100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting bestuursrecht inclusief college en literatuur aantekeningen €10,66
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bestuursrecht inclusief college en literatuur aantekeningen

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting bevat alle belangrijke informatie uit de colleges en tevens is de bijbehorende literatuur samengevat en opgenomen in deze samenvatting. Tentamen gehaald met een 7! F.C.M.A. Michiels, A.B. Blomberg & L.A.J. Spaans, Hoofdzaken van het bestuursrecht, tiende druk, Deventer: Wolter...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 59  pagina's

  • 17 oktober 2024
  • 59
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (12)
avatar-seller
liezewies
Bestuursrecht

Hoorcollege 1 clip 1

Specialiteit: bevoegdheden die aan het bestuur/ bestuursorgaan worden niet zomaar toegekend maar toegekend
met het oog op het verwezenlijken van een bepaald doel

Legaliteitsvereiste: bevoegdheden van het bestuur moeten berusten op een wettelijke grondslag

Hoorcollege 1 clip 2: wat is bestuursrecht
2 bewegingen over bestuursrecht
 Onderop (onder naar boven): je kijkt om je heen  wat is bestuursrecht (terreinen/ manifestatie:)
 Waar is openbaar bestuur allemaal actief:
o Bijzonder bestuursrecht (afzonderlijke manifestaties)
o Belastingdienst; degene die belasting heft/ toeslagen
o Migratie: wie krijgt wel en niet een verblijfsvergunning
o Kansspelen: gokken etc. overheid heeft kansspelen naar zich toe getrokken omdat ze het dermate
belangrijk vonden om verslaving tegen te gaan
o Windmolenparken: impact op de leefomgeving
o Persoonsgebonden budgetten: je krijgt hulp omdat je zelf iets niet meer kan  overheid trekt het
verzorgen van zulke voorzieningen naar zich toe
o Woningbouw: bouwen heeft veel impact (stiktstof etc.) en recht is hierin belangrijk
o Openbaar vervoer: overheid stelt hier regels over
o Kernenergie: overheid treed regelend op bv. om veiligheidsredenen
o Zendmast: radiofrequenties etc.

 Top-down (boven naar onder): vanuit een meer algemene/ abstracte definitie en probeert daarmee de grenzen
van het vakgebied aan te geven
 Definitie top-down: bestuursrecht = recht van, voor en tegen het openbaar bestuur
o ‘van het openbaar bestuur’ = recht geeft openbaar bestuur alle instrumenten (verbieden etc.)
o ‘voor het openbaar bestuur’ = recht geeft regels hoe het openbaar bestuur te organiseren
o ‘tegen het openbaar bestuur’ = recht moet je beschermen tegen het optreden van overheid

 Definitie openbaar bestuur =
o de uitvoerende macht (trias politica)
o Maar bestuur is meer dan uitvoering van wetten! Besturen breder dan uitvoeren wetten
o het van overheidswege behartigen van het algemeen belang
o het eenzijdig vaststellen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten (openbaar gezag; overheid kan
eenzijdig de rechtspositie van andere rechtssubjecten vaststellen)

hoofdzaken bestuursrecht; 5 thema’s die telkens terugkeren!
1. Organisatie: welke overheidsinstantie is bevoegd om het probleem op te lossen
2. Bevoegdheden: hoe kan deze instantie dit probleem oplossen (eenzijdig/tweezijdige rechtshandeling)
3. Normering: aan welke normen moet deze instantie zich houden
4. Handhaving: wat kan deze instantie doen als de regelen niet worden nageleefd
5. Rechtsbescherming: wat kan de burger ondernemen tegen het optreden van deze overheidsinstantie (rechtsbescherming
= bezwaar en beroep)

2 uitgangspunten bestuursrecht:
 Legaliteitsvereiste =
o Positief funderende aspect = bestuursbevoegdheden moeten berusten op een wettelijke grondslag
o Negatief begrenzend aspect = bestuursbevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met de wet
 Specialiteitsvereiste =
o Bestuursbevoegdheden mogen slechts worden uitgeoefend ter behartiging van het specifieke belang waarvoor de
wettelijke regeling is vastgesteld

,De wet = het geschreven recht; recht op papier (legaliteitsvereiste)
recht = er is ook een deel ongeschreven recht

Hoorcollege 1 clip 3; bestuursrechtelijke normstelling = waar vinden we de regels van het bestuursrecht
 wet in formele zin is belangrijk als vertrekpunt maar is te weinig want je wilt je kunnen toespitsen

Bestuursrechtelijk normstelling; samenspel verschillende wetten
 Algemene wetten en bijzondere wetten (kunnen meer of minder bijzonder zijn)
o Algemene wet bestuursrecht
o Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingswet)/ algemene wet inzake rijksbelasting/ algemene wet
inkomensafhankelijke regelingen
o Telecommunicatiewet/ wet op de kansspelen/ wet kinderopvang/ wet inkomstenbelasting 2001
 Verticaal gelede normstelling = normstelling van een bepaalde activiteit vindt plaats op verschillende niveaus (bv.
van wifz tot beschikking)  LEGALITEIT
o Kan ik vanuit wifz identificeren welke lagen eronder zitten en waar ik ook moet gaan kijken voor de
toepasselijke normen
 Horizontaal gelede normstelling = normstelling van activiteit vindt plaats in meerdere wetten (en gebaseerde lagere
regelgeving)  bv. belastingheffing geregeld in meerdere wetten  SPECIALITEIT: bevoegdheid altijd gegeven voor bepa
doel en ieder doel wordt gediend door eigen wet

