Dit document omvat een volledige samenvatting van Bedrijfseconomie in de richting Organisatie en Management (BULA en HCM). Deze les werd gegeven door Lector Brasseur. In 1ste zit slaagde ik met 17/20 voor dit vak.
Micro Economie
Topic 1: Inleiding
Economie
Wat is economie?
= de sociale wetenschap → economie bestudeert menselijke keuzes
= onderscheiden van patronen en proberen voorspellingen te doen
= doorgaans een vereenvoudigde voorstelling van de realiteit, gebaseerd op allerlei veronderstellingen.
Waaraan is economie niet gelijk? En waarom niet?
Economie is geen exacte wetenschap → gebaseerd op keuzes die mensen maken, waardoor we geen
exacte voorspellingen kunnen doen of bewijzen.
Wat kunnen we dan wel doen om de economie in te schatten?
Gegevens bekijken en zoeken naar trends en terugkerende patronen. Maar de veronderstellingen kunnen
in de realiteit niet altijd kloppen.
Welke veronderstellingen zijn er?
• Ceteris-paribus-clausule
• Perfecte informatie
Wat is de ceteris-paribus-clausule veronderstelling?
We veronderstellen dat alle andere variabelen ongewijzigd blijven, wanneer we één parameter
veranderen.
• In realiteit veranderen alle parameters voortdurend en beïnvloeden die veranderingen elkaar
Bv:
Water kopen als het buiten 3° is of 30° .
Wat is de perfecte informatie veronderstelling?
We veronderstellen dat alle ‘actoren’ in de economie op elk moment dezelfde en alle informatie hebben
om keuzes op te baseren.
• In realiteit moeten consumenten en producten genoegen nemen met beperkte informatie.
Wat is de reden om deze veronderstellingen te nemen en niet verder te gaan met de werkelijke
situatie?
Op deze manieren krijgen we meer inzichten in een zeer complexe realiteit. Door deze vereenvoudiging
krijgt een zeer breed publiek toegang tot de principes van de economie en kunnen we leren van het
verleden om betere beslissingen te nemen in de toekomst.
Hoe berekenen we groei(percentage)?
Nieuw – oude / oude x 100
Bv: van 40 naar 60
60 – x 100
x 100
0,5 x 100 = 50% groeipercentage!
1
,Legende:
Betekenis Afkorting
Totale kosten TK
Gemiddelde totale kosten GTK
Totale vaste (constante) kosten TCK
Vaste (constante) kosten CK
Totale variabele kosten TVK
Variabele kosten VK
Totale opbrengst TO
Break-even 0
Winst #
Geproduceerde goederen X
Marginale opbrengst MO
Marginale kosten MK
Kapitaal K
Consumptie C
Arbeid L
Natuur
Factorvergoedingen / output Y
Invoer (import) Z
Uitvoer (export) X
Netto import NX
Marktprijs Pm
Vraagfunctie Xv
Aanbodfunctie Xa
Vraag V
Consumeren P-stroom
Investeren I-stroom
Betalen voor consumptie C-stroom
Betalen lonen Y-stroom
Sparen S-stroom
Productiefactoren ter beschikking stellen F-stroom
Overheidsbestedingen G-stroom
Nettobelastingen T-stroom
Toegevoegde waarde TW
Gerealiseerde investeringen Iep
Gewenste investeringen Iea
Kortetermijnsaanbod aggregatieve aanbod AA
Langetermijnaanbod aggregatieve aanbod LAA
IPAT-vergelijking I = Impact
P = bevolkingsgroei (population)
A = consumptie/productie groei (Affluence)
T = natuurlijke bronnen (Throughput)
2
,Schaarste en behoeften
Wat is behoeften?
= het aanvoelen van een tekort en het verlangen dit in te vullen.
• Zeer verscheiden:
o Collectief
o Individueel
o Materieel
o Immaterieel
o …
• Wordt verondersteld onbeperkt te zijn → we hebben nooit genoeg en willen altijd meer.
Wat is schaarste?
= beperkt aanbod van middelen om onze behoeften te bevredigen
• Schaarste kan variëren in tijd.
Bv: efficiëntere productie, waterschaarste, olie, ..
• Bv beperkt aanbod/hoeveelheid
o Grondstoffen zijn beperkt beschikbaar
o Tijd
o Arbeid (aantal werkwilligen)
Schaarste en waarde van goederen
Vertel iets over schaarste en waarde van goederen?
Gaan hand in hand!
• Goederen zijn vaak duurder naarmate ze schaarser zijn.
• Goederen moeten gewild zijn om een bepaalde waarde te krijgen
Bv: Een uniek kunstwerk krijgt pas waarde als er mensen zijn die het werk willen kopen.
• Sommige goederen zijn niet schaars en dus veelal gratis
Bv: lucht is voor iedereen beschikbaar en is dus (nagenoeg) gratis.
Keuzeproblemen in de economie
Wat is een keuzeprobleem?
Welke middelen gaan we aanwenden om in welke behoefte te voorzien?
Bij wie stelt het keuzeprobleem zich allemaal?
• Producent
• Consument
• Andere spelers bv: de overheid
Producent:
Hoe uit het keuzeprobleem zich bij de producent?
In de beschikbaarheid van productiefactoren.
Wat zijn productiefactoren?
= middelen die de producent kan inzetten voor productie en die meestal niet onbeperkt beschikbaar zijn.
• Niet vrij te verkrijgen maar moeten vergoed worden
Wat is de vraag dat de producent zich zal stellen?
Met welke producten zal ik het meeste winst maken?
Consument
Hoe uit het keuzeprobleem zich bij de producent?
In de beschikbaarheid van budget (= beperkt)
Bv: je hebt honger en dorst maar je hebt maar 2 euro. Welke behoefte ga je voldoen want beide zal
hoogstwaarschijnlijk niet lukken? Welke keuze maak je?
Andere spelers bv: De overheid
Hoe uit zich het keuzeprobleem bij de overheid?
Zij moeten beslissen hoe zij de schaarse middelen inzetten. Bv meer in onderwijs, infrastructuur,
veiligheid, …?
Wat is het gevolg van het maken van een keuze?
Opportuniteitskost
Wat is een opportuniteitskost?
= alternatieve opbrengst dat je misloopt omdat je een andere keuze hebt gemaakt.
• Keuze maken voor het ene betekent verlies van het andere
• Op dezelfde tijd loop je van alles mis
• Kiezen = verliezen
• Niet intuïtief
Bv: extra jaar studeren of gaan werken → gaan werken = 30 000 euro krijgen, naar school gaan kost 1000
euro + de opportuniteitskost van 30 000 euro die je misloopt.
• Op lange termijn kan je misschien wel hoger loon hebben en dus kost terugverdienen door
hoger/extra diploma
Gevolgen van keuzes op de economie
Hoe bestuderen we de gevolgen van keuzes?
Niet de individuele keuzes van producenten en consumenten maar wel de gevolgen van de keuzes op de
economie.
Op welke 2 niveaus komen deze keuzegevolgen voor?
• Micro-economie → 1 markt, 1 dienst/goed
• Macro-economie → economie in zijn geheel
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sarahvancamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.