Scenariotoets informatie leren minor BAZ
De toets
- De casus wordt benoemd, deze moet je kort herhalen.
- Hardop blijven denken gedurende de gehele toets.
- SBARR overdracht gebruiken bij inschakelen van de arts.
- Probeer om Latijnse woorden te gebruiken.
- Vroegtijdig de juiste hulp vragen.
- Gebruik maken van de AMPLE.
- Continu situatie her beoordelen. Bij herbeoordeling specifiek vragen naar de punten, waarop je
interventie hebt ingezet.
- Bij afsluiting benoemen aan welke ziektebeelden je denkt, naar welke afdeling patiënt gaat.
Algemene informatie
- Let erop welke spullen je in kamer en zakken hebt bij TS patiënten.
- Ouderen zweten minder, doordat de huid minder goed gaat werken.
- Hersenen doen het goed en alleen op glucose, dus iedere hypoglykemie is enorm schadelijk voor
de hersenen.
- Stress en ziekte zorgt voor een verhoging van de glucose.
- De glucose kan het bewustzijn enorm beïnvloeden.
- Ademhaling wordt aangestuurd door de hersenstam, bij een bewustzijnsverlies wordt daardoor
ook de ademhaling minder.
Zuurstof
- Neusbril (1-5 liter) venturimasker (5-10 liter) NRM (10 liter)
- Bij een trauma altijd NRM met 15 liter zuurstof
- Bij mensen met een inhalatietrauma (inademen van rook van een brand, inademen van stoffen
welke schadelijk zijn) geef je altijd het non rebreathing mask met 15 liter zuurstof.
- Bij een inhalatietrauma met een saturatie van 100%, toch altijd 100% zuurstof, omdat er vaak op
de monitor een goede saturatie staat, terwijl dat niet altijd in het bloed zo is.
- Altijd kussen weg bij beademen.
- Intuberen wordt gedaan als er geen ademhaling wordt waargenomen.
- Bij beademen is positie van de handen enorm belangrijk, eventueel kan het met twee personen
gedaan worden.
- 16-20 beademingen per minuut: 1…2…3…
- Hyperventilatie pas je alleen toe in opdracht van de arts(en), dit is als mensen een verhoogde
hersendruk hebben.
Infusen
- Bij een trauma altijd 2 infusen prikken.
- Infuus prikken in niet dominante arm, met voorkeur boven polsgewricht en onder elleboog.
- Het is fijn om twee infuuslijnen te hebben: 1 voor bloedafname en 1 voor vocht, medicatie, etc.
- Bij voorkeur altijd groene venflon gebruiken bij infusen, deze is groter. Dit is handig, want bij
sommige vloeistoffen zijn dikker door de verdikte moleculen, zoals AB of contractvloeistof.
- Flebitis= ontsteking vloedvat door een infuus.
- Kruisbloed afnemen voor het geven van bloed.
Lab
- Hartritmestoornissen: natrium, kalium
- Ontstekingen: CRP, leukocyten, BSE, bloedkweek
- Hyper of hypoglykemie: glucose, HbA1c
- Longembolie: D-dimeer
- Elektrolytstoornissen: Na, K, osmolaliteit, ureum, kreatinine, glucose
- Standaard lab: natrium, kalium, creatine, HB
- Bij verdenking hartinfarct altijd troponine prikken
- Sepsis: lactaat prikken