Tentamenstof Onderzoek 2.
Aan de hand van de leerdoelen uit de handleiding – Hogeschool Inholland Diemen
1. Je toont aan de aanpak te kennen van operationaliseren van diffuse begrippen uit de
onderzoeksvragen met behulp van het ‘definitie, dimensie, indicatoren’-model.
Operationaliseren: het meetbaar maken van een diffuus begrip.
Diffuus begrip: is een complex begrip, die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
- Ontleden van definitie meetbaar = meten. Diffuus = vraag, meerdere uitleg mogelijk. Dus
dat je het begrip omzet naar een of meerdere variabelen.
- Dit begrip is belangrijk om uit te vinden hoe je je onderzoeksvraag zo goed mogelijk kan
stellen.
- Variabelen hebben een meetniveau
Meetniveaus variabelen
1.Nominaal: tekst als antwoord, heeft geen vaste volgorde. (geslacht, woonplaats etc)
Meer categorieën van elkaar onderscheiden zonder onderliggende structuur
Geen hiërarchie in de verschillende categorieën
Kan niet hoger of meer zijn (zoals religie/geloof)
2.Ordinaal: tekst als antwoord, heeft wel een volgorde. (Opleidingsniveau, leeftijd in categorieën etc)
Variabelen met meerdere categorieën
Wel een onderliggende structuur of richting
Wel degelijk hoog of laag. Maar bijvoorbeeld niet 2 x zo veel (Zoals opleidingsniveau)
3.Interval en ratio: getallen. SPSS noemt deze laatste categorie SCALE.
- interval: geen nulpunt (tempratuur in Celsius)
Variabelen die en een hiërarchie hebben en waarmee je kan rekenen (optellen/aftrekken)
Kan in de min en plus
- ratio: absoluut nulpunt (leeftijd en inkomen)
‘Top-of-the-bil’. Hiermee kan alles (ook vermenigvuldigen en kwadrateren)
Voorbeelden: lengte en gewicht. 0 cm is geen gewicht en 1,60 m is 2 keer zo groot als 0,80 m
Aanpak om te operationaliseren in 4 stappen
1. Definieer het begrip
2. Onderscheid dimensies (deelaspecten)
3. Per dimensie indicatoren bedenken/zoeken
4. Indicatoren vertalen in items (enquêtevragen, observatiecategorieën)
*elke enquêtevraag moet een bestaansrecht hebben. Waarom stel je deze vraag?
Voorbeeld bij diffuus begrip ‘Socialmediagebruik’
1. Definitie: het gebruiken van digitale media die mensen zich laten met de sociale omgeving
waarin zij zich bevinden.
2. Dimensies: gebruiken, digitale media, verbinden, sociale omgeving
3. Indicatoren: frequentie van gebruik, intensiteit van gebruik, gemiddelden tijdsduur van
gebruik
4. Enquêtevraag als item: ik gebruik Twitter …. keer per week
Waarom operationaliseren goed is?
, - Zorgt voor een hogere kwaliteit van je onderzoek
- Het is een bijdrage aan validiteit. Je geeft concreet aan wat je wilt en gaat meten
- Minder grote rol van toeval. Dus de meting zal betrouwbaarder zijn
Modus: de waarneming die het meest voorkomt in een reeks is de modus. In andere woorden, de
waarneming met de hoogste frequentie.
Mediaan: middelste getal in de waarnemingen als je die getallen op volgorde zet.
- Oneven aantal: middelste getal nemen
- Even aantal: twee getallen samen moeten nu het midden gaan vormen. Als er 10
waarnemingen zijn, is dus het middelste waarnemingsgetal (10 + 1) / 2 = 5,5e getal.
Gemiddelde: Alles bij elkaar optellen gedeeld door het aantal waarnemingen.
2. Je toont aan een beargumenteerde keuze te kunnen maken uit de onderzoeksmethoden survey
en experimenteel (kwantitatief onderzoek) en de onderzoeksmethoden casestudy, focusgroep en
veldexperiment (kwalitatief onderzoek).
Onderzoeksmethoden
Kwalitatief onderzoek
- Actieonderzoek: wanneer je veranderingen wilt aanbrengen in een situatie om een sociaal
probleem op te lossen.
- Casestudy: een vorm van kwalitatief onderzoek waarin verschillende methodieken als
diepte-interview, observaties en documenten worden ingezet op een sociaal fenomeen te
onderzoeken.
- Focusgroep onderzoek: interview met meer dan één persoon. Vooral openvragen.
Belangrijke functie: interactie tussen groepsleden helpt bij het boven tafel krijgen van
diepere inzichten.
- Veldexperiment: bestuderen van gevolgen van een bewuste verandering in een bestaande
praktijk.
Kwantitatief onderzoek
- Experiment: onderzoeker brengt verandering aan in bestaande situatie.
wordt gekozen bij: toetsen op causaliteit, relatief weinig betrokken, kleine aantal variabelen
- Survey: onderzoeker brengt geen verandering aan.
3. Je toont aan op grond van de kenmerken van een dataverzamelingsmethode en de
randvoorwaarden waarbinnen het onderzoek plaatsvindt een beargumenteerde keuze te kunnen
maken voor de meest geschikte dataverzamelingsmethode uit deskresearch, (mondeling)
interview, observatie en enquête.
Dataverzamelingsmethoden
Kwalitatief onderzoek
- Bestaande documenten
Voordelen: het bespaart tijd en geld, materiaal wordt niet beïnvloed door onderzoeker,
minder ethische problemen, toegankelijkheid, meervoudig bruikbaar
Nadelen: informatie is uit tweede hand, informatie kan gecensureerd, gekleurd en/of
onvolledig zijn, kwaliteit kan laag zijn
- Interview