Wft Schade Particulieren
Hoofdstuk 1 – Algemene verzekeringskennis
Verzekeringsrecht is vastgelegd in boek 7, titel 17 BW.
Verzekering -> ene partij is verplicht om premie te betalen, de ander heeft de plicht om de schade uit
te keren.
Vermogen kan aangetast worden als je geen WA-verzekering of rechtsbijstand hebt.
Twee soorten verzekeringen:
- Schadeverzekeringen -> verzekering strekkende tot vergoeding van vermogensschade die de
verzekerde zou kunnen leiden. Heeft betrekking op een object of een dienst. De verzekeraar
vergoedt het schadebedrag dat is ontstaan na een op de polis gedekte gebeurtenis.
Voorbeelden: woonhuisverzekering, aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren, WA-
verzekering auto, zorgverzekering, reisverzekering.
Indeling schadeverzekeringen (tt):
o Brandverzekeringen (opstal, inboedel, kostbaarhedenverzekering)
o Transportverzekeringen (schepen, vrachtwagen etc.)
o Variaverzekeringen (alles wat niet onder brand en transport valt). Bijv. auto,
ziektekosten, ongevallenverzekering,
- Sommenverzekering - > vergoeden niet de geleden schade, maar een vooraf afgesproken
bedrag als het verzekerde evenement zich voordoet
Uitzondering: er is één schadeverzekering die onder sommenverzekeringen valt: de
ongevallenverzekering. Dit is de enige schadeverzekering die ook uitkeert bij overlijden.
Tentamenvraag: Welke schadeverzekering is een sommenverzekering? De ongevallenverzekering.
Persoonsverzekering -> verzekeringen die zijn afgesloten in verband met het leven, de dood of de
gezondheid van de mens. Kan zowel een sommen- als schadeverzekering zijn. Het zijn onopzegbare
verzekeringen. VB: De zorgverzekering is een schadeverzekering en een persoonsverzekering. De
ongevallenverzekering is een sommenverzekering en een persoonsverzekering.
Indemniteitsbeginsel -> een verzekerde mag er door een schade financieel niet op vooruit gaan.
Vermogen mag niet groter worden. Het beginsel is alleen van toepassing op schadeverzekeringen,
niet op sommenverzekeringen (hierbij wordt geen schade vergoed). Als er sprake is van een taxatie,
mag van het beginsel worden afgeweken.
Eigen gebrek -> een voorwerp verkeert in een bepaalde staat waarin het niet behoort te verkeren
(heeft alleen betrekking op voorwerpen, dus bezitsverzekeringen). Eigen gebrek is niet gedekt. Het
kan wel worden meeverzekerd, maar dan moet het vermeld worden in de verzekeringsovereenkomst
(renunciatie). Volledige renunciatie = dekking eigen gebrek & gevolgschade. Gedeeltelijke
renunciatie = dekking gevolgschade. VB eigen gebrek: rotte appels, geroest staal.
Verzekeraar vergoedt geen schade die ontstaan is door opzet of roekeloosheid (= grove schuld).
Heeft alleen betrekking op bezitsverzekering.
Bezitsverzekering -> schadeverzekeringen waarbij schade aan een object verzekerd is. Dit object
noemt men het gevaarsobject.
,Mededelingsplicht -> verzekerde heeft mededelingsplicht (alle feiten mededelen).
Gevolgen van niet voldoen aan mededelingsplicht: polis wordt beëindigd, polis wordt onder
bepaalde voorwaarden voortgezet, of er verandert niets.
Causaliteitsbeginsel -> de verzekeraar moet gewoon uitkeren, wanneer het feit dat niet is
meegedeeld geen verband houdt met de schade die zich heeft voorgedaan. Om een beroep te
kunnen doen op de mededelingsplicht, moet de verzekeraar een causaal verband kunnen aantonen
tussen het niet meegedeelde feit en de ontstane schade.
Polis -> het bewijs van het bestaan van de verzkeringsovereenkomst. Een verzekeringsovereenkomst
kan ook bestaan zonder dat er een polis is afgegeven (aflopende of kortlopende verzekeringen)
Clausule -> geeft de afwijking op de polisvoorwaarden weer
Oververzekering -> de verzekerde som is hoger dan de daadwerkelijke waarde. Werkelijke waarde
van de schade wordt uitgekeerd.
Onderverzekering -> de verzekerde som is lager dan de daadwerkelijke waarde van de schade (% te
weinig verzekerd * geleden schade krijg je uitgekeerd).
Samenloop -> de verzekerde heeft het risico op meerdere polissen verzekerd (bijvoorbeeld bij 2
verschillende maatschappijen). De eerst benaderde verzekering gaat voor en deze dient de schade te
vergoeden.
Bereddings- en expertisekosten -> als je schade hebt komt een expert kijken (= expertisekosten).
Kosten voor blussers en blusdekens etc. vallen onder bereddingskosten. Deze worden betaald door
de verzekeraar.
Subrogatie -> je treedt in de rechten van een ander. Autoschade, je hebt geen schuld.
Levensverzekering keert uit bij overlijden of bij leven (= sommenverzekering).
Voorbeelden van levensverzekeringen:
- Spaarverzekering
- Pensioenverzekering
- Overlijdensrisicoverzekering
Verplichte verzekeringen (tt vraag):
- Zorgverzekering
- WA-verzekering motorrijtuigen (wettelijke aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen)
- Aansprakelijkheidsverzekering bij jagen. Mensen die gaan jagen hebben verplicht een
aansprakelijkheidsverzekering nodig.
Vrijwillige verzekeringen -> risico’s waarover iedereen individueel beslist of hij zich er wel of niet
tegen in wil dekken (inboedel, etc).
Niet-verzekerbare risico’s -> catastrofe risico’s (molest, atoomkernreacties, aardbevingen,
vulkaanuitbarstingen, overstromingen).
Systematiek van verzekeren:
Verzekeringsbedrijf wordt uitgeoefend door:
- Onderlinge waarborgmaatschappijen (Klaverblad): geen winstoogmerk (geven de winst terug
aan de klant), aandelen zijn niet op de beurs. Zijn niet goedkoper.
- NV’s: wel winstoogmerk (aegon, NN, ohra, interpolis, etc)
Verzekeringsmaatschappijen streeft naar de wet naar de grote getallen: zo groot mogelijke
verzekeringsportefeuille.
,Elke schade die gemaakt wordt in NL wordt geregistreerd (tt).
Twee methoden voor risicospreiding: reserveren en herverzekeren.
De prijs van een verzekering = premie.
Hoe hoog de premie wordt adhv statistische gegevens berekend.
Zowel bij sommen als schadeverzekering bestaat de prijs van een verzekering uit:
Risicopremie + kosten + winst = totaalpremie
Hier hoort nog assurantiebelasting bij, maar hoort NIET bij de premie (tt).
Bij levensverzekeringen komt er ook nog een spaarpremie bij.
Toezicht op verzekeraars:
- DNB: prudentieel toezicht. (toezicht of banken niet omvallen)
- AFM: houdt toezicht op gedrag / tussenpersonen.
- Kifid: klachteninstituut. Elke klant kan naar een klachteninstituut gaan.
- Samenwerkkingsvormen
- Brancheverzekeringen
- Andere vormen: DAK (heeft aanstellingen van alle verzekeringen in NL, via DAK kan je polis
onderbrengen om de belangen van de klant te behartigen). En franchise.
FISH -> 1998
Alle schades die gemaakt worden, worden geregistreerd. Kan ertoe leiden dat
verzekeringsmaatschappijen je weigeren.
Verzekeringsovereenkomst:
- Onopzegbare polis -> bijv. zorgverzekering. Basisverzekering is onopzegbaar. Aanvullende
verzekering is wel opzegbaar (tt).
- Doorlopende polis -> als je de verzekering niet opzegt, gaat hij vanzelf door (auto-,
woonhuisverzekering).
- Aflopende polis -> voor bepaalde tijd afgesloten, begint en eindigt automatisch
(reisverzekering, tijdelijke overlijdensrisicoverzekering).
Premiebetaling -> je bent verplicht te betalen. Bij levensverzekeringen heb je geen
premiebetalingsplicht, bij schadeverzekeringen wel. Als je niet op tijd betaald, vervalt de dekking (pas
14 dagen nadat de verzekerde geattendeerd is dat hij moet betalen).
Opzegbaarheid van een polis:
Vanaf 2010 zijn 10jarige contracten afgeschaft (eerst verplicht 10 jaar overeenkomst). Vanaf toen:
verzekeringsovereenkomst mag max 1 jaar gelden. Na dat jaar kan je iedere maand opzeggen.
Wanneer is een polis opzegbaar (tt)? -> 1 maand
Voor zakelijke verzekeringsovereenkomsten geldt een periode van 3 jaar.
Aanpassingsclausule (blocbepaling) = verzekeraar kan tussentijds de premie en/of voorwaarden
aanpassen.
Totstandkoming verzekeringsovereenkomst:
- Aanvraagformulier wordt ingestuurd
- Voorlopige dekking -> verzekeraar geeft voorlopige dekking voor verwerkingstijd
- Acceptatie
- Polis -> vormt bewijs van bestaan van de verzekering
- Ingang van de dekking
- Polisvoorwaarden
Premiebetaling binnen 30 dagen vervaldag. Vervaldag is dag dat je polis afloopt.
, Prijs van een verzekering bestaat uit:
1) Premie
2) Polis-, incasso- en administratiekosten
3) Assurantiebelasting
Deze kosten worden aan de verzekerde in rekening gebracht.
Kale premie = premie * verzekerde som
Poliskosten + kale premie = totale premie
Assurantiebelasting 21% over totale premie (dus premie incl. polis-, incasso- en administratiekosten).
Verzekeringsvormen waar geen assurantiebelasting over wordt geheven (tt vraag):
- De levensverzekering = persoonsverzekeringen.
- De ongevallen- en arbeidsongeschiktheidsverzekering.
- Zorgverzekering
- Goederentransportverzekering
- Herverzekeringen
Oftewel: alle persoonsverzekeringen, goederentransport- en herverzekeringen.
Schadeafhandeling:
- Schademelding: moet zsm plaatsvinden nadat de verzekerde van de schade op de hoogte is
of kan zijn. Vervolgens schadeaangifteformulier.
- Bewijslast: verzekeraar beoordeelt of het een gedekte gebeurtenis is of niet.
- Verplichtingen bij schade:
o Verzekerde dient de schade z.s.m. te melden
o Verzekerde dient alle maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van (meer)
schade (= beredding).
o Verzekerde dient alle medewerking te verlenen bij het afwikkelen van de schade.
- Vaststellen schade door expert
- Uitkering
- Eigen risico / franchise (drempel).
- Opruimingskosten -> worden boven verzekerde som vergoed, met max. van 10% *
verzekerde som.
Medische variaverzekeringen en leven polissen kunnen niet door verzekeraar worden opgezegd.
Soorten polissen:
- Maatschappijpolissen -> auto, inboedel, opstal, reis, etc.
- Makelaarspolissen -> polissen die op maat gemaakt worden (bijv maquette architect).
- Beurspolissen -> polissen waar vaak hele grote/dure risico’s aan verbonden zijn.
Nadere kijk op verzekeringen, factoren die een rol spelen bij de totstandkoming:
- Wilsovereenstemming
- Geoorloofde afspraak: geoorloofd volgens de wet. Het moet volgens de wet mogen.
- Handelingsbekwaamheid: > 18 jaar. Onbekwaam: mensen onder curatele. <18 jaar en
handlichting? -> handelingsbekwaam. Handlichting geldt alleen voor zakelijke dingen.
Contra proferentem clausule -> als de verzekeraar een aanvraagformulier onduidelijk heeft gemaakt
en als er niet duidelijk omschreven is wat er gedekt is gaat dat altijd in het voordeel van de
verzekerde. Verzekeraar moet betalen.
Dwingend recht -> kun je niet omheen (bijv. wettelijk erfrecht).