100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 1 €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 1

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

(Uitgebreide) samenvatting Bestuursrecht II RS1412 - LEH 1

Voorbeeld 4 van de 43  pagina's

  • 17 oktober 2024
  • 43
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (10)
avatar-seller
demeta
Bestuursrecht II
LEH 1: Handhaving deel I


INLEIDING

Introductie
De bestuursrechtelijke handhaving vormt het sluitstuk v/h overheidsoptreden door bestuursorganen.

Als door een burger bestuursrechtelijke voorschriften (die verboden of geboden voor de burger inhouden)
worden overtreden, is het vaak mogelijk om daar strafrechtelijk tegen op te treden. Echter,
strafrechtelijke handhaving is lang niet altijd wenselijk en/of zinvol. Bijv. omdat er specifieke
bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden nodig zijn om effectief op te kunnen treden tegen een
overtreding (denk bijv. aan een bevel om een illegaal gebouwde woning af te breken). Ook kent het OM
vaak prioriteit toe aan de opsporing en vervolging van andere (zwaardere strafrechtelijke) misdrijven en
overtredingen en vormt de handhaving van overtredingen van bestuursrechtelijke wet- en regelgeving in
de praktijk vaak het sluitstuk v/d strafrechtelijke handhaving.

Wij beperken ons tot het onderwerp: De bestuursrechtelijke handhaving (ofwel: de handhaving
v/h bestuursrecht door bestuursorganen).

In deze LEH wordt o.a. besproken:
 Toekenning sanctiebevoegdheden
 De aard v/d sancties (beogen zij bestraffing v/d dader of herstel v/d onrechtmatige toestand)
 De toepasselijkheid van verdragsrecht bij de oplegging van bestuursrechtelijke sancties (in het
bijzonder het EVRM en het IVBPR)
 De betekenis van beginselen van sanctierecht
 De samenloop van sancties
 De invloed van EVRM-recht

In LEH 2 worden specifieke sancties nader besproken.

Leerdoelen
 Het bestuursrecht kan worden gehandhaafd met strafrechtelijke, privaatrechtelijke en
bestuursrechtelijke middelen.
 Uitleggen dat bevoegdheden van handhavingstoezicht bestaan in situaties van wetsovertreding
waarin (nog) geen opsporingsbevoegdheden kunnen worden aangewend.
 De bevoegdheden v/d toezichthouder
 De begrippen overtreding en overtreder inhouden.
 De beginselplicht tot handhaving
 Bestuurlijk gedogen
 Bestuursrechtelijk sanctiebevoegdheid van een bestuursorgaan
 De beperkingen uit art. 6 EVRM voor de toepassing van een bestuursrechtelijke
sanctiebevoegdheid
 Bestuursrechtelijke sanctie
 Bestraffende sanctie
 Herstelsanctie
 Drie punten waarvoor het onderscheid tussen herstel- en bestraffende sancties van belang is
 Op welke punten t.a.v. de uitoefening van bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheid
bijzondere procedurele eisen gelden
 Welke eisen uit het evenredigheidsbeginsel en het beginsel ‘’geen straf zonder schuld’’
voortvloeien voor de toepassing van bestuursrechtelijke sancties
 In hoeverre samenloop van bestuursrechtelijke sancties met strafsancties toelaatbaar moet
worden geoordeeld

Studiestof
 Tekstboek 1: H16, H17 en H18 (paragraaf 18.1, 18.6 en 18.7)
 Teksten 1.1 t/m 1.5

Jurisprudentie (verplicht)
 Ozturk
 Illegale dakkapel Haarlem
 Rