HOORCOLLEGES BESTUURSRECHT: BESLUITVORMING
Inhoudsopgave
WEEK 1 ........................................................................................................................................ 2
HC 1A ............................................................................................................................................. 2
HC 1B ............................................................................................................................................. 6
WEEK 2 ....................................................................................................................................... 16
HC 2A ............................................................................................................................................16
HC 2B ............................................................................................................................................29
WEEK 3 ....................................................................................................................................... 39
HC 3A ............................................................................................................................................39
HC 3B ............................................................................................................................................46
WEEK 4 ....................................................................................................................................... 52
HC 4A ............................................................................................................................................52
HC 4B ............................................................................................................................................57
WEEK 5 ....................................................................................................................................... 65
HC 5A ............................................................................................................................................65
HC 5B ............................................................................................................................................72
WEEK 6 ....................................................................................................................................... 78
HC 6A ............................................................................................................................................78
HC 6B ............................................................................................................................................89
WEEK 7 ..................................................................................................................................... 100
HC 7A .......................................................................................................................................... 100
HC 7B .......................................................................................................................................... 104
,WEEK 1
HC 1A
Drie dimensies van het bestuursrecht
- Van der Hoeven (1989)
1) Legitimatie: macht, gezag / wederkerigheid
a. Overheid – Onderdaan / burger
b. Wettelijke grondslag
c. Algemeen belang (bijv. een boete opleggen bij overtreding in het verkeer
(algemeen belang: verkeersveiligheid))
2) Instrumentatie: organisatie en middelen
a. Organisatie
i. Rijk, provincie, gemeente, waterschap, zbo’s, etc.
ii. Soorten bestuursorganen
b. Middelen
i. Publiekrechtelijk, privaatrechtelijk, feitelijk
ii. Juridisch: wetgeving, besluiten, beschikkingen, overeenkomsten
iii. Niet-juridisch: geld (bijv. subsidies), voorlichting
3) Machtsuitoefening zelf
a. Normering van en rechtsbescherming tegen overheidshandelen
i. Normering (gedragsnormen met name voor het bestuur):
1. Bestuursrecht: besluitvorming
ii. Rechtsbescherming:
1. Bestuursrecht: rechtsbescherming
Besluitvormingsnormen
Normen
- Rechtsbeginselen
- Wettelijke normen
- Abbb (algemene beginselen van behoorlijk bestuur) (gedragsnormen
overheidsbestuur)
- Behoorlijkheidsnormen (gedragsnormen overheidsbestuur)
Ratio normen
- Rechtsbedeling (waar heeft de burger recht op?)
- Gelijke behandeling, duidelijkheid
- Communicatie
- Transparantie
- Sociale cohesie, verbinden, draagvlak
Rechtsbeginselen: voor het gehele recht
- Legaliteit
o Bevoegdheidsgrondslag (Vorbehalt des Gesetzes)
o Gebondenheid (Vorrang des Gesetzes)
- Rechtsgelijkheid
- Rechtszekerheid
o Formeel: kenbaar, duidelijk, begrijpelijk
o Materieel: honoreren gerechtvaardigd vertrouwen
o Materieel: geen terugwerkende kracht
- Evenredigheid
o Belangenafweging
o Subsidiariteit, proportionaliteit; de minste pijn
Wettelijke normen
, - Verdragen
- Europese verordeningen en richtlijnen
- GW, organieke en bijzondere wetten; Awb
- Lagere wetgeving
Rechtsbeginselen vs (wettelijke) regels
Rechtsbeginselen Regels
Intermediair tussen waarden en regels Gebod, verbod, verlof, etc.
