HC Anatomie Spijsvertering
Onderdelen tractus digestivus
Het lichaam (binnenwereld) is van de omgeving afgegrensd door epitheel. Binnenkant van
de darm is eigenlijk de buitenwereld. Moet dus door epitheel heen om naar binnen te komen.
Tractus digestivus maakt mechanische en enzymatisch van grote brokken voedsel kleine
stoffen. Absorptie is de kleine stoffen die de tractus digestivus opneemt. Secretie van
enzymen, emulgatoren, co-factoren en afvalstoffen.
Spijsverteringskanaal
Mond
Speekselklieren
Oropharynx
Dunne darm: Oesophagus, Maag (gaster), dunne darm (duodenum, jejunum, ileum en de
klieren: pancreas lever, galblaas).
Dikke darm (colon ascendens, transversum, descendens, sigmoidalis)
Rectum
Anus
Darm bestaat uit vier lagen: Mucosa, submucosa, muscularis externa en serosa/adventitia.
Mucosa
Mucosa bestaat uit een epitheellaag (basaal membraan), lamina propria (bindweefsel) en
muscularis mucosae (spier). Is een slijmvlieslaag. Functie is een barrière vormen, absorptie
en secretie. Bindweefsel, de lamina propia is de onderhoud laag van het epitheel. Als de
muscularis mucosae samentrekken worden de villi een beetje ingetrokken. Dan raak je dus
oppervlakte kwijt, dit ten gunste van de doorstroming.
De lamina propia zorgt voor transport van en naar het epitheel. In de lamina propia zitten
bloed- en lymfevaten. Lactalen zijn de lymfetakken. Biedt ook ondersteuning voor het
epitheel. Is een immunologische barrière (GALT) omdat er dus ook immuuncellen aanwezig
in zijn. Bestaat ook MALT, zijn de immuncellen in de mucosa.
Submucosa
Bestaat uit bindweefsel. Functie is transport van en naar de mucosa. Ondersteuning van de
mucosa. Vooral van de muscularis mucosae. Geeft coördinatie aan deze spier en innerveert
deze (Plexus Meissner). Laag bevat niet alleen bloed en lymfe vaten, maar ook zenuwen.
Muscularis externa
Zorgt voor de peristaltiek. Bestaat uit een cicularis glad spierweefsel. Spiraal met klerine
spoed. Longitudanlis glad spierweefsel spiraal met grote spoed. Richting is ten opzichte van
de darm. Kleine spoed betekent veel windingen per lengte, kleine ruimte tussen de
windingen. Circulaire laag zorgt voor pinchen dus het kleiner worden van het lumen,
longitudinale laag voor lengte verkorting. Peristaltiek is het voortbewegen van de inhoud van
de darm door de spieren. Worden geïnnerveerd vanuit de Plexus van Auerbach.
, Serosa/adventitia
Adventitia is de buitenste laag bindweefsel die doorloopt tot aan een ander orgaan. Serosa is
de buitenste laag bindweefsel die doorloopt tot aan een afdekkend mesenterium. Als een
orgaan glad is, is deze bedekt met mesenterium en ligt deze intraperitoniaal.
Innervatie
De darm wordt autonoom/vegetatief geïnnerveerd. Kunnen we niet vrijwillig bedienen. Het
sympatisch zenuwstelsel is in tijden van actie (FFF). Parastympatisch voor rust en herstel
(R&R). Sympatische schakelt kort-lang. Uit het ruggenmerg een korte zenuw naar ganglion,
daar een schakel naar lange perifere zenuw. Bij parasympatisch juist een lange zenuw
vanuit het ruggenmerg naar een ganglion bij het target orgaan in een plexus. Dan korte
schakel. In plexus wel een mix van de zenuwen. Bij sympatische zenuwstelsel Ach en
NorAd. Bij parasympatisch Ach en Ach.
Sympatische zenuwvertakkingen vooral uit het thoracale deel. Parasympatische
zenuwvertakkingen vooral uit cervicaal en sacraal. Zenuwstelsel van de darm wordt ook wel
het enterische zenuwstelsel genoemd.
Epitheel
Epitheel bestaat lateraal uit tight junctions, desmosomen en gap junctions. Apicaal uit cilia,
stereocillia en microvilli. Basaal een basaal membraan. Dit is de hechtlaag waar de
epitheelcellen met hemidesmosomen aan vast zitten.
Functie zijn fysieke barrière, absorptie en secretie. Secretie van enzymen, mucus (slijm),
hormonen en antilichamen. Slijmproductie vooral belangrijk aan het begin en aan het eind,
de oesophagus. Richting het rectum ook steeds meer slijm producerende cellen.
Bindweefsel
Bestaat uit fibroblasten en adipocyten. Bevat ook immuuncellen. De extracellulaire
substantie bestaat uit glycoproteïnen, collageen etc.
Macroscopie abdomen
Als het buikvlies opengemaakt wordt kijk je naar het omentum majus. Hangt aan de
onderrand van de maag over de organen heen. Colon transversum zit aan de achterkant
verkleefd met het omentum majus.
Omentum minus verbindt de maag en het duodenum met de lever. Bestaat uit ligamentum
hepatogastricum en ligamentum hepatoduodenale. Lopen de vena portae, arteria hepatica
en ductus golacus (?). Omentum minus sluit de achterkant van de maag af. Kan bereikt
worden via de foramen omentalen. Achterkant is de bursa omentalis.
Buitenbocht van de maag omentum majus, binnenbocht omentum minus. Pancreas ligt
secundair retroperitoneaal. Is verkleefd met de achterwand in de bursa omentalis.
Trachea is ook een onderdeel van de darm, niet van de tractus digestivus, maar heeft dus
wel dezelfde opbouw.
Het duodenum ligt achter de rest van het darm. Als het door het mesenterium heen steekt is
het jejunum. Daarna het ilieum. De achterwand van de darm is met een dorsaal mesenterium
verbonden met de dorsale achterwand. Het ilieum sluit aan op het colon. Het caecum is de
blinde darm, heeft een uitsteeksel de appendix. Het colon transversum zit tegen het
omentum majus aangeplakt. Ligamentum van trites is het ophang stukje van het duodenum
en ligt achter het peritoneum. Zijn secundair retroperitoneaal.