Bijzondere wetten geven vaak de inhoudelijke regels voor specifieke rechtsgebied
 strafrecht en privaatrecht hebben ook bijzondere wetten maar BW en Wstrafrecht hebben een veel centralere rol en
uitgebreider dan Awb (naast Awb bijzondere wetten nodig omdat Awb heel algemeen is)

Hoorcollege 1 clip 4; algemene wet bestuursrecht

Algemene wet bestuursrecht
 Wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast (art. 107 lid2)
 Awb: voorbereidingen vanaf 1983 (toen waren grondwetsherzieningen), inwerkingtreding 1994
 Awb is een aanbouwwet: totstandkoming in tranches (samenhangend geheel van nieuwe leerstukken/ wetten
werden toegevoegd aan Awb (aanvankelijk)
 Doelstellingen:
o Harmonisatie van bestuurlijke wetgeving: meer eenheid in verschillende regels bestuursrecht
o Vereenvoudiging en systematiseren van wetgeving
o Codificatie van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
o Treffen van voorzieningen die een algemene regeling behoeven = kenmerk algemene wet

Awb: structuur
 Van algemeen naar bijzonder  gelaagde structuur; je moet je nooit op 1 hoofdstuk richten maar altijd beseffen dat
er ook nog andere algemene bepalingen over dat ow zijn in andere Hstukken

Verhouding van wetgeving
 Bijzondere wet gaat voor de algemene wet
 Hogere wet gaat voor de lagere wet

4 categorieën Awb- bepalingen; Awb geeft aan in welke mate er ruimte is om af te wijken van bepaling
 Dwingend recht = alleen afwijking bij wet in formele zin mogelijk
 Regelend recht = hoofdregel gegeven  afwijking ook in lagere wetgeving (bij wettelijke voorschrift) mogelijk
 Aanvullend recht = hoofdregel in (lagere) wetgeving, vangnet in Awb (awb vult aan)
 Facultatief recht = awb heeft regel maar of die van toepassing is mag je zelf bepalen  alleen van toepassing indien
dit expliciet is bepaald

Awb en hoofdzake bestuursrecht
 Organisatie  1, 2 en 10
 Bevoegdheden  3, 4 en 5
 Normering  2, 3 en 4

, Handhaving  5
 Rechtsbescherming 1 en 6 – 9

Hoorcollege 2

Veiligheidsregio’s (25) = openbaar bestuur in crisistijden  uitvoering wet publieke gezondheid
 Voorzitter veiligheidsregio = burgemeester grootste gemeente (bij koninklijk besluit benoemd)
 Bestuur = alle burgemeesters van die veiligheidsregio
 Veiligheidsberaad = voorzitters van de veiligheidsregio’s gezamenlijk (staat in wet)

Constitutioneel recht: openbare lichamen = publieke gemeenschap van organen die onderling in wettelijk geregelde
relatie staan en van een bestuurde bevolking die tegelijk invloed kan uitoefenen op de organen
 Rijk, provincies, gemeenten, Caribische openbare lichamen, waterschappen etc. (titel H7 GW)
 Andere openbare lichamen voor beroep en bedrijf (art. 134 GW)  SER/ Orde van Advocaten
 Bestuursbevoegdheden komen niet toe aan openbare lichamen maar aan organen van die openbare lichamen

Bestuursrecht; bestuursorganen (ambten)  focust op de organen binnen het openbare lichaam
 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen (H2 Awb)
 Besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan (art. 1:3 Awb)
 Tussen organen wil je ook checks and balances creeëren  daarom bevoegdheden toedelen aan organen binnen
één lichaam

Art. 1:1 lid 1 Awb  bestuursorgaan =
 A. orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld of.
 B. een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed

a-orgaan = orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (alle 3 maken antwoord volledig)
 Rechtspersoon (rechtspersoonlijkheid) = kunnen vermogen hebben
o Krachtens publiekrecht (door de wet)  die bepaalde instantie is rechtspersoon omdat de wet dat zegt
o Krachtens privaatrecht (door oprichting)  nv/bv/ stichting = rechtspersonen krachtens privaatrecht
 Door rechtspersoonlijkheid kan een entiteit deelnemen aan het privaatrechtelijke rechtsverkeer
o Art. 1:1 lid 4 Awb ‘’de vermogensrechtelijke gevolgen van een handeling van een bestuursorgaan treffen de
rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort’
 Maar vertegenwoordiging van het lichaam (de rechtspersoon) in het privaatrechtelijk rechtsverkeer geschiedt door
bestuursorganen!
 Orgaan = onderdeel van publiekrechtelijke rechtspersonen met wettelijke grondslag voor eigen functioneren (met eigen
wettelijke taak)
o Awb is van toepassing op alle handelingen van een a-orgaan (organen hebben een wettelijke taak  staat dus in de
wet)  b-orgaan niet voor al zijn handelingen onderworpen aan Awb

