Alle theorieën die voorbij komen in de colleges. Van christaller tot Von thunen tot clusters en hub-en-spoke model.
Alle theorieën op een rijtje met uitleg en plaatjes.
Theorieën
Vön Thunen - De afstand tot de markt bepaald je
Klassiek product
- Hoe verder van de markt hoe hoger
transport kosten
- Dichtbij de markt à niet houdbaar,
groente fruit
- Ver weg van de markt à lang houdbaar,
graan
- Ruimte is isotroop
Alfred Weber - Fabriek niet dichtbij de markt, maar bij de
klassiek vindplaats van grondstoffen
- Ruimte is isotroop
Waar wordt naar gekeken?
- Arbeidskosten
- Transportkosten product
- Transportkosten grondstof
Hoe vind je nu de beste plek?
- Met een optelsom, de laagste uitkomst
(kosten) is de beste plek.
(als de lijnen dicht bij elkaar liggen is dat
transport gebied het duurst)
Walter (Centrale plaatsen theorie)
Christaller Hangt af van drempelwaarde reikwijdte en
Neoklassiek verzorgingsgebied
- Drempelwaarde = opbrengst die je nodig
hebt om te blijven bestaan
- Riekwijdte = de afstand die mensen
willen afleggen om gebruik te maken van
jou voorziening
- Reikwijdte moet groter zijn dan de
drempelwaarde.
- Reikwijdte bepaald het
verzorgingsgebied.
- Gaat er vanuit dat de vraag volledig
eerlijk wordt verdeeld.
, Harold - Markt met 2 aanbieders (duopolie)
Hotelling - Locatie spel met elkaar en de klant
Neoklassiek - Producent doel: winstmaximalisatie
- Consument doel: koste minimalisatie
- Locatie van de concurrent is bepalend
voor de ander à locationele
interdependentie
- Oligopolie (meer dan 2 aanbieders op
dezelfde markt)
Groei theorieën
mercantilisme - Zero sum game
- Goud = rijkdom = macht
- Winst van de ene partij gaat ten koste van
de andere
- Doel: goud en zilver voorraad verder
aanvullen
Smith - Door regionale specialisatie ontstaat
Klassieke economie handel
- VS: heeft goed klimaat en goede bodem
voor graan
Natuurlijk kosten voordeel
- Engeland: goede kennis en vaardigheden
Verworven kosten voordeel
- Gevolg: handel
Ricardo - Per regio is er verschil in:
Comparatieve 1. Klimaat
kosten leer 2. Grondstoffen
3. Kwaliteit van
productiefactoren
- Bedrijven gaan zich specialiseren
- Pakken een product wat het beste bij die
regio past
- Absolute en comparatieve kosten
verschillen tussen regio’s
- Streven naar optimale productie +
laagste totalen kosten
Hoe reken je comparatieve kosten uit?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper puckverstraten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.