Hoofdstuk 2: Hindoeïsme
0,6% Nederlandse bevolking
Yoga en reïncarnatie
850 miljoen wereldwijd, vooral in India
Hindoeïsme verwijst naar rivier Indus in Pakistan. Indus-cultuur hoogstaande beschaving.
Grote steden: Harappa en Mohenjadaro
Veda’s: Oudste hindoe geschriften, Vedische tijd (1200-500 vc) geschreven in Vedisch, later
Sankriet ontstaan.
Veda = Wijsheid
In deze tijd rituelen ontwikkeld die de kern zijn voor hindoeïsme
Schrijvers gezien als halfgoddelijk
Godsdienst veranderd, nu andere goden: Shiva en Vishnu
Vedische tijd (4500 vc) à Tijd van oudere hindoes (500vc-800nc)
Mahabhata: Belangrijke tekst (200vc-200nc)
- Onderdeel van bhagavadgita, belangrijkste heilige boek
o Gesprek tussen Arjuna en zijn wagenmenner Krisha (Gedaante van Vishnu)
Hindoeïsme is een verzamelnaam, niet iedereen geloofd hetzelfde
Mahatma Ghandi (1869-1948)
Kastenstelsel belangrijke rol
- Samenleving verschillende lagen vanaf geboorte.
- Ghandi kwam in opstand want god ziet iedereen gelijk. Door zijn invloed afgeschaft.
In Nederland 2 stromingen
- Arya Samay
- Sanatan Dharm
Verschillende geloven
- Hoogste god is een persoon, kan praten/denken/dingen doen
- God niet persoonlijk maar een principe dat doel en oorsprong van leven is (Brahman)
Brahman: goddelijk principe, mensen bestaan hier ook uit, diepste kern van de mens
bewaard gebleven: atman
Atman = Brahman
Diepste kern van de mens = goddelijk principe
Hindoeïsme is gebaseerd op praktijk en niet de leer
Hogere werkelijkheid à Transcendente werkelijkheid
Polytheïstische godsdienst: meer dan 1 god
Duizenden goden, sommige alleen bepaalde plaats of familie
Hindoes zijn niet polytheïstisch, alle goden hebben. 1 goddelijk principe maar hindoes voelen
zich met 1 god meer verbonden.
Geloof in reïncarnatie
Karma = wat je goed en fout heb gedaan in je leven
Karma door religieuze plichten (Dharma)
In wat je reïncarneert hangt af van je karma
Hoogste doel: verlossing (moksha) als je geen goede of slechte karma opbouwt, evenwicht
, Kastenstelsel alleen nog voor karma
Hiërarchisch geordend à hoog en laag
Elke kaste eigen rechten en plichten, eigen mate van reinheid. Gaat hele leven mee
Hindoe in aanraking met onrein iemand van lage kaste wordt zelf onrein
1. Brahmanen, priesters
2. Adel/Krijgers
3. Kooplieden
Alle bovenstaande dvija’s
4. Mensen met mindere mate vaan reinheid
Kastelozen, zeer onrein, onraakbaren/paria’s
Binnen bhakti = liefdevolle overgave aan god
Iedereen gelijk
Arya Samay bijna geen kastenstelsel, 15%
Trimurti:
- Vishnu
o Onderhoudt wereld
o Vriendelijk
o Bekend door gedaanten op aarde gekomen, 10, 10e moet nog op aarde
komen
o Teken van gelovigen = 2 verticale strepen op voorhoofd
- Shiva
o Vernietigd wereld
o Liet wereld vergaan en opnieuw ontstaan
o Teken van gelovigen = 3 horizontale strepen op voorhoofd
- Brahma
o Maakt wereld
o Scheppergod
Feesten om tijd te markeren, niet altijd zelfde tijd van het jaar
- Holi
o 10 dagen, eindigd in maand phaguna volle maan is
o Lente overwint winter, goede is sterker dan kwaad
o Krishna, incarnatie van Vishnu, grote rol
o Pop verbranden
o Elkaar bepoederen met poederverf
o Iedereen gelijk
- Divali
o Iedereen gelijk
o Herfst, 5 dagen
o Feest van licht, symbool van goede
o Aansteken diya, klein kleilampje
o Lakshmi, godin voorspoed
o Huis schoonmaken
- Rahki
o Alleen in Nederland
o Familierelaties