Volwassenen in gedwongen
kader
Les 1
Inleiding, reactance, weerstand en motivatie
Forensische psychiatrie
Forensische psychiatrie is de bijdrage van de psychiatrie in wetenschappelijke en praktische zin aan de
rechtspleging. Forensische psychiatrie wordt vooral gebruikt in het kader van het straf(proces)recht.
De psychiatrie heeft tot taak de diagnostiek en behandeling van mensen met psychische stoornissen. Deze
kunnen zich manifesteren als afwijkend gedrag en als afwijkingen in het denken en het gevoelsleven.
Inleiding
Vanuit het oogpunt van justitie wordt de levensgeschiedenis beoordeeld op de mate van schuld en/of
toerekening en geldt primair de noodzaak de samenleving te beveiligen.
Vanuit het oogpunt van de geestelijke volksgezondheid heeft een psychisch gestoord persoon als gevolg
van zijn ziekte een delict gepleegd en heeft hij hulp nodig.
In de forensische zorg wordt geen onderscheid gemaakt tussen beveiliging en zorg/behandeling. Deze
vormen van begeleiding worden geïntegreerd aangeboden. Er zijn wel verschillen in cultuur en in wet- en
regelgeving tussen de delen van de forensische zorg die hun oorsprong vinden in het justitiële circuit en
delen die onderdeel zijn van de algemene geestelijke gezondheidszorg.
Dwang, drang en beveiliging zijn in alle gevallen onderdeel van de forensische zorg. Maar in justitiële
forensisch psychiatrische centra (FPC’s) en het gevangeniswezen is de beveiliging van de maatschappij het
primaire doel, terwijl de forensische klinieken binnen de algemene geestelijke gezondheidszorg centraal
staat, waaraan de beveiliging is toegevoegd. De behandeling en de daarop volgende re-integratie in de
vrije samenleving wordt in alle gevallen ingezet om de veiligheid in de samenleving te bevorderen.
In de praktijk wordt zowel gesproken over forensische psychiatrie als over forensische zorg. Met beide
benamingen wordt ongeveer hetzelfde bedoeld.
Forensische psychiatrie
Forensische psychiatrie – met de tbs als een te onderscheiden onderdeel daarvan – wordt in de praktijk
op verschillende manieren gedefinieerd.
In het spraakgebruik wordt forensische psychiatrie bijna altijd gepositioneerd in het strafrecht. De
forensische psychiatrie bestaat echter uit psychiatrische bemoeienissen met justitiabelen in de
verschillende vormen van rechtspraak met als doel het geven van voorlichting aan en het adviseren van
rechtssprekende instanties.
, Dit betekent: dat forensische psychiatrie zich beweegt op zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk
gebied en dat dus ook die activiteiten die zijn gericht op de Bopz en de sociale verzekeringswetgeving tot
de forensische psychiatrie moeten worden gerekend.
Een belangrijk kenmerk van forensisch psychiatrische bemoeienis, dat voortkomt uit het voorlichtende en
adviserende karakter, is dat besluiten op cruciale momenten niet door een psychiater, behandelaar of
reclasseringswerker zullen worden genomen, maar door een andere instantie, in de meeste gevallen de
rechterlijke macht.
Daarnaast is de vrijwilligheid tot deelname van de te onderzoeken en te behandelen personen in het
algemeen maar beperkt. Ook staan er voor hem meestal grote belangen op het spel, zoals het al dan niet
verkrijgen van een uitkering of een (tijdelijke) vrijheidsbenemening.
Het is, juist in verband met de onvrijwilligheid en de grote belangen die voor individuen in het geding zijn,
noodzakelijk dat over oplegging en verlenging van een tbs of een reclasseringstoezicht door een
onafhankelijke en onpartijdige partij, in het algemeen de rechter, wordt beslist.
Ten slotte betreft het ook de reclassering waar het gaat om toezicht op reclasseringscliënten aan wie bij
een bijzondere voorwaarde een behandeling in de forensische zorg is opgelegd en bij de begeleiding van
tbs-gestelden in het kader van (ambulant) FPT.
Personen die van de rechter een vrijheidsbeperkende maatregel gekregen hebben, in combinatie met
gedwongen verpleging en behandeling is een voorbeeld van forensische psychiatrie.
Het doel van de vrijheidsbeperkende maatregel is behandeling van de patiënt en bescherming van de
maatschappij. De terbeschikkingstelling (tbs) is de meest bekende vorm. Hierbij wordt de patiënt
behandeld in een gesloten instelling.
(On)toerekeningsvatbaarheid
Samenhang tussen de stoornis en het gedrag daaruit voortkomende wat tot uiting komt in het delict. De
stoornis moet in verband staan met het delict en de keuzevrijheid en het vermogen om gedrag te
beinvloeden.
Voorbeeld: iemand met schizofrenie die vanuit honger een brood steelt is nog steeds strafbaar op het
stelen van brood indien dit niet ingegeven wordt door zijn schizofrenie.
Belangrijk om onderzoek te doen in twee perspectieven: stoornis (1) en delict gedrag (2).
Naast ontoerekeningsvatbaarheid zijn er meer uitsluitingsgronden:
Overmacht/psychische overmacht
Verdediging/noodweer
Ontbreken van opzet
o Dissociatief
o Epilepsie
o Slaapwandelen
Artikel 39: niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of
ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kan worden toegerekend.
,Ontoerekeningsvatbaarheid = geen straf zonder schuld.
Culpa in Causa (schuld in oorzaak)
Straf uitsluitende omstandigheden zijn door eigen toedoen in het leven geroepen:
toerekeningsvatbaarheid. Heeft de verdachte schuld aan de zaak?