Open-ended, vaag Gesloten, scherp/minder vaag
Why What
Bij tegenstrijdige beginselen afweging en Bij tegenstrijdige regels gaat ene regel voor
tussenweg de andere
Abbb (Awb): voor het openbaar bestuur
- Zorgvuldige voorbereiding à besluitvormingsaspect
o Feitenvaststelling
o Horen, inspraak
o Advisering
- Motivering à besluitvormingsaspect
o Aanwezig, correct, draagkrachtig
- Gelijkheidsbeginsel
- Vertrouwensbeginsel
- Evenredigheidsbeginsel
Behoorlijkheidsnormen: ombudsnormen
- Open en duidelijk
- Respectvol
- Betrokken en oplossingsgericht
- Eerlijk en betrouwbaar
Toedeling en verdeling van bevoegdheden
Bevoegdheid
- Exclusief (legaliteit; specialiteit / doelgebondenheid)
- Bevoegdheid is fundamenteel vereiste
- Verantwoordelijkheid en verantwoording
- Titel 10.1 Awb
Vormen en bevoegdheidsverkrijging
- Attributie
- Delegatie
- Mandaat
à Let op wetgevende bevoegdheid vs beschikkingsbevoegdheid
Vormen van bevoegdheidsverkrijging
- Attributie: toekenning van een nieuwe bevoegdheid
- Delegatie: overdracht van een toegekende bevoegdheid aan een ander
bestuursorgaan
- Mandaat: opdracht van bestuursorgaan tot uitoefening van zijn bevoegdheid aan een
ander (bevoegdheid wordt namens een bestuursorgaan uitgeoefend, is dus niet
hetzelfde als delegatie)
, Attributie aan:
- Bestuursorgaan met politieke verantwoordingsplicht
- Bestuursorgaan zonder politieke verantwoordingsplicht (zbo)
o Motief: de politiek op afstand / specialisatie
o Geen ondergeschiktheidsrelatie tot politiek verantwoordelijk orgaan
o Politiek verantwoordelijk orgaan niet bevoegd tot bijzondere instructies
o Geen inlichtingenplicht, tenzij de wet anders bepaalt
o Waarborgen in Kaderwet zbo
- Ambtenaren
o Ambtenaar wordt bestuursorgaan
o Geen doorbreking staatsrechtelijke verantwoordelijkheidsverdeling
o Politiek verantwoordelijk orgaan bevoegd tot instructies, art. 10:22 Awb
§ Algemeen en bijzonder
§ Schriftelijk en mondeling
Delegatie, afd 10.1.2 Awb
- Een bestuursorgaan (delegans) draagt een hem toekomende bevoegdheid over aan
een ander (delegataris), die de bevoegdheid als eigen bevoegdheid uitoefent, art.
10:13 en 10:17 Awb
o Delegatie behoeft wettelijke grondslag, art. 10:15 Awb
o Delegatie niet aan ondergeschikten, art. 10:14 Awb
Delegatie, voorbeeld I
- Delegatiegrondslag (in wettelijke regeling waarin bevoegdheid is toegekend),
bijvoorbeeld:
o art. 147 Gemw: de gemeenteraad is bevoegd tot vaststellen van
verordeningen
o art. 156 Gemw: de gemeenteraad is bevoegd tot overdracht aan het college
van B&W van aan de raad toegekende bevoegdheden
Art. 156 Gemw (= grondslag als bedoeld in art. 10:15 Awb)
|
Delegatiebesluit (= Raad delegeert aan college B&W)
In verordening: “B&W kunnen nadere regels vaststellen”
|
Besluit in delegatie (= besluit van college B&W)
Nadere regels vastgesteld door college B&W
Delegatie, voorbeeld II
- Formele wet waarin staat: ‘bij of krachtens AMvB kunnen nadere voorschriften
worden gegeven’
= In AMvB (‘bij;) kunnen nadere voorschriften worden gegeven
= O.g.v. van de AMvB (‘krachtens’) kan een ander bestuursorgaan bevoegd worden
nadere voorschriften te geven
o De regering bepaalt dan in de AMvB dat bijv. de minister bevoegd is nadere
regels vast te stellen (in een ministeriële regeling)
o Dat moet dan wel in de AMvB staan (!), want anders onbevoegd vastgestelde
ministeriële regeling
- Formele wet waarin staat: ‘Bij AMvB kunnen regels voor vrijstelling worden gegeven’
= alleen in de AMvB zelf kunnen door de regering nadere regels voor vrijstelling
worden gegeven
- Krachtens AMvB: o.g.v. van de AMvB kan een ander bestuursorgaan bevoegd
worden nadere voorschriften te geven
o Bijv. in de AMvB bepaalt dat de minister bevoegd is nadere regels vast te
stellen (in een ministeriële regeling)