Inhoudsopgave
Week 1: An introduc0on ................................................................................................................................. 2
Hoorcollege 1: Organiza0on & Power Dinsdag 3 september .............................................................................. 2
Hoorcollege 2: Bureaucra0e, efficiën0e en vormen van control donderdag 5 september .................................. 4
Ar0kelen week 1.................................................................................................................................................. 7
Week 2: Different forms and dimensions of Power ........................................................................................ 12
Hoorcollege 3: Agency & structure: ins0tu0ons, interac0ons & intensions dinsdag 10 september .................. 12
Hoorcollege 4: Forms of control donderdag 12 september ............................................................................... 18
Ar0kelen week 2................................................................................................................................................ 22
Case study session 1: vrijdag 13 september ................................................................................................... 30
Week 3: Power as produc0ve ........................................................................................................................ 31
Hoorcollege 5: Workplace surveillance dinsdag 17 september ......................................................................... 31
Hoorcollege 6: democra0za0on & distributed power Donderdag 19 september ............................................. 33
Ar0kelen week 3................................................................................................................................................ 37
Case study 2: vrijdag 20 september: The Case of Boeing................................................................................ 45
Week 4 ......................................................................................................................................................... 47
Hoorcollege Leadership, complexity and power dinsdag 24 september ........................................................... 47
Hoorcollege 8: Paradoxes and Complexity ........................................................................................................ 51
Ar0kelen week 4................................................................................................................................................ 55
Week 5: ........................................................................................................................................................ 60
Hoorcollege 9: Social class, power and organiza0ons Dinsdag 1 oktober 2024 ............................................... 60
Hoorcollege 10: Safe Spaces, Diversity and Hot Topics Donderdag 3 oktober 2024 ......................................... 64
Ar0kelen week 5................................................................................................................................................ 66
Case study 3 vrijdag 4 oktober 2024 .............................................................................................................. 74
Week 6 ......................................................................................................................................................... 79
Hoorcollege 11: AI and Power / AI and Control................................................................................................. 79
Hoorcollege 12: Ecosystemen en klimaatverandering Donderdag 10 oktober 2024 ........................................ 81
Ar0kelen week 6................................................................................................................................................ 86
Week 7: responsieweek ................................................................................................................................ 93
Hoorcollege 13: wrap up ................................................................................................................................... 93
1
,Week 1: An introduction
Hoorcollege 1: Organization & Power Dinsdag 3 september
Organisaties: complexiteit en diversiteit van organisaties en hun activiteiten is moeilijk te
vatten in een definitie, waardoor er meerdere (tegengestelde) opvattingen over organisaties
bestaan die elk een deel van de kenmerken beschrijft. Doelstellingen van organisaties en
macht:
- Doel: je kennis over organisaties organisatieprocessen en macht te verdiepen;
- Verhoogt bewustzijn dat macht in, buiten en tussen organisaties belangrijk is om te
begrijpen hoe ze functioneren en welke rol ze spelen in de maatschappij.
Verschillende definities:
- Chester Barnard: organisatie is ‘een systeem van bewust gecoördineerde
persoonlijke activiteiten en krachten.’
o Organisatie = een systeem
- Daft 2004: ‘Organisaties zijn sociale entiteiten die doelgericht zijn; ze zijn ontworpen
als doelbewust gestructureerde en gecoördineerde activiteitssystemen, en zijn
verbonden met de externe omgeving."
o Organisatie = doelgeoriënteerd
- Maguire & Hardy 2006: organisaties zijn arena’s van macht waar discursieve
(redenerende) strijd plaatsvindt.
o Organisatie = machtsdynamieken
- Tsoukas & Chia 2002: of auteurs ontkennen het bestaan van ‘organisaties’ en
spreken liever van processen van organiseren.
o Organisatie = winst maken
Kortom: er is niet een manier om naar organisaties te kijken en in dit vak wordt vooral naar
de dynamiek met macht gekeken.
Theorie en conceptuele modellen: theorie: geheel van onderling verbonden concepten,
definities en stellingen die een systematisch beeld geven van verschijnselen door relaties
tussen variabelen te specificeren, met als doel de verschijnselen te verklaren en te
voorspellen.
