College 1: spijsvertering anatomie & fysiologie
De anatomie van de mondholte en de functies van de belangrijkste structuren beschrijven. P2
Spijsvertering in 7 stappen:
- Mond/keel holte (farynx), Slokdarm (oesophagus), Maag (gaster), Twaalfvingerige darm
(duodenum), Dunne darm (Jejunum/ileum), Dikke darm (Colon), Endeldarm (sigmoid),
rectum + anus.
De organen van het spijsverteringsstelsel en hun belangrijkste functies benoemen
Het slikproces beschrijven.
Stap 1 mond:
- Kauwen → voedsel klein gemaakt
- Speeksel → koolhydraten afbreken tot suikers (amylase) + dood bacteriën (lysozyme)
- Kauwproces: lippen, kaken en gebit, verhemelte, tong en speekselklieren.
- Huig (uvulva) sluit neusholte af bij slikken, epiglottes sluit luchtpijp af (slikproces).
Functies mondholte:
- Onderzoek van voedsel via tastzintuigen
- Bewerking door gebit, tong en gehemelte
- Bevochtiging door slijm en speeksel
- Vertering door speekselenzymen
Functies tong:
- Mechanische bewerking
- Helpen bij kauwen en slikken
- Onderzoek (smaakpapillen)
Stap 2 oesophagus:
- Transportfunctie, 25 cm lang, gespierd, verbind maag met mond, peristaltiek (kneden).
De anatomie van de maag, dunne en dikke darm beschrijven, inclusief de bouw en functies van de
weefsels hiervan (histologische kenmerken)
Stap 3 maag:
Functies:
- Tijdelijke opslag
- Mechanische afbraak (kneden)
- Afbraak chemische bindingen door zuren en enzymen
- Vorming van intrinsieke factor
Stoffen in de maag:
- Gastrine (hormoon): verhoogt spiersamentrekkingen, stimuleert uitscheiding zoutzuur (HCI,
2,5L per dag), regelt aanmaak pepsinogeen (enzym voor eiwitafbraak).
- Pepsinogeen wordt geactiveerd door HCI → pepsine = enzym dat eiwitmoleculen opsplitst.
, - Lipase = breekt vetcellen af, voornamelijk in duodenum.
- Intrinsieke factor = stof die nodig is voor opname vit. B12.
Stap 4 duodenum:
Functies:
- Regelen van de frequentie van het legen van de maag
- Neutraliseren van maagsappen (anders beschadiging)
- Afbreken voedingsstoffen, o.a. via spijsverteringssappen van pancreas (ductus choledocus) en
lever (ductus hepaticus) via papil van Vater (hulporganen)
- Opnemen van voedingsstoffen.
De structuur en functies van de pancreas, lever en galblaas beschrijven en uitleggen op welke wijze
de activiteit van deze organen wordt gereguleerd.
Vervolg → pancreas
Exocriene functie (maakt enzymen aan voor spijsvertering):
- Ductaal cellen → bicarbonaat
- Acinaire cellen → Lipase (vet), Amylase (koolstof), Protease (eiwitten/aminozuren)
Endocriene functie (maakt hormonen aan via eilandjes van langerhans):
- Alfa cellen → glucagon
- Bèta cellen → insuline
Vervolg → lever
Functies:
- Koolhydraatsstofwisseling (glucose)
- Vetstofwisseling (verzadigd omgezet in onverzadigd/ aanmaak cholesterol, evenwicht,
afbraak)
- Eiwitstofwisseling (synthetiseren albuminen / globulinen / fibrinogeen, omzetten opslaan
aminozuren → ammoniak (giftig)→ ureum)
- Opslag (vitamines & mineralen, + vit. K heeft lever zelf nodig → aanmaak stollingsfactoren)
- Ontgifting (ammoniak/alchohol/drugs/aanvoer via poortader/billuribine → kleur)
- Uitscheiding en productie gal
- Fagocytose (kupffer cellen → afbraak dode rode bloedcellen)
- Warmteproductie door stofwisseling
Vervolg → galblaas, functies:
- Opslaan en indikken gal
- Uitscheiding bij vet voedsel passage in duodenum
- Gal emulgeert vetten, oppervlakte vergroting
Stap 5 jejunum + ileum:
Functies:
- Afbreken en opnemen van voedingsstoffen en water
- Voortstuwen en mengen van voedselresten
, - Jejunum: laatste suikers afbreken
- Darmflora (geheel bacteriën) toegevoegd
Ileum: darmwandplooien & villi & microvilli → vergroot opp. → meer darmsappen produceren (via
klierbuisjes → meer voedingsstoffen opnemen.
Stap 6 colon:
Functies:
- Terugresorptie water en hierdoor comprimeren feaces (ontlasting)
- Opname vitamine gevormd door bacteriën
- Opslaan van feaces tot defacatie
- In darmflora → goede bacteriën verdedigen (massaal bekleden)
zich tegen slechte bacteriën → niet in bloedbaan
Stap 7 rectum/anus:
- Laatste 12 cm colon, opslag tot aandrang.
De voedingsstoffen noemen die het lichaam nodig heeft, de chemische vertering en opname van
voedingsstoffen beschrijven.
De functies en regeling van de vertering en opname van voeding bespreken.
Voedingsstofen: brandstoffen, bouwstoffen & beschermende stoffen.
Bouwstoffen:
- Groei & ontwikkeling
- Herstel bij verwondingen en beschadigingen
- Aanmaak van nieuwe cellen en weefsels
Beschermende stoffen:
- Mineralen en vitamines die ziektes kunnen vermijden
Brandstoffen leveren energie voor oa:
- In stand houden lichaamstemperatuur
- Alle bewegingen die je maakt
- Groei, ontwikkelingen en herstel
Essentiële voedingsstoffen:
1. Water → transport stoffen, temperatur, smeren gewrichten.
2. Koolhydraten → enkelvoudig, tweevoudig, meervoudig, verteerbaar (aardappels) &
onverteerbaar (voedingsvezels → trekt vocht aan, goed voor ontlasting).
3. Eiwitten → nodig bij opbouw, onderhuid en herstel lichaam.
4. Vetten → essentiële vetzuren = omega 3 & 6
• Onverzadigde vetten: LDL-cholesterol (slechte cholesterol) verlagen
• Verzadigde vetten: LDL-cholesterol verhogen