Actio libera in causa:
1. Wetenschap van zelfintoxicatie
2. Bekendheid van negatieve effecten
3. Aanwijsbare factoren die wilsvrijheid tijdens inname beperken
Heeft iemand zelf de hand gehad in het ontstaan van de stoornis en kan deze persoon daar de
verantwoordelijkheid voor dragen? Maakt het deel uit van een onderliggende stoornis?
Het vlak van de tijd. Welk moment in het verloop van het delict de rechter zal kiezen t.b.v. de bepaling
van toerekeningsvatbaarheid
Kwestie van gevaarzetting. Evt. psychopathologische achtergrond van de keuze. Valt de keuze voor het
dragen van een wapen, met de risico’s die dat met zich meebrengt, voort uit een psychische stoornis of is
zij gevolg van een vrij overwogen keuze?
Verzwakte wilskracht = ondanks de verslaving nog steeds een keuzevrijheid.
Forensische zorg
Het doel van forensische zorg is het verminderen van strafrechtelijke recidive door patiënten en cliënten
de nodige zorg en behandeling aan te bieden. Dit gebeurt binnen een zo veel mogelijk op het individu
aangepast beveiligde setting.
Wanneer behandeling in een besloten of gesloten setting plaatsvindt, zal de patiënt stapsgewijs
worden begeleid bij de re-integratie, zodat hij na beëindiging van de maatregel of straf en de daarbij
behorende behandeling weer zo zelfstandig mogelijk kan functioneren in de maatschappij.
De forensische zorg is er op die manier op gericht de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Bij het
werken aan recidive-vermindering hebben alle partijen in de keten hun eigen rol, taken en
verantwoordelijkheden.
Forensische zorg wordt meestal door de rechter opgelegd als onderdeel van een straf en/of maatregel
aan iemand met een psychische of psychiatrische stoornis die een strafbaar feit heeft gepleegd. Centraal
staat de benodigde combinatie van behandeling en beveiliging. De behandeling vindt plaats tijdens of na
de straf, maar kan ook de straf vervangen. Het doel van forensische zorg is dat patiënten na hun straf en
hun behandeling geen strafbare feiten meer zullen plegen en normaal kunnen functioneren in de
maatschappij (verminderen van recidive). Gericht op de maatschappelijke veiligheid vergroten.
Geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijke gehandicaptenzorg die onderdeel zijn van
een straf of maatregel.
, Veel patiënten die in de forensische zorg terechtkomen hebben eerder vaak veel zorg en behandeling
gehad in onder meer de jeugdzorg, verslavingszorg en de algemene GGZ. Maar die behandeling heeft niet
het beoogde effect gehad.
Instellingen
Forensische zorg wordt geleverd door verschillende soorten instellingen met verschillende niveaus van
beveiliging. De zorg kan bestaan uit klinische zorg, ambulante zorg en/of bescherm wonen. In grote lijnen
zijn er drie soorten klinische instellingen die forensische zorg verlenen, die verschillende niveaus van
behandeling en beveiliging bieden.
Een forensisch psychiatrisch centrum (FCP) heeft het hoogste beveiligingsniveau. Patiënten met
een veroordeling tot tbs met dwangverpleging worden altijd behandeld in een FPC (voorheen tbs-
kliniek). Hierdoor vormen ze gedurende hun behandeling geen gevaar voor de samenleving.
Een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) is een gespecialiseerde voorziening voor geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) met een in oorsprong uitsluitend klinisch aanbod voor personen met een
behoefte aan zorg en behandeling in strafrechtelijk kader. De kliniek is een voorziening met
behandeling als prioriteit maar met voldoende beveiligingsmogelijkheden. Een FPK maakt altijd
deel uit van een multifunctionele GGZ-organisatie.
Een forensisch psychiatrische afdeling (FPA) heeft als doelstelling patiënten door te plaatsen naar
de reguliere zorg. In de meeste gevallen is de FPA een aparte eenheid binnen de GGZ-instelling
soms gehuisvest of gekoppeld aan een andere afdeling voor intensieve langdurige zorg. Hier
worden cliënten intensief behandeld, waarna ze doorverwezen worden naar een gewone afdeling
of naar elders in de GGZ. De FPA is in materiele zin minder beveilig dan de FPK.
Forensische diagnostiek
Een groep stoornissen die veelvuldig gezien wordt onder tbs patiënten zijn psychotische stoornissen, vaak
in combinatie met andere stoornissen.
Schizofrenie
Waanstoornis
Acute psychotische stoornis
Gedeelte psychotische stoornis
Psychotische stoornis door een somatische aandoening
Psychotische stoornis door middelen gebruik
Psychotische stoornis
De seksuele stoornissen zijn binnen de DSM 5 in drie categorieën ondergebracht:
1. Seksuele disfuncties
2. Parafilieën
3. Genderiteitsstoornissen
In de forensische psychiatrie neemt de tweede categorie, parafilieën, de grootste en belangrijke plaats in
omdat het aantal van deze parafilieën strafbaar zijn.
De cliënten worden gekenmerkt door meervoudige problematiek die leidt tot of bijdraagt aan het
ontstaan van delict gedrag. Deze meervoudige problematiek kan bestaan uit een psychiatrische stoornis,
een ziekelijke stoornis in de ontwikkeling, een persoonlijkheidsstoornis en/of verslaving. Daarnaast
ontbreekt het de patiënten vaak aan voldoende sociale vaardigheden en coping mechanismen en