100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Biologische Psychologie €7,35   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Biologische Psychologie

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Volledige samenvatting van biologische psychologie, de colleges en het boek zijn erin verwerkt.

Voorbeeld 4 van de 69  pagina's

  • Ja
  • 14 oktober 2024
  • 69
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (44)
avatar-seller
meikebeijer
lOMoAR cPSD| 34818425

, lOMoAR cPSD| 34818425




Hoorcollege 1 Evolutie en genen
Bestaat er een depressie gen? Nee, wel kunnen bepaalde combinaties van genen en omgevingsinvloeden er
voor zorgen dat een persoon vatbaarder is voor het krijgen van een depressie. De verdeling is 50/50.

Herkomst van de moderne mens -> Homo sapiens: een soort
• Y-chromosomale Adam: meest directe gemeenschappelijke voorouder van wie alle momenteel levende
mensen patrilineair (mannelijke lijn) afstammen, de genen zijn terug te herleiden naar west afrika en
deze y chromosome adam.
• Mitochondriale Eva: de meest recente vrouw van wie alle levende mensen matrilineair afstammen (via
de moeder) door overdracht van mitochondriaal DNA Mensen hebben zich verspreid vanuit Afrika (is
een hypothese= ‘out of Africa’ hypothese), een andere hypothese zegt dat ze vanuit Azië zijn ontstaan.
(200.000 jaar geleden).

Iedere witte Europeaan heeft nog een klein beetje neanderthaler dna in zich zitten, de homo sapiens en
neanderthalers hebben zich dus met elkaar vermenigvuldigt. Dit komt bijna niet voor bij mensen die in Afrika
wonen, bijna 0% en in Europa en Azie ongeveer 1-2%.

Waarom is dit interessant voor de psychologie? Mensen met meer neanderthaal DNA hebben dus een kleinere
kans op bijvoorbeeld schizofrenie. Schizofrenie is 80% erfelijk.

Menselijk genetische variatie
• Alle mensen zijn 99,9% genetische identiek
• De 0,1% genetische verschillen tussen mensen maken alle verschillende tussen mensen
• ‘The Human Genome Project’ (het projecteren van menselijke genen)
• 3 miljard nucleotiden of ‘’letters’’ maken het 4-letterige DNA alfabet (ATCG)
• Minder dan 2% van het DNA zijn functionele genen die coderen voor eiwitten
• In totaal bevat ons DNA 20.000 genen (=instructies voor het maken van eiwitten)

Natuurlijke selectie is het meer voorkomen van een gen door dus het meer kunnen overleven. Denk aan de
kleur van een mot, een zwarte wordt vaker gezien en opgegeten en heeft dan niet de kans om zijn genen door
te geven terwijl een witte mot dit wel heeft. Denk ook aan survival of the fittest. Mutaties in het DNA zorgen
voor een grotere overlevingskans.
Hoe weten we nu dat depressie samenhangt met genen? Dit komt door tweelingstudies.

Cel > kern > chromosoom > DNA
• Iedere cel bevat ongeveer 5cm DNA
• Een mens heeft 10 triljoen cellen
• Als al het DNA in jouw lichaam uitgevouwen zou worden, zou het de zon kunnen bereiken en terug (4
keer)

Evolutionaire psychologie = het begrijpen van menselijk gedrag vanuit een evolutionair perspectief

Kwalitatieve trekken versus kwantitatieve trekken
• Kwalitatieve trekken = worden vaak beïnvloed door één gen en volgen een simpel patroon van
overerving
Mendeliaanse overerving (= de wetten van mendel)
Huntington/Turner syndroom is een kwalitatieve eigenschap
• Kwantitatieve trekken = volgen geen simpel patroon van overerving. Ze meer variabel en minder
voorspelbaar dan kwalitatieve trekken
ADHD is een kwantitatieve eigenschap

Menselijke karyotype
• Georganiseerde set van chromosomen
• 46 chromosomen -> opgerolde stukken DNA
• 22 identieke paren van de vader en de moeder (autosomen)
• 1 set van seksuele chromosomen

, lOMoAR cPSD| 34818425




Vrouw: XX
Man: XY
• Syndroom van Down: 3 keer chromosoom 21 (trisomie 21)

DNA in de cel
• Centromeer: een anker wat zich op de kruising van het
chromosoom bevindt waaruit de korte en lange armen
van het chromosoom voorkomen. Het centromeer bevat
geen genetische informatie.
• Telomeer: gebied aan het einde van een chromosoom, die
het DNA beschermt tijdens
het delen van de cel
• Histonen: eiwitten waaraan het DNA zit opgerold
• Nucleotiden: A-T en C-G
• Genoom = de gehele genetische informatie van een
organisme
• Chromosoom = een lange keten van DNA die rond
histonen liggen
• Gen = een stukje van het DNA dat codeert voor een eiwit
• Allel = genen kunnen op 2 verschillende manieren naar
voren komen (genlocatie)
PP = Homozygoot voor het dominante allel
aa = Homozygoot voor het recessieve allel
Bb = heterozygoot

Wat doet DNA? (repliceren en eiwitsynthese)
• Recept voor hoe je eiwitten maakt
• Desoxyribonucleïnezuur (DNA)
• Nucleotide zitten in paren tegen over elkaar
A tegenover T
C tegenover G
• Dubbele helix
• Lange keten van nucleotiden Waar vinden deze processen plaats?
Kern: transcriptie > een deel van het DNA, een gen, wordt gekopieerd
(=transcriptie) naar messenger RNA (mRNA)
Cytoplasma: translatie > mRNA van het gen wordt dan ‘’vertaald’’ tot een eiwit op de
ribosomen (eiwitfabriekjes)

, lOMoAR cPSD| 34818425




Autosomaal dominant (bijvoorbeeld Huntington)
• Elke ouder erft een chromosoom van hun vader en
moeder
• De moeder is homozygoot
• De vader is heterozygoot
• Wanneer de ‘’affected’’ allel geërfd wordt door de
volgende generatie, dan is deze persoon ‘’affected’’
omdat de trek dominant is Aa x aa = Aa aa aa Aa

X-gebonden recessieve overerving (PKU is een voorbeeld)
• De moeder heeft de conditie niet, maar draagt het
wel bij zich (heterozygoot)
• Niet aanwezig op het Y-chromosoom, dus het is
Xgebonden
• In veel gevallen is er met de kinderen niks aan de
hand, dochters zijn vaak dragers. De jongens hebben
meer kans op de ziekte
• Pp x Pp = PP Pp Pp pp / XY x XX = XY XX XX XY
Genotype – Fenotype
• Genotype = genetische opmaak van een cel in een
organisme
• Fenotype = wat tot expressie komt in het organisme,
kan ook door de omgeving worden beïnvloed.

Waarom zijn vrouwen gestreept?
De genetische code




• Een gen bevat informatie voor het maken van een eiwit
• Eiwitten zijn gemaakt van aminozuren
• Er zijn 21 verschillende aminozuren
• 3 nucleotiden samen (=codon) zijn de sleutel voor welk aminozuur wordt geplaatst in het eiwit

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meikebeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,35. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,35
  • (0)
  Kopen