Wat is filosofie? = is een filosofische vraag --> gaat daarom gepaard met complicaties, je wordt
geconfronteerd met wat filosofie zelf is
-definitie filosofie:
= opsomming van reeks kenmerken of een reeks eigenschappen die nodig zijn voor het juist kunnen
beschrijven van de filosofische bepaling, die je vindt bij alle filosofen en uitsluitend bij filosofen -->
het achterhalen van de voorwaarden die moeten vervuld zijn om het begrip filosofie op een correcte
manier te gebruiken
Op grond waarvan noemen we iets (een boek, een theorie) filosofisch?
=een houding/ een attitude ten opzichte van het leven, de werkelijkheid, het goede en kwade wat je
overkomt --> filosofische houding is een relativerende houding: er zijn veel meningsverschillen over
wat nu de enige juiste houding is dat staat voor het begrip filosofie
Er zijn ook niet-filosofen die kunnen relativeren: er moet genoeg zijn voor je kan zeggen dat
iets filosofisch is = ‘het is altijd iets’ of ‘dat kan gebeuren’ is relativeren maar niet filosofisch
Ook niet alles dat filosofisch is wordt gerelativeerd, het is meer dan enkel relativeren
(objectief bekijken)
-Whitehead uitspraak over filosofie:
=activiteit die begint bij de verwondering en eenmaal de filosofische gedachte ten einde is gekomen
ook eindigt in de verwondering, deze is altijd aanwezig tijdens de filosofische activiteit maar ook
tijdens niet-filosofische activiteiten bij niet-filosofen geldt deze uitspraak --> er moet opnieuw meer
dan alleen verwondering zijn voor je met filosofie te maken hebt, sommige dingen zijn gewoon te
dun om filosofisch te zijn
-Vertwijfeling: Schopenhauer, Kierkegaard
=vertwijfeling is de grondhouding van de filosofie, het is de basis van de filosofie --> moment waarop
het leven de weg niet meer wijst en je niet meer weet welke keuze je moet maken = kern van
filosofie --> er moet meer aanwezig zijn dan enkel vertwijfeling voor men pas van filosofie kan praten
= iedereen kan vertwijfelend zijn maar dat volstaat niet om te kunnen spreken van filosofie
-Kritisch denken: Descartes
=kritisch denken: staat overal in de filosofie centraal, het wordt als de nieuwe kern gezien, kritisch
denken komt overal terug en wordt telkens herhaald --> een kritiek ten opzichte van alles dat waar
lijkt te zijn = vragen stellen en telkens reflecteren --> afstand nemen van autoriteiten (ouders, werk,
vrienden, school) maar ook wat je ziet, wat je denkt
Die twijfel over wat nu waar is, is de kern van de filosofie
MAAR: filosofie is niet enkel kritisch = in de mate dat kritiek toch heel filosofie kenmerkt, is de
attitude toch niet uniek voor filosofen --> zowel verwondering, vertwijfeling als kritisch denken zijn
een attitude binnen de filosofie
Kritisch denken is niet alleen eigen aan filosofie maar aan alle academische disciplines
,-filosofie is een attitude maar het is ook een methode:
Geen van de attitudes blijkt de kern van de filosofie volledig te omvatten en te beschrijven --> we
kijken nu naar de methodes
-methode = de instrumenten die je hebt om een bepaald doel te realiseren, het pad dat je moet
volgen om ergens uit te komen
De filosofie wordt nu net getypeerd door het gebruik van bepaalde specifieke methodes:
Vaak gebruik gemaakt van intuïties = gedachten die je zo scherp mogelijk probeert te krijgen
om dan met die zuivere en precieze gedachten heel precies werk te gaan leveren
Vaak ook gebruikt gemaakt van conceptuele analyse: we zijn het concept filosofie aan het
analyseren --> we willen het concept uiteen halen in deelconcepten die samen de
eigenschappen vormen die er moeten zijn om van filosofie te kunnen spreken =
kernmethode van de filosofie, vandaar dat ‘wat is filosofie?’ een filosofische vraag is
Gedachte –experimenten: experimenten die je niet in de realiteit kan uitvoeren omdat ze
onethisch of onmogelijk zijn maar ze zijn wel in staat om beter grip te krijgen hoe we
begrippen gebruiken of om intuïties krachtig genoeg te maken om ermee te kunnen werken
Argumenteren: je vertrekt van een aantal veronderstellingen/premissen en redeneert naar
een conclusie vanuit bepaalde afleidingsregels
Maar opnieuw zijn dit allemaal geen unieke methodes voor filosofie, je vindt deze allemaal terug in
de meeste academische disciplines of bij andere wetenschappen + in de mate dat ze toch uniek zijn,
zijn ze niet algemeen-filosofisch
-filosofie is naast een attitude en een methode ook een domein:
-filosofie houdt zich bezig met onbeantwoordbare vragen en fundamentele problemen = de
problemen die ze willen beantwoorden zijn onbeantwoordbaar --> filosofie is een principe dat
diepgaat en ligt daardoor op de grens van het begrijpen, waardoor de vragen die ze wilt
beantwoorden geen antwoord hebben = ‘Bestaat God?’ of ‘Wat is ziekte?’
-->het domein bepaalt niet of iets filosofisch is = omdat enerzijds er een heel aantal andere
praktijken zich ook bezighouden met vragen die op dit moment geen antwoord voor is, anderzijds is
het dat de filosofie zich niet enkel bezighoudt met vragen waarop geen antwoord te vinden is. Ook
wel beantwoordbare vragen maken deel uit de filosofie
Ook niet elke vraag waarop geen antwoord is, is filosofisch = ‘waarom is vanille -ijs wit en is
vanille bruin van kleur?’
-een definitief antwoord op de vraag ‘wat is filosofie’ blijft ontbreken maar we krijgen steeds meer
een duidelijker beeld = we krijgen hier steeds meer vat op
Meerkeuzevraag: Volgens Whitehead begint de filosofie bij
1. De vertwijfeling
2. De twijfel
3. De bewondering
4. De verwondering
4 deeldomeinen:
,-filosofie kan het best beschreven worden als een discipline die bestaat uit deeldisciplines
-->je verschuift de definitie van filosofie naar de definitie van de 4 deeldomeinen: ‘wat is logica?’...
= opnieuw zit je met antwoorden bij de 4 deeldomeinen die minstens niet volledig zijn, niet
helemaal bevredigend
Er wordt een onvolledige poging gedaan om de deeldomeinen te begrijpen
Metafysica = de studie van wat bestaat en de aard van die bestaande dingen
Wat er nu op deze moment bestaat, het verleden bestaat niet --> wat is tijd dan? Bestaat tijd
wel? Wat is de aard van tijd als deze wel bestaat? = typische metafysische vraag
Logica: de studie van geldigheid van redeneringen en argumenten --> wanneer is iets geldig
en wanneer niet
Ongeldige redenering (drogredeneringen): post hoc, ergo propter hoc = aangezien iets volgt
op iets anders, dat iets veroorzaakt wordt door iets anders
Ongeldige redenering: affirming the consequent: P --> Q, Q --> P = vb. Als het regent dan
wordt het gras nat en het gras is nat dus het regent
Opgepast:
Geldige redenering: P --> Q: vb. Als het regent dan wordt het gras nat en het regent dus
wordt het gras nat = zorgt voor betrouwbare conclusies
Wat maakt P-->Q geldig en P-->Q, Q --> P ongeldig
Epistemologie = de studie van aard en mogelijkheid van kennis
Kunnen we kennis hebben dat niet waar is? Wat is waarheid? Welke vormen van kennis
kunnen we hebben als we kennis kunnen hebben? Kunnen we kennis hebben?
Men maakt veel gebruik van gedachtenexperimenten: heel bekend = brain in a vat
Brain in a vat: Stel dat je een hoopje hersenen bent in een sterrenstelsel hier ver vandaan en
je hersenen worden gestimuleerd door wetenschappers op aarde waardoor je denkt dat je
ook op aarde aanwezig bent en dat je alles echt in werkelijkheid meemaakt = je kan niet met
zekerheid weten dat dit scenario niet het geval is --> alles wat we meemaken en doen
gebeurt in een droom, inclusief onze dromen: brain in a vat
Moraalfilosofie: studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad (aard,
bestaan)
Bestaat goed en kwaad? En wat maakt goed iets goed, op grond waarvan? Bestaat er echt
iets dat fout is? = we krijgen geen vat op het kwaadaardige, het is ons oordeel maar wat is
objectief goed en kwaad?
Trolley problemen: trein met mensen die op de sporen liggen = ethisch dilemma --> wanneer
doe je het goede? Hoe weten we of de goede of slechte keuze gemaakt hebben?
Op examen: meerkeuzevraag: ‘Bij welk deeldomein past deze vraag het beste?’
Filosofie is datgene dat zich in geschiedenis heeft laten zien als filosofisch: Wat kan je kwalificeren
als filosofisch in de geschiedenis? --> methode kan alleen maar werken als je weet wat filosofie is,
maar methode had als doel om erachter te komen wat filosofie is = geen geschikte manier om
definitie te achterhalen maar interessant omdat het aantoont dat de betekenis vinden van een
definitie moeilijk is
-->de filosofie heeft zichzelf in het verleden meerder keren heruitgevonden en opnieuw gevormd,
zelf regelmatig nieuwe richting en doelen uitgekozen
-->de filosofie definieerde zich tegenover de mythologie = een andere manier van kennen: door
middel van verhalen wou men een antwoordt vinden op de oorsprong van de mens, de wet, de
religie --> filosofie plaats zich tegenover die verhalen en probeert op grond van de kritische
redelijkheid, antwoord te geven op de vragen van de oorsprong --> dit leidt tot een bepaalde vorm
van filosofie
Later in de tijd: de filosofie verhoudt zich tegenover de dominante religie die een belangrijke rol is
gaan spelen = de taak van de filosofie was in de middeleeuwen vooral de religie bijstaan en
ondersteunen en ondergeschikt maken aan de religie, ze kunnen niet tegen de religie ingaan =
filosofie wordt de dienstmaagd van theologie
Nog later in de tijd: ontstaan moderne wetenschap: deel van het belang van de religie wijzigt en
hierdoor wordt het belang van de filosofie groter maar het moet een meerwaarde kunnen bieden
tegenover de wetenschap die in die tijd gezien wordt als brenger van de pure waarheid
Dit gebeurt tot de dag van vandaag nog altijd
Conclusie:
Geen noodzakelijke en voldoende voorwaarden (kenmerken), eerder prototypes en
randgevallen
Attitude, methodes en deeldomeinen = spelen een rol en kunnen op verschillende manieren
met elkaar samengaan
Historische verklaring voor deel van variatie
Functie filosofie:
Waarom filosofie? Filosofie wordt als een scheldwoord gezien
Warrig en verwarrend
Onpraktisch, onhandig
Nutteloos
-Filosofie is waardevol in academische opleiding = persoon verbreden en verdiepen, je krijgt een
bepaalde vorm van denken mee, je leert afstand nemen van datgene wat evident is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper millahernans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,66. Je zit daarna nergens aan vast.