Filosofie voor mens en maatschappij
Week 1; waarom filosofie voor economen? p.2
Week 2; homo economicus x
Week 3; irrationaliteit en socialiteit
deel 1: rationaliteit en irrationaliteit p.4
deel 2: socialiteit p.6
Week 4; nudging en manipulatie p.7
Week 5; de mens als consument
deel 1: mens als consument p.10
deel 2: positionele goederen p.11
Week 6; de mens als producent en arbeider p.12
Week 7; de mens als ondernemer p.17
1
,College 1, geen kennisclips; alleen op campus zelf.
Deel 1 – mens
Hc 1 waarom filosofie?
Hc 2 homo economicus
Hc 3 irrationaliteit, socialiteit
Hc 4 nudging over deel 1 gaat de midterm
Hc 5 mens als consument
Hc 6 mens als arbeider
Hc 7 mens als ondernemer
Elke week voor het college kennisclips bekijken.
Tentaminering
1. Multiple choice tentamen deel 1 (30%)
2. Multiple choice tentamen deel 2 (30%)
3. Groepsopdracht: videopresentatie (20%)
4. Groepsopdracht: portfolio (15%)
5. Peer feedback (5%)
Economische crisis 2008-2010
Huizenmarkt
Economische crisis 2020-2022
Covid 19, recession, climate change
Bij eerste economische crisis kan economen nog worden verweten dat ze de crisis
niet hadden zien aankomen. Bij de latere economische crisis kan dat niet, het virus
valt buiten de economie.
Economen zijn geen virologen (Covid-19) of politicologen (Oekraïne), maar
wel experts in marktwerking (huizencrisis 2008).
De economische crisis in 2008 trof niet alleen de maatschappelijke sfeer van
productie, distributie en consumptie van goederen en diensten (economy), maar ook
de wetenschappelijke discipline (economics). Naast gebrek aan voorspellende kracht
konden de economen zichzelf ook nog verwijten dat ze zelf hebben bijgedragen aan
de crisis. Hun economische modellen droegen bij aan de crisis.
Relevantie van filosofie voor economen
Om in te schatten welke de sterktes en beperkingen zijn van economen, is
kritische (zelf)reflectie nodig over de (crisis van de) economie, als
maatschappelijke sfeer en als wetenschap.
Filosofische reflectie, attitudes en vaardigheden kunnen economen hierbij
helpen.
Vier soorten vragen waarbij filosofische reflectie kan helpen:
1. Bedrijfseconomische vragen
Bv. Welke rol spelen (financiële) bedrijven in crisissen?
2. Fundamenteel economische vragen
Bv. Wat is het onderliggende mensbeeld van economische modellen?
3. Wetenschapsfilosofische vragen
Bv. Hoe verhouden economische modellen zich tot de realiteit?
4. Normatieve vragen
2
, Bv. Hoe moeten we omgaan met crisissen? Hoeveel marktwerking is
(on)wenselijk?
1. Bedrijfseconomische vragen
a. Welke rol speelden bedrijven in (veroorzaken van) economische crisissen?
b. Bv. Kredietinstellingen verschaften te goedkope hypotheken (2008),
banken gaven perverse prikkels voor handel in complexe financiële
producten (2008), energiebedrijven boeken gigantische winsten (2022),…
c. Waarom zouden bedrijven, en mensen die er werken, dit doen?
d. Bv. Hebzucht waar prikkels op inspelen, gebrek aan afdoende wetgeving,..
Naar de fundamenten
Betekenis van / in bredere context
e. Verschillende factoren spelen een rol.
2. Fundamenteel economische vragen
a. Tot de fundamenten behoren zowel instituties (macro; maatschappij) als
individuen (micro; mens). In deze cursus onderzoeken we onderlinge
samenhang, in relatie tot (bedrijfs-)economische kwesties.
b. Milton Friedman, volgens hem moeten we de samenleving organiseren als
kapitalisme. Als iedereen gemotiveerd is door zijn eigen belang dan is
kapitalisme wel een goed idee. Friedman ziet mensen als individualistisch
mensen die voor zichzelf gaan, dat is zijn mensbeeld.
c. Economen, maar ook ondernemers en beleidsmakers, gaan vaak uit van
mensbeeld waarin consumenten, werkgevers en -nemers, …. door
eigenbelang gemotiveerd zijn.
d. Welke rol spelen sociale en morele motivaties, zoals plichtsbesef en
normbesef, en hoe verhouden die zich tot homo economicus?
e. Relevantie voor (bedrijfs) economen?
i. (Bedrijfs)economen, maar ook ondernemers, managers, CEO’s en
beleidsmakers werken best met onderbouwd, helder en accuraat
mensbeeld.
ii. Kritische en genuanceerde reflectie over (vaak impliciete en
diepgewortelde) assumpties is nodig.
3. Wetenschapsfilosofische vragen
a. Relevant voor economen en waar filosofen toe kunnen bijdragen, zijn
wetenschapsfilosofisch: wat is aard, bron, waarde en beperkingen van
economische modellen en theorieën?
b. Hoe kunnen simpele, abstracte modellen kennis opleveren over complexe,
concrete realiteit, fenomenen en evoluties?
c. Ook: is economische wetenschap objectief en dus waardenvrij? Kan en
moet het dit zijn?
4. Normatieve vragen
a. Gaat niet over wat is (descriptief), maar wel wat moet (normatief: wat goed,
slecht, rechtvaardig en fout is).
b. Economen doen vaak normatieve uitspraken, voorbeeld:
i. “De (onzichtbare hand van) vrije markt zorgt ervoor dat eigenbelang
tot sociaal wenselijke resultaten leiden.”
ii. Kritische, filosofische (ethische en politiek filosofische) reflectie
vormt een meerwaarde bij zowel fundamentele vragen (bv.
3