Tentamen Kernthema’s Organisatiewetenschappen 27 oktober 2016
Beantwoord vragen kort en krachtig (maximaal ±250 woorden), maar geef wel uitleg bij een theorie/ auteur!
Schakel je mobiele telefoon uit. Je hebt 2 uur en 45 minuten voor het tentamen. Zet ’m op!
Casus 1. Alvin Gouldners studie van een gipsmijn uit de jaren 1950 is een klassieker in de
organisatiewetenschap. Hij bestudeerde welke betekenis de bedrijfsleiding en werknemers gaven aan
de regels binnen het bedrijf. Die betekenis veranderde drastisch bij de opvolging van de directeur. De
oude directeur (‘Old Doug’) was een gemoedelijke baas die nogal wat door de vingers zag: medewerkers
“leenden” gereedschap om thuis te gebruiken, namen het niet zo nauw met veiligheidsvoorschriften,
gingen heel informeel om met de leiding, etc. De concernleiding is echter niet tevreden en stelt een
nieuwe directeur (John Peel) aan die orde op zaken moet stellen en de efficiëntie moet verhogen. Om
de arbeidsdiscipline te verbeteren deelt de nieuwe directeur opdrachten uit en controleert scherp op de
naleving van verbodsregelingen. Dit werkt averechts: het overtreden van regels wordt een sport en de
overtreders worden gevierd als helden. Er gaan allerlei roddels over de nieuwe directeur en uiteindelijk
mondt het conflict uit in een wilde staking.
1. Weber ging ervan uit dat formele regels het “rationeel” functioneren van een organisatie konden
verbeteren. Leg kort uit (a) wat Webers visie op een “rationele organisatie” inhield, welke voor- en
nadelen deze organisatievorm heeft volgens hem, en welke functie formele regels in een dergelijke
organisatie hebben en (b) of de in bovenstaande casus beschreven praktijk overeenkomt met Webers
ideaalmodel? Leg uit waarom wel/niet.
a. Weber’s visie op een rationele organisatie is het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid
om deze beheersbaar te maken, waarmee we ons denken en handelen steeds meer onderwerpen
aan berekening, beredenering en beheersing. Een van de grootste voordelen is efficiency, want
taken werden opgedeeld in activiteiten en uitgevoerd door specialisten. Daarnaast bevordert het de
gelijkwaardigheid van medewerkers, want er is een scherp onderscheid tussen mens en functie. Dit
maakt vriendjespolitiek niet mogelijk. Nadelen van de bureaucratie zijn de door de horizontale en
verticale taakverdeling stroperige communicatie en dehumaniserende werking van de bureaucratie.
De functie van formele regels in een dergelijke organisatie is vooral het geven van sturing aan wat
mensen doen binnen de organisatie.
b. De kenmerken van de leiding door eerste directeur in de casus staat lijnrecht tegenover de
kenmerken van de bureaucratie. Medewerkers nemen het niet zo nauw met de regels en
voorschriften en de baas ziet veel door de vingers. Daarnaast stelt Weber dat er in een
bureaucratisch model nauwelijks interactie tussen personen plaatsvindt, terwijl in het voorbeeld
iedereen heel informeel met elkaar omgaat. De nieuwe directeur (Peel) leeft echter veel meer de
bureaucratie na. Duidelijke regels, voorschriften en strenge controle. Echter zien we hier een mooi
voorbeeld van wat Robert Merton ‘unintended consequences’ noemt: de onbedoelde effecten van
de regels en strenge controles in dit geval.
2. Gouldners studie toont hoe regels feitelijk functioneren en hoe ze worden gebruikt door directie en
ondergeschikten in een mijnorganisatie. Wat hebben deze en dergelijke zogenaamde
‘bureaucratiestudies’ (Merton, Blau, Selznick e.a.) bijgedragen aan ons inzicht in het functioneren van
organisaties? (a) Noem twee inzichten en (b) illustreer deze aan de hand van bovenstaand voorbeeld.
a. Unintended consequences en goal displacement
b. Robert Merton stelt dat elk handelen, hoe rationeel ook, bedoelde en onbedoelde consequenties
creëert. In bovenstaande casus is de goed bedoelde taak van de nieuwe directeur om de efficiency
te verhogen door duidelijke regels op te stellen. Klinkt heel rationeel en doordacht, maar het
onbedoelde gevolg is dat de medewerkers er een sport van maken om de regels te overtreden.
Een tweede inzicht in de bureaucratiestudies is dat de middelen belangrijker worden dan het doel.
Robert Merton noemt dat ‘Goal Displacement’. In de casus komt dat naar voren in het feit dat de
directeur zoveel nadruk legt op de regels, voorschriften en de controle hierop (de middelen), dat
het daadwerkelijke doel (verhogen van de efficiency) uit het oog wordt verloren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DaveRom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.