Samenvatting: Wageningen University Research
Vaknaam: Environmental economics and environmental policy
Onderdeel: Milieubeleid
Vakcode: ENR-20306
Gemaakt door: Igor Hoogendoorn
Samenvatting tentamenstof, gemaakt in studiejaar 2018/2019 (23 pagina’s
1 Hoorcollege 1 : institutionalisering van milieubeleid...........................................................................1
2 Hoorcollege 2: nationaal milieubeleid en EU.......................................................................................3
3 Hoorcollege 3: beleid theorieën en instrumenten..............................................................................6
4 Hoorcollege 4: internationaal milieubeleid.......................................................................................10
5 Hoorcollege 5: de rol van de civil society...........................................................................................13
6 Hoorcollege 6: theorieën over oorzaken (culturele en structurele uitleg van milieudegradatie)......17
1 Hoorcollege 1 : institutionalisering van milieubeleid
Algemene informatie
Regelgevende instituties en organisatorische instituties, overheid met tweede kamer of
ministeries en NGO’s
Tot aan 1966 thema milieu niet in troonrede benoemd. Rond de jaren 90 enorm veel
aandacht voor milieu.
Limits to growth (1972): rapport aan de club van Rome, niet door de club van Rome. Het is
een computer model dat een ineenstorting van het economisch systeem voorspelt bij
ongeremde groei. Is een berekening over voedsel, populatie en vervuiling. Door meer
vervuiling, uitputting en verontreiniging is er minder voedselproductie mogelijk wat zorgt
voor een daling van de populatie. (Tweede golf)
Brundtland report: 1987. Ging over milieu en ontwikkeling: milieu, verhouding ontwikkelde
en ontwikkelingslanden.
UN conference on Environment and Development in Rio de Janeiro in 1992. Volgend op het
Brundtland report. Ging over klimaatverandering en biodiversiteit en er warden meerdere
verdragen getekend. (derde golf)
In de vierde organisatie onstond ook de anti-klimaatlobby. ‘’climategate’’, geloofwaardigheid
onderzoeken in twijfel getrokken (2009). Daarnaast wereldwijde economische crisis zorgde
voor een daling van aandacht voor milieu. Vanaf 2014 weer mogelijk begin van een nieuwe
golf. SDG’s en klimaatverdragen gemaakt.
1
, SDG’s: sociaal, milieu, economie en governance.
Principe van de triple bottum line (people, planet, prosperity) , ofwel social inclusion,
environmental sustainability, and economic development), plus good governance
Hoe is het milieubeleid tot stand gekomen? (bouwstenen)
Milieugolven, niet rechtlijnig (met extra aandacht voor het milieu)
Vier golven: 1900, 1970, 1985, 2000
In de eerste golf werd natuurbeheer geïnstitutionaliseerd. Natuurbescherming centraal
onderwerp. De urbane elite was de sociale drager van dit beleid. Het debat was niet tegen
industrialisme of kapitalisme. Vooral in West-Europa, de VS en in koloniën.
Institutionalisering: natuurbeschermingsorganisaties, private natuurparken opkopen en
nationale parken oprichten. Ook ontstond de soortenbescherming. (Yosemite park California,
eerste natuurreservaat in 1864). In Nederland meer dan 100.000 HA natuur.
In de tweede golf, aan het eind van de jaren 60, staat modern environmentalisme centraal.
Naast het groene milieu, komt er meer aandacht voor het grijze milieu (chemicaliën en
pesticiden en grondstoffen, in plaats van alleen maar natuur wat groen is). De sociale dragers
waren de middenklasse en nieuwe NGOs. Het debat was tegen moderne instituties:
industrie, markteconomie en de bureaucratische staat. Het vond plaats in vooral OECD
landen. Institutionalisering: milieuorganisaties (WWF, Greenpeace, milieuministeries, wet–
en regelgeving, milieuonderzoek en –onderwijs. Ook wel de groene golf genoemd, milieu
organisaties zoals wij die kennen zijn in deze periode tot stand gekomen. Een voorbeeld van
een probleem in deze tijd was de populatiedaling van roofvogels in Nederland als gevolg van
bestrijdingsmiddelen zoals DDT. Het komt in de voedselketen terecht, hele kleine deeltjes,
maar omdat ze persistent zijn blijven ze wel bestaan. Plankton neemt dit op, wat voedsel is
voor andere dieren in de zee (ophoping gif).
In de derde golf (midden jaren 80 en 90) stond economie en milieu centraal en de
grootschalige milieuproblemen. De sociale dragers: bredere segmenten in de samenleving,
dus ook de bevolking. Het debat ging over Noord-Zuid problematiek, economie en milieu.
Geografie: alle landen in de wereld. Institutionalisering:…….
Bronnen verzuring: door zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak. Door Europees beleid
vanaf 2000 bijna alle problemen van verzuring van de bodem verminderd. In de jaren 80 en
90 enorm Europees beleid.
In de vierde golf (eind jaren 1990 tot midden jaren 2000) stond het onderwerp
klimaatverandering, ontbossing, overbevissing en consumptiepatronen centraal. De sociale
dragers: niet-statelijke actoren (bedrijven, NGOs en individuele burgers). Het debat gaat over
globale problemen, globale actie, samenwerking wereldwijd, globalisering en protest en
klimaatskeptici. Geografie: van internationaal naar transnationaal (instituties die boven
landen uitstijgen). Institutuinalisering: mondiale milieuverdragen (Kyoto protocol voor
reductie broeikasgassen) en globale regulering door NGOs (FSC, met duurzame labels).
2