100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide Samenvatting Vastgoedeconomie 2020 €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide Samenvatting Vastgoedeconomie 2020

2 beoordelingen
 161 keer bekeken  12 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting voor vastgoedeconomie voor het tentamen van SVMNIVO. Ik heb met het leren van deze samenvatting het tentamen gehaald. Zorg er wel voor dat je goed oefent.

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • 23 januari 2020
  • 21
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: kellyschuurman • 3 jaar geleden

Had een bundel van 3 gekocht maar kreeg maar 2 documenten. verder ziet het er wel goed uit

review-writer-avatar

Door: bhoogwater • 3 jaar geleden

avatar-seller
rutgerottens64
Schaarste: De spanning die aanwezig is tussen behoeften enerzijds en beschikbare
middelen anderszijds noemen we schaarste, ook wel alternatief aanwendbare middelen.

Welvaart: De mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun behoeftes
kunnen voorzien.

Welzijn: De mate van tevredenheid over de behoeftebevrediging.

Nutsmaximalisatie: Streven naar de maximale behoeftebevrediging

Ceteris paribus: de overige omstandigheden blijven gelijk.

Concrete markt: Daar waar kopers en verkopers daadwerkelijk aanwezig zijn.

Publieke/collectieve sector: De overheid en sociale zekerheidsfondsen.

De overheid voert verschillende activiteiten uit in deze sector, onderverdeeld in drie functies:

- Allocatiefunctie

- Herverdelingsfunctie

- Stabilisatiefunctie



Allocatiefunctie: Overheidsinvloed op wat er wordt geproduceerd. Productie van collectieve
goederen zoals wegen, maar ook door middel van accijnzen op ongewenste diensten en
producten.

Herverdelingsfunctie: Herverdeling van het inkomen door middel van het heffen van
belastingen.

Stabilisatiefunctie: Beïnvloeding van de conjunctuur van een land.

Marktwerking: Tot stand komen van prijzen door vraag en aanbod.

Open economie: Intensieve handelsrelaties met het buitenland.

Geld heeft drie functies:

- Ruilmiddel: Geld wordt geruild tegen goederen en middelen, de verkoper doet
vervolgens weer hetzelfde. Ruil verloopt zo soepel.

- Rekeneenheid: De maat waarin de waarde van de goederen en diensten wordt
uitgedrukt.

- Oppotmiddel: Geld om te sparen.



Maatschappelijke/enge geldhoeveelheid (M1): Bestaat uit chiraal en chartaal geld.
Wanneer de maatschappelijke geldhoeveelheid toeneemt is het geldschepping, bij afname,
geldvernietiging.



1

,Publiek: Alle ingezetenen behalve geldscheppende instellingen (primaire banken, bijv ECB,
overheid).

Secundaire liquiditeiten (M2): Vorderingen op de geldscheppende instellingen met een
looptijd korter dan twee jaar die in de handen zijn van het publiek. Kunnen snel omgezet
worden naar M1. De belangrijkste vormen zijn:

- Termijndeposito’s, tegoeden die voor een bepaalde korte periode bij de bank
zijn vastgezet.

- Kortlopende valutategoeden, bijvoorbeeld een dollarrekening bij de bank.

- Spaartegoeden waarvan de looptijd korter is dan twee jaar.

Ruime geldhoeveelheid/binnenlandse liquiditeitenmassa(M3): Optelsom van M1 en M2

Drie vormen van geldschepping:

- Substitutie: Omzetten van chartaal in giraal geld, of andersom. (M1 zelfde)

- Transformatie: Omzetten van niet geld in geld of andersom, dollars à
euro’s. (M1 ↑ of↓)

- Wederzijdse schuldaanvaarding: Kredietverlening van de bank. Bij het
verlenen stijgt M1, bij terugbetaling daalt M1.



Binnen M1 wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten “kassen”:

- Actieve/transactiekas: Bestemd voor het doen van betalingen, afhankelijk van
inkomen.

- Inactieve kas: Geld dat wordt aangehouden als voorzorg motief (kapotte
wasmachine) of als speculatiemotief (om later mee te beleggen).



Oppotten: Geld overhevelen van de actieve kas naar de inactieve kas. Ontpotten in het
tegenovergestelde. Alleen giraal oppotten geld als sparen.



Nationale liquiditeitsquote: M3 uitgedrukt in procenten van het nationaal inkomen, oftewel:

M 1+ M 2
nationale liquiditetisquote= ×100 %
nationaal inkomen

Als deze quote stijgt, neemt de geldhoeveelheid dus sterker toe dan het nationaal inkomen.
Ten opzichte van de productie staat er dus een grotere geldhoeveelheid. Als deze
geldhoeveelheid wordt ingezet voor de aanschaf van producten kan dat leiden tot inflatie.

Verkeersvergelijk van Fisher voor de macro-economie: M x V = P x T, altijd in
evenwicht




2

, - M = M1

- V = de omloopsnelheid van het geld, maw hoeveel gaat $ van hand naar hand.

- P = het gemiddelde prijsniveau van alle goederen in de economie

- T = het handelsvolume, aantal handelstransacties, of verhandelde goederen.

- M x V = geldomzet in een bepaalde periode

- P x T = goederenomzet in een bepaalde periode

Monetaire inflatie/bestedingsinflatie: Wanneer M1 toeneemt, maar de productie volledig
benut is, zal de prijs door de toegenomen vraag stijgen.

Kosteninflatie: Stijging van het algemene prijspeil. Doorberekening van belastingtarieven of
andere kosten kunnen hier van een oorzaak zijn.

Loonkosteninflatie: Ontstaat alleen wanneer de loonkostenverhoging per tijdseenheid
hoger is dan de verhoging in arbeidsproductiviteit van een werknemer.

Geïmporteerde inflatie: Stijging van kosten door geïmporteerde grondstoffen die in prijs
gestegen zijn.

Deflatie: Waardevermeerdering van geld. Overheden proberen het te vermijden. De kans
bestaat dat consumenten hun geld langer vasthouden, omdat ze zich realiseren dat ze over
een poosje het product nog goedkoper kunnen kopen dan nu al kan. Fabrikanten blijven
daarom prijzen verlagen en zo gaat het door.

Tijdens inflatie is sparen nadelig en geld lenen voordelig, in beide gevallen is het bedrag
minder waard over een tijd dan dat het nu waard is. Voor deflatie geldt het omgekeerde.

Inflatiecorrectie: Verlichting van de tarieven in de loon- en inkomstenbelasting om
belastingdruk verzwaring te voorkomen ten gevolge van nominale stijging van de lonen als
gevolg van de inflatie.

Consumentenprijsindex (CPI): Maatstaf voor het meten van de gemiddelde
prijsontwikkeling in Nederland. Heeft betrekking op goederen en diensten die door een
gemiddeld huishouden in het basisjaar voor consumptie zijn aangeschaft.
Inkomstenbelasting en sociale premies vallen hier niet onder. Wordt vaak berekend ten
opzichte van het basisjaar en vorig jaar.

P1
prijsindexcijfer= × 100 %
P0

CPI is een samengesteld gewogen prijsindexcijfer, waarbij iedere categorie een eigen
weging heeft. De berekening van het CPI ziet er dus uit als volgt:

Σ( wegingsfactor × prijsindex)
CPI=
Σ wegingsfactoren
>100% betekent een stijging van het gemiddelde prijspeil

Omslagstelsel: Pensioenuitkeringen worden gedaan uit de lopende premieontvangsten.

Kapitaaldekkingsstelsel: Men spaart voor eigen pensioen.


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rutgerottens64. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  12x  verkocht
  • (2)
  Kopen