Publiekrechtelijke rechtspersonen  art. 2:1 BW (2 manieren rechtspersoonlijkheid krachten publiekrecht te vinden)
 Openbare lichamen: wie er rechtsperoonslijkheid bezitten  art, 2:1 lid BW
 Andere lichamen: wie er rechtspersoonlijkheid heeft (opgedragen/ indien dit bij of krachtens de wet bepaalde volgt) 
art, 2:2 lid BW jo bijzondere wet

Bestuursorgaan en ambtenaar
 Ambtenaar: degene die in ondergeschiktheid aan een of meer ambten (bestuursorganen) werkzaam is in de openbare
dienst  in d wet krijgt ambtenaar wettelijke taak (OvJ, belastinginspecteur, toezichthouders)
 Normaal is een ambtenaar geen bestuursorgaan (want geen eigen wettelijke taak gekregen)

Bestuursorganen: B-organen = ander persoon of college met enig openbaar gezag
 Openbaar gezag = eenzijdig bepalen van rechtspositie van andere rechtssubjecten (uitoefenen publiekrechtelijke
bevoegdheden)
o Moet je altijd krijgen bij wettelijk voorschrift (wet die jou bevoegd om rechten eenzijdig te wijzigen) 
legaliteitsvereiste; verkrijging openbaar gezag bij wettelijk voorschrift
o Awb is in geval van B-orgaan slechts van toepassing op handelingen die de uitoefening van openbaar gezag betreffen
 Hoofdregel: verkrijging openbaar gezag bij wettelijke voorschrift

,  Uitzonderingen: soms geen wettelijke grondslag, maar toch een b-orgaan
 Verstrekken van uitkeringen of financiële voorzieningen:
o Als een of meer a-organen de criteria voor het verstrekken van die uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate
bepalen en
o Als er een of meer a-organen die uitkeringen of voorzieningen in overwegende mate (min 2/3 de) financieren
 Uitzondering: ambtenarenrecht (werkzaam in openbare dienst): overwegende overheidsinvloed op het functioneren van
privaatrechtelijke rechtspersoon

Bestuursorganen uitzonderingen (art.1:1 lid 2)  bv. wetgevende macht, de Kamers, rechtsprekende macht

Zelfstandig bestuursorgaan ZBO = bestuursorgaan van centrale overheid dat bij wet, krachtens wet bij algemene maatregel
van bestuur of krachtens wet bij ministeriële regeling met openbaar gezag is bekleed en dat niet hiërarchisch ondergeschikt is
aan minister

Waarom zbo’s
 Behoefte aan onafhankelijke oordeelsvorming op grond van specifieke deskundigheid (bv. kiesraad)
 Strikt regelgebonden uitvoering in een groot aantal individuele gevallen
 Noodzaak van participatie maatschappelijke organisaties in verband met aard van de betrokken bestuurstaak (bv. KvK)

Waarom geen zbo’s
 Gebrek aan politieke controle (ministeriële verantwoordelijkheid) = nadeel

Toekomst en zbo’s: staatscommissies Remkes  ‘’nieuwe zbo’s zouden altijd wettelijke grondslag moeten hebben zodat
instelling bij AMvB of ministeriële regeling is uitgesloten. De eisen die aan hun (financiële) verantwoording worden gesteld
zouden moeten worden aangescherpt. Bij nieuwe verzelfstandigingen zou de figuur van het agentschap in principe de
voorkeur verdienen, omdat daarbij de ministeriële verantwoordelijkheid volledig in stand blijft’’

Zelfstandig bestuursorgaan en de Awb
 Een zelfstandig bestuursorgaan is per definitie een bestuursorgaan in de zin van de Awb
 Een zelfstandig bestuursorgaan
o Kan een a-orgaan zijn
 Van een lichaam met eigen rechtspersoonlijkheid
 Van de rechtspersoon Staat
o Kan een b-orgaan zijn

Hoorcollege 3
a-orgaan = altijd bestuursorgaan
b- orgaan = bij bepaalde handelingen een bestuursorgaan

Verschillen tussen a-organen en b-organen
 Bestuursorgaan = alle handelingen (a-organen) of slechts handelingen die uitoefening van openbaar gezag betreffen (b-)
 Organisatorisch criterium (a-orgaan) of functioneel criterium (b-orgaan)
 Dus: van bestuursorganen naar bestuurshandelingen

Bestuurshandelingen
 Besluiten
 Andere bestuurshandelingen

Feitelijke handeling of rechtshandeling
 Feitelijke handeling = niet gericht op rechtsgevolg
o Feitelijke handeling als zodanig = in de praktijk
o Beslissing tot het verrichten van een feitelijke handeling = handeling die op het gemeentehuis/ waterschap etc. waar
beslist wordt dat we een feitelijke handeling gaan verrichten (beslissing om het te gaan verrichten)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liezewies. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,66. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,66
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd