Samenvatting Visuele Identiteit
Alle tentamen onderwerpen a.d.h.v. leerdoelen in de handleiding
Inhoud
Basiselementen van visuele identiteit:...............................................................................................2
Begrippen...........................................................................................................................................2
Modellen visuele identiteit.................................................................................................................2
Identiteitsstructuren...........................................................................................................................7
Analyse-synthese model (AS-model)..................................................................................................7
Gestaltwetten.....................................................................................................................................9
Semiotiek............................................................................................................................................9
Retoriek............................................................................................................................................11
,Basiselementen van visuele identiteit:
1. Logo: een logo is een belangrijk onderdeel van een merk. Dit kan bijvoorbeeld hetgeen zijn waaraan je
het merk kan herkennen.
2. Kleur: de kleur creëert emotie en toont merkidentiteit, dit geeft het merk een betekenis. De betekenis
van de kleur wordt bepaald door tijd, ruimte en cultuur (connotatie). Denk aan het rood van Coca Cola
en het groen van Heineken.
3. Typografie: Typografie is de manier waarmee het logo etc. geschreven kan zijn. Dit kan met schreef,
schreefloos, hoofdletters of in kleine letters zijn. Als een merk er echt uit wil springen, heeft het zijn
eigen lettertype. Zoals wederom Coca Cola en Heineken.
4. Compositie/lay-out: de manier waarop een merk hier mee omgaat kan ook erg belangrijk zijn en iets
zeggen over het merk. Hoe richten ze de winkel in? Rommelig of juist erg overzichtelijk. Hoe zien de
reclame-uitingen van het merk eruit? Ziet het er strak en netjes uit of meer wat chaotisch.
5. Fotografie/illustratie: dit is ook erg belangrijk. Hierdoor kan een merk zich onderscheiden als het
bijvoorbeeld aantrekkelijke foto’s en/of illustraties maakt.
6. Patroon/vorm: het is belangrijk om een vast patroon/vorm aan te houden, anders wordt het
rommelig.
7. Materiaal: men kan bijvoorbeeld producten herkennen door een bepaald soort materiaal waarvan het
gemaakt is.
8. Geluid: Jingles, ringtones, intercom etc. Dit wordt vaak gebruikt om men het merk te laten herinneren.
Het kunnen ook geluiden zijn die het product maakt, denk aan een Harley Davidson motor.
9. Beweging/vorm: dit kunnen bijvoorbeeld de manier zijn waarop het logo verschijnt/verdwijnt,
reclamefilmpjes van het merk etc.
Begrippen
Identiteit: hoe de organisatie zegt dat ze zijn
Gewenste identiteit: organisatie-identiteit zoals de leiding van de organisatie die graag ziet. Dit wil niet zeggen
dat zij in werkelijkheid ook zo bestaat. De gewenste identiteit vormt een doel waarnaar gestreefd wordt.
Werkelijke identiteit: is dat de medewerkers kenmerkend vinden voor de organisatie. Hoe typeren zij de
organisatie, wat zijn zwakke en sterke punten, welke karakteristieken geven ze? Het geeft aan hoe de
werknemers het bedrijf beleven en zien.
Fysieke identiteit: alle elementen van een organisatie die je kunt zien, horen, voelen en ruiken. Alle punten
waarmee externe belangengroepen in contact komen met de organisatie (Denk hierbij aan: naam, huisstijl,
producten, reclame, uiterlijk van de winkel, bedrijfsauto’s, aanwezigheid tijdens events en beurzen, gebouw.
Alles wat uit de basis bestaat)
Visuele identiteit: hoe ze zich laten zien en onderscheiden. (bestaat uit: logo, kleur, typografie, fotografie etc.
Zie lijst)
Imago: het beeld dat belangengroepen op dit moment hebben van een organisatie door een bepaald moment.
Modellen visuele identiteit
Waarom modellen?
- Hanteren ordeningsprincipes
- Brengen ordeningen aan
- Dwingen data in modellen
- Vereenvoudigen de data
- Vervormen de data
, 1. Alina Wheeler: Touchpoint
De touchepoint van Alina Wheeler zijn alle factoren die invloed hebben op de visuele identiteit van een
organisatie. Deze factoren zijn vaak de uitingen van de organisatie.
Belangrijk om te kijken is: Hoe spelen de touchpoints (reclame etc.) in op de communicatie van de brand?
Belangrijke factoren die invloed hebben op de identiteit: nationaal, persoonlijk, globaal, regionaal en virueel.
Belangrijke vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn:
- Wie ben je?
- Wie moet het weten?
- Hoe zullen zij het vinden?
- Waarom zouden zij betrokken zijn?
De uitwerking van dit model is gedaan in 3 vormen:
1. Pre Purchase Expeience: dit is alles wat een consument tegen kan komen voordat hij/zij een aankoop
gaat doen. Dit zijn onder andere: de website, advertentie, social media, mail en de aanblik van de
winkel voor dat men naar binnen gaat.
2. Purchase Experience: dit is alles wat de consument ervaart tijden de aankoop. Dit zijn onder andere:
verpakking, verkoop(st)er, displays en evenementen die eventueel gaande zijn in de winkel.
3. Post Purchase Experience: dit is alles wat de consument ervaart nadat hij/zij de aankoop heeft
gedaan. Dit zijn onder andere: enquêtes, nieuwsbrief en klantenservice.
Brand Touchepoint Wheel (Alina Wheeler)
2. Wally Olins: Vectoren (manifesteert fysieke identiteit a.d.h.v. 4 vectoren)
‘’De manier waarop de organisatie zichzelf presenteert is de identiteit, wat verschillende groepen mensen
interpreteren is het imago.’’ – Wally Olins.
Een identiteit van een organisatie is gebaseerd op verschillende elementen. Als een organisatie van identiteit
verandert, kan dit negatief of positief uitpakken. De totaliteit (alles wat het bedrijf doet) is de identiteit. Alles
wat een bedrijf doet kan invloed hebben op hoe verschillende groepen het bedrijf zien, wat invloed heeft op
het imago.