BCH3025 - MODULE
6/CHAPTER 8 exam
questions and answers
2024
Mutagenesis type
(a) Deamination
(b) Depurination
(c) Oxidative
(d) Chemical
(e) Radiation
_(e)_ dimerization of pyrimidines; causes ring opening and strand breaking
_(c)_ most susceptible is Mitochondrial DNA; hydroxylation of guanine
_(b)_ deoxyribose is present but the base (purine/pyrimidine) is not
_(a)_ slow; nucleotide base undergo spontaneous loss of exocyclic amino
group
_(d)_ alkylating agents can alter certain bases of DNA; methylation of
guanine
Match the type of mutagenesis (permanent) with the role below:
Mutagenesis type
(a) Deamination
(b) Depurination
(c) Oxidative
(d) Chemical
(e) Radiation
Role
___ dimerization of pyrimidines; causes ring opening and strand breaking
___ most susceptible is Mitochondrial DNA; hydroxylation of guanine
,___ deoxyribose is present but the base (purine/pyrimidine) is not
___ slow; nucleotide base undergo spontaneous loss of exocyclic amino
group
___ alkylating agents can alter certain bases of DNA; methylation of
guanine
E) All of the answers are correct.'
In living cells, nucleotides and their derivatives can serve as:
A) carriers of metabolic energy (ATP).
B) enzyme cofactors (NAD+).
C) intracellular signals (cAMP).
D) precursors for nucleic acid synthesis and repositories of genetic
information.
E) All of the answers are correct.'
Brainpower
Read More
E) Adenosine
The compound that consists of ribose linked by an N-glycosidic bond to N-
9 of adenine is:
,C) 2; 1; 1; 2
D) 2; 2; 1; 1
E) 2; 2; 1; 2'
E) uracil
A major component of RNA but not of DNA is:
A) adenine.
B) cytosine.
C) guanine.
D) thymine.
E) uracil.'
B) one methyl group on the pyrimidine ring.'
The difference between thymine and uracil is:
A) one methylene group on the pyrimidine ring.
B) one methyl group on the pyrimidine ring.'
C) one hydroxyl group on the ribose ring.
D) one amine group on the pyrimidine ring.
E) one methyl group on the purine ring.
A) a deoxyribonucleotide has an —H instead of an —OH at C-2.'
The difference between a ribonucleotide and a deoxyribonucleotide is:
A) a deoxyribonucleotide has an —H instead of an —OH at C-2.'
B) a deoxyribonucleotide has an —H instead of an —OH at C-3.
C) a ribonucleotide has an extra —OH at C-4.
D) a ribonucleotide has more structural flexibility than
deoxyribonucleotide.
E) a ribonucleotide is a pyranose, deoxyribonucleotide is a furanose.
D) The pentoses are always in the B-furanose forms (B-D-ribofuranose in
RNA
B-2'-deoxy-D-ribofuranose in DNA).'
Which statement is TRUE of the pentoses found in nucleic acids?
A) C-5 and C-1 of the pentose are joined to phosphate groups.
B) The pentoses are in a planar configuration.
C) The bond that joins nitrogenous bases to pentoses is an O-glycosidic
bond.
D) The pentoses are always in the B-furanose forms (B-D-ribofuranose in
, RNA
B-2'-deoxy-D-ribofuranose in DNA).'
E) The straight-chain and ring forms undergo constant interconversion.
E) join the 3' hydroxyl of one nucleotide to the 5' hydroxyl of the next.'
The phosphodiester bonds that link adjacent nucleotides in both RNA and
DNA:
A) always link A with T and G with C.
B) are susceptible to alkaline hydrolysis.
C) are uncharged at neutral pH.
D) form between the planar rings of adjacent bases.
E) join the 3' hydroxyl of one nucleotide to the 5' hydroxyl of the next.'
A) associates ionically with metal ions, polyamines, and proteins.'
The phosphodiester bond that joins adjacent nucleotides in DNA:
A) associates ionically with metal ions, polyamines, and proteins.'
B) is positively charged.
C) is susceptible to alkaline hydrolysis.
D) Links C-2 of one base to C-3 of the next.
E) links C-3 of deoxyribose to N-1 of thymine or cytosine.
D) 3',5'-cAMP.'
The alkaline hydrolysis of RNA does NOT produce:
A) 2'- AMP.
B) 2',3'-cGMP.
C) 2'-CMP.
D) 3',5'-cAMP.'
E) 3'-UMP.
B) has a hydroxyl at its 3' end.'
The DNA oligonucleotide abbreviated pATCGAC:
A) has seven phosphate groups.
B) has a hydroxyl at its 3' end.'
C) has a phosphate on its 3' end.
D) has an A at its 3' end.
E) violates Chargaff's rules.
D) 5' end has a phosphate on its 5' hydroxyl.'
For the oligoribonucleotide pACGUAC, the nucleotide at the:
A) 3' end has a phosphate at its 3' hydroxyl.
B) 3' end is a purine.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper GUARANTEEDSUCCESS. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,75. Je zit daarna nergens aan vast.