14 januari 2020
Examenvoorbereiding
Rekenen
Verhoudingstabellen
1
a. 100
24
1,35 106 = 5,625 106 b. 10,07
1,05
€9,59
Breuken
2
a. = 45
7 3
9 5
21
= 157 c. 3
4
+ 51 = 15
20
+ 204 = 19
20
b. 2
: 3 = 92 103 =
9 10
20
27
d. 13
28
− 76 = 13
28
− 28
24
= − 28
11
3
a. 6
25
650 = 156 c. 13
125
50 000 = 5200
b. 4
9
81000 = 36 000 d. 2
17
8585 = 1010
4
a. 3
7
€ 350 = € 150 en 74 € 350 = € 200
b. 5
12
€ 648 = € 270 en 127 € 648 = € 378
c. 4
7
28 = 16 jongens en 3
7
28 = 12 meisjes
Tijden
5
a./b. 2.45.21 komt overeen met 2 3600 + 45 60 + 21 = 9921 sec.
gemiddelde snelheid = 429921
195
4,25 m/s 15,31 km/u
c. Ze doet daar 43,6
82,5
0,53 uur over. Dat is ongeveer 32 minuten.
Examenopdrachten
6 Autobanden
h = 0,65 185 120,25 mm en d band = dvelg + 2h = 14 2,54 + 2 12,025 = 59,61 cm.
De diameter van de band is ongeveer 60 cm.
7 Comfort Class
a. 76 cm uit elkaar: O = 41 7 299 = 65 723 euro.
84 cm uit elkaar: 4176
84
= 37 rijen. O = 37 7 (229 + 49) = 72 002 euro.
Dit levert € 6279,- extra op.
b. 4 6 p + 10 7 278 17 7 229
24 p 7791
p 324,63
8 Olie
20 071000159
a. Olieconsumptie 293106
10,9 liter per inwoner per dag.
Consumptie = 1147,7 10
77 106 vaten per dag.
9
b.
41365
c. R/C is constant, dus als C iets is toegenomen moet R ook toegenomen zijn.
1
Uitwerkingen 5 havo wiskunde A, Examenvoorbereiding
, 14 januari 2020
Grafieken, formules en tabellen
Grafieken tekenen
9 3500 N
3000
10 2500
a.
2000
b.
1500
1000
500
t
0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
De rekenmachine
11
a. Voer in: y1 = 4 x 0,7 + 25 x en kijk in de tabel: bij x = 24 is de uitkomst 637
b. Bij x = 3,7 is de uitkomst 102,5
12
a. Voer in: y1 = 120 − 84 0,95 x en y 2 = 100 − 0,5 x intersect: x 20,06
b. Voer in: y1 = 120 − 84 0,95 − 0,5 x x
maximum: y 89,26
Grafieken aflezen, interpoleren en extrapoleren
13 Als de grafiek nagenoeg recht is, is een schatting door interpolatie vrij nauwkeurig.
Een voorspelling doen in de toekomst is onnauwkeuriger omdat je niet weet hoe het
verloop zich ontwikkelt.
Stijgen en dalen, maximum en minimum
14 AB: toenemende stijging BC: afnemende stijging CD: geen stijging en geen
daling DE: afnemende daling EF: constante stijging
15
a. Voer in: y1 = 2 x 3 − 15 x 2 + 24 x + 10
maximum: 21 voor x = 1 minimum: -6 voor x = 4
b. De grafiek is stijgend op ,1 4 , →
Snijpunten assen
16
a. met de y-as: y = 2 + 1−30 = 5 (0, 5)
met de x-as: 2 + 1−3x = 0
3
= −2
1− x
1 − x = −32 = −1 21 (2 21 , 0)
x = 2 21
b. omdat 5 0,7x 0 voor alle waarden van x.
c. y = 5 0,70 = 5 (0, 5)
2
Uitwerkingen 5 havo wiskunde A, Examenvoorbereiding