afgeschreven, mag dit
allemaal worden samengenomen samen met de overige bestanddelen. Als dit niet zo is, moet je ook
alle overige bestanddelen apart meenemen.
De classificatie van onroerende zaken betreft:
, Op moment dat er sprake is van een herclassificatie gebeurt er het volgende:
Earnings management definities, motivatie voor en methoden van winststuring
Earnings management komt met name voor op moment dat er sprake is van oordeelsvorming. Het
management kan hiermee namelijk sturen.
PAT (Positive accounting theorie) geeft aan dat er verschillende mogelijkheden zijn voor earnings
management:
- Bonus plan (tussen bogey en cap winstmaximalisatie; boven cap winststuring naar maximale
bonus; onder Bogey winst maximaliseren)
- Debt covenants: op moment dat de leningsvoorwaarden niet worden gehaald zal er ook
mogelijk ook worden gestuurd met de winst.
- Politica cost: winst verminderen om maatschappelijk kritiek te voorkomen.
Overige redenen om te sturen met de winst zijn:
- Voldoen aan verwachtingen van analisten (als dit niet wordt gehaald, daalt de koers)
- Reputatiebescherming
- Beursintroductie (voordat je toetreed tot de beurs worden de winsten verhoogd)
- Belastingredenen (belastingdruk verminderen door LIFO)
- Aantreden nieuw management (alle shit nu nemen)
Methoden van winststuring:
- Reële transacties (stuffing the Channels; transacties met verbonden partijen; lege ruil;
verkoop met terugverkoopverplichting)
- Accounting policy choice (accruals) (lifo / fifo of actuele waarde; revenu recognition;
impairment; voorzieningen; afschrijvingen)
Earnings management en gebruik van keuzes binnen Dutch GAAP en IFRS en mogelijke
consequenties voor gepresenteerde cijfers.
Voor earnings management kijken naar de vragen en beetje googlen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marcomorren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.