Samenvatting Bachelorwerkgroep 4 kwantitatieve deel
Samenvatting Bachelorwerkgroep 4 Kwantitatieve deel
College 1: Factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse
BWG4 kwantitatief: waar gaat het over?
• Tijdens de cursus BWGBO4 leer je de – voor onderzoek in de Bestuurs- en
Organisatiewetenschappen – belangrijkste statistische toetsen en deze tevens te gebruiken.
• Na deze cursus ben je in staat kwantitatieve onderzoeksartikelen (journal articles) te
begrijpen.
BWG4 kwantitatief: waar gaat het over?
• Week 1
o Correlatie
o Factoranalyse
o Betrouwbaarheidsanalyse
• Week 2
o Regressieanalyse (enkel- en meervoudig)
o Mediatie analyse
• Week 3
o Moderatie
Belangrijke data
• Voorkennistoets BIS
o Maandag 6 januari: TenT blok 3, & 8, 15:15 – 18:00
• Eindtoets
o Woensdag 29 januari: TenT blok 1, 2, & 4, 15:15 – 18:00
• Herkansing
o Maandag 09 maart: TenT blok 8, 18:45- 21:30
Eindtoets bestaat uit 40 MC-vragen (12/13 vragen mogen maar fout zijn):
• Kennisvragen statistiek (+/-10 vragen)
• Praktische vragen SPSS (+/- 21 vragen)
• Kwalitatieve deel (+/-10 vragen)
Week 2 - 3:
• Maandag:
o HC HG-14A00 (statistische theorie & SPSS output)
• Dinsdag:
o HC HG-14A00 (statistische theorie & SPSS output).
o CANVAS 12:45 (Tutorial: opdracht die je voor do maakt)
• Donderdag:
o Tutorial HG-14A00 (hoe in SPSS). Uitleg over het tutorial.
o CANVAS (thuistoets 3x). Duur: max 2.45 uur. Gaat zondag 24:00 dicht (begin dus
uiterlijk om 21:15 uur!). Geen klassikale toelichting, wel een online uitwerking.
Week 4
• Maandag:
o Na college gaat het tutorial open (dinsdag uitleg).
• Donderdag:
o Responsiecollege.
1
,Samenvatting Bachelorwerkgroep 4 kwantitatieve deel
Literatuur
• Boek BIS
• Voornamelijk slides van de colleges en tutorials
o Voornamelijk met de menu’s en syntax
o De menu’s zijn leidend: de analyse wordt (meestal) gekozen in de menu’s en de
uiteindelijke analyse wordt geplakt in SPSS-syntax (en daarna ge-runt).
• Pallant
o Volgen stappenplannen
o Laat zien hoe SPSS-syntax kunt laten genereren en hoe deze syntax eruitziet.
Cijfer
• Deeltoets kwalitatieve methoden = indicatief
• Voorkennistoets BIS = Indicatief
• Eindtoets = 100% van je cijfer (moet voldoende zijn!)
• Herkansing= 100% van je cijfer (moet voldoende zijn!)
• Iedere donderdag thuisopdracht: ter oefening eindtoets
• Tutorial dinsdag helpt bij maken thuisopdracht
• Thuisopdracht middels CANVAS afgenomen (2.45 uur)
• Thuistoetsen en tutorials worden niet becijferd.
College agenda
1. Doel van vandaag: “snappen” betrouwbaarheids- en factoranalyse
o Voorbeelden van vragenschalen in relatie tot betrouwbaarheids- en factor analyse
2. Correlaties
o Sterke van de correlatie
o Correlaties in relatie tot betrouwbaarheid
o Correlaties en hun standard error/sampling error en de rol van de steekproefgrootte.
3. Validiteit en betrouwbaarheid
4. Betrouwbaarheid en betrouwbaarheidsanalyse
o Cronbach’s alfa
5. Onbetrouwbaarheid
6. De voordelen van een index/schaal in relatie tot de betrouwbaarheid van de meting
7. Validiteit en factoranalyse
o Wat is een factoranalyse?
o Factoranalyse = validiteitsanalyse
o Systematische meetfouten (vermijden en diagnose).
1. Doel van vandaag: begrijpen betrouwbaarheids- en factoranalyse
• Stel: je gaat volgend jaar een kwantitatief onderzoek doen. Je werkt een onderzoek model uit
en neemt – om je hypotheses statistisch te kunnen toetsen – een vragenlijst af bij
respondenten.
• In onderzoek meet je één variabele vaak door meerdere vragen over het construct te stellen.
Daardoor kun je het construct vaak nauwkeuriger meten (voorbeeld: hoe gaat het?)
• Van je verschillende vragen wil je variabelen kunnen maken, zodat je de hypotheses van je
onderzoek kunt toetsen.
• Hoe kom je erachter dat je schalen betrouwbaar en valide zijn (d.w.z. meet je wat je wilt meten
en niet iets anders?):
o Correlaties
o Betrouwbaarheidsanalyse - Factoranalyse.
2
,Samenvatting Bachelorwerkgroep 4 kwantitatieve deel
Analysetechnieken van vandaag
• Betrouwbaarheidsanalyse, factoranalyse
o Hoe goed meet je de variabelen?
- Betrouwbaarheid: komt er bij hermeting hetzelfde uit?
- Validiteit: meet je het bedoelde concept, of ook nog iets anders (bias).
o Logisch gezien gaat factoranalyse (validiteitsanalyse) vooraf aan
betrouwbaarheidsanalyse, maar wij doen het hier omgekeerd.
• Bij data-analyse begin je normaal gesproken dus bij factoranalyse!
Voorbeeld
• Het volgende voorbeeld is ontleend aan onderzoek van Wisse en Sleebos (2016) over duistere
leiders.
• De variabelen Machiavellisme (onbetrouwbaar is, gericht op macht, status en geld),
Psychopathie (grillig, kille mensen, ijskoude beslissingen, uitblinken in organisatieverandering,
saneren, kennen geen emotie) en Narcisme (staat graag op het toneel, het leven is zijn of haar
show, bekommert zich niet om de ander, geen vrienden? Dan heb je een probleem) werden
gemeten met meerdere indicatoren (ook wel stellingen, vragen, items, et cetera).
• Betrouwbaarheidsanalyse gaat over de indicatoren van één variabele tegelijk (bijvoorbeeld
Machiavellisme).
• Bij factoranalyse gebruiken we de indicatoren van meerdere variabelen tegelijk! We toetsen
of de indicatoren van de verschillende variabelen bij hun “bedoelde” variabele horen.
Duistere leiders
Waarom vragenlijst? Bij het onderzoeken naar persoonlijkheid in organisatie is het gebruik van
vragenlijsten is een handige, doeltreffende manier om te werken. Je kan alle manieren gebruiken, als
een observatie, interview, maar is geen
efficiënte manier om te gebruiken. Geven
mensen eerlijk antwoord op een vragenlijst?
Ja, want het is hun wereld. Door steeds de
beste items te selecteren die enerzijds de
typen personen meten, zijn ze op deze verkorte
meetinstrument uitgekomen. Meer vragen is
beter, maar een korte vragenlijst is heel
handig. Je belast mensen niet en je krijgt toch
antwoord op wat je wilt weten. Dit soort typen
mensen wil je over het algemeen niet in je
organisatie. Het is wel goed om te weten hoe
het bedrijf eruitziet.
Betrouwbaarheidsanalyse: Je gaat kijken of de
items van machiavellisme goed bij elkaar horen.
Items 1 en 2 correleren 0.80. Item 3: -0.03 en
item 4: 0.04. Hoe dichter bij de 0, hoe zwakker
de correlatie. Naarmate de correlatie hoger is,
dus meer naar 1 gaat, dan zijn twee dingen die
met elkaar correleren, steeds minder te
onderscheiden en de samenhang is hoog en dat
ze dan identiek aan elkaar zijn. Item 1 en 2
correleren dus goed met elkaar en meten dus
hetzelfde. Item 3 en 4 lijken qua beantwoorden
lijken niet op item 1 en 2. De interne
consistentie van de schaal is niet goed. Het is
3
, Samenvatting Bachelorwerkgroep 4 kwantitatieve deel
geen multidimensionale schaal, die meerdere dingen meet. R 0,7 is de ondergrens van de
betrouwbaarheid van de correlatie.
Betrouwbaarheidsanalyse
Betrouwbaarheidsanalyse = Interne samenhang (consistentie) van 1 schaal te bekijken of die items bij
elkaar horen.
Dit zijn manifeste variabele, maar we meten daar
een latente variabele meet. Latent aanwezig is
verborgen. Het latente construct wat we meten
is Machiavellisme. Het latente construct hangt in
de lucht, maar is verborgen. Dus door die
manifeste items hopen we machiavellisme te
kunnen meten, maar hier is weinig garantie voor.
Als ze allemaal sterk correleren dan meten ze
hetzelfde. Cronbach’s alfa is de mate van inter-
consistentie, ook wel betrouwbaarheid. Hoe
beargumenteren we dat het latente construct
machiavellisme meet, dat is of het overeenkomt
met de literatuur.
Factoranalyse
Gebruiken we om aan te tonen dat item 5,6,7,8 en 9,10,11 en 12 die niet bij item 1,2,3,4 horen en
andersom etc. De factoranalyse gebruiken we om onderscheid te toetsen tussen de schalen, dat de
items van 1 schaal niet bij een andere schaal horen.
4