- Sociale identiteit: iemands gevoel van wie hij is, gebaseerd op zijn
groepslidmaatschap(en). Tajfel (1979) stelde dat de groepen (bv. sociale klasse,
familie, voetbalteam enz.) waartoe mensen behoren een belangrijke bron zijn van
trots (pride) en self-esteem;
- Grounded theory: complex en iteratief (herhalend) proces. Het onderzoek begint met
het stellen van generatieve vragen die het onderzoek helpen sturen, maar die niet
bedoeld zijn om statisch of beperkend te zijn. Terwijl de onderzoeker begint met het
verzamelen van gegevens, worden de belangrijkste theoretische concepten
geïdentificeerd. Er worden voorlopige verbanden ontwikkeld tussen de theoretische
concepten en de gegevens. (Glaser and Strauss are known for Grounded theory).
Vanuit dit perspectief is een theorie niet een set van vaste variabelen en hypotheses,
maar meer een manier om naar de wereld te kijken: paradigma, raam.
Wat theorie is en kan zijn:
- Explanatory theorizing (verklarend): bedoeld om mensen iets laten begrijpen door te
beschrijven of door redenen ervoor te geven;
- Interpretative theorizing (interpreterend): meer geaccepteerd van vrije wil en ziet
menselijk gedrag als resultaat van de subjectieve interpretatie van de omgeving;
- Emancipatoty theorizing (emanciperend): kritisch naar de theorie kijken om mogelijke
onderdrukking/beperkingen bloot te leggen en verandering te bevordern.
2
,3
, Hoorcollege 2: Bureaucratie, efficiëntie en vormen van control donderdag 5
september
Hunger Games: the players do have partly agiency of how they operate. The power is not in
the hands of all the people in at the top, but they have a form of authonomy. When there is
power, there is always a form of resistance.
Power = mogelijkheid van A om B influencen van bepaald het gedrag zodat B dingen doet
die hij anders niet zou doen. A à B, dus B afhankelijk van A.
Social control: verwijst naar maatschappelijke, organisatorische (en politieke)
mechanismen of processen die individueel en groepsgedrag reguleren in een poging om
conformiteit en naleving van de regels van een bepaalde samenleving, staat of sociale groep
te bekomen - en in ons geval: een organisatie. Verschillende vormen van control:
- Harde dwang: regelgeving, sancties, de vinger;
o Scientific Management
- Zachte dwang: socialisaties, normen en waarden. Moeilijker na te leven dus ook
moeilijker om te reguleren;
o Hawthrone Studies
- Voorbeeld: tijdens corona toen er lockdowns waren, waarbij er verschillende regels
waren. De verschillende vormen van control zorgden ervoor dat men kon worden
gereguleerd waarbij naleving heel belangrijk was, want anders kon de overheid niks.
Bureaucratie: organisatievorm waarin regels, procedures en afspraken standaard voor
iedereen gelijk worden toegepast. Er wordt dus controle uitgeoefend o.b.v. kennis. De leider
is niet belangrijk, maar het bureau.
- Max Weber (1864-1920): Hij wil de moderniteit begrijpen. Zijn visie op moderniteit is
vandaag de dag nog steeds zeer relevant, hoewel het wordt betwist. Voor hem gaat
moderniteit over de rationalisering van de wereld, het overstijgen of verlaten van
bijgeloof en het idee dat we vanuit een rationeel standpunt kunnen begrijpen wat er in
de wereld gebeurt:
o Rationalisme: Webers theorie is een brede theorie van rationalisatie (legale
systemen en kapitalisme). Een typologie gebaseerd op autoriteit;
o Maakte onderscheid tussen verschillende vormen van organisaties:
§ Traditional forms: gebaseerd op sociaal precedent, ritueel, rechten.
Ook op interne loyaliteit en externe willekeur;
• Voorbeeld: maffia à als lid kan je overleven en een goed leven
hebben, zolang je je aan hun regels houdt. Interne loyaliteit,
maar gebaseerd op willekeur.
§ Charismatic forms: kracht van de persoon is essentieel, gebaseerd op
charisma.
• Voorbeeld: Steve Jobs. Is eerder cult, waar voor- en nadelen
voor zijn aan dit type organisatie. Gevaar voor narcisme maar
persoon kan ook weer veel dingen gedaan krijgen.
§ Modern rational-legal forms: formele rationaliteit (bureaucratie) die
superieur is aan de charisatische en traditionele vorm.
• Gebaseerd op: controle en rationele kennis;
• Formele selectie: mensen worden aangenomen o.b.v. wat men
kan.
- Frederick Taylor (1856-1915): Scientific Management. Kwam vanuit techniek en
probeerde wat hij in fabrieken zag efficiënter te maken.
o Scientific Management: legt nadruk op organisatorisch ontwerp, opleiding van
werknemers voor efficiëntie, bevelstructuren en arbeidsverdeling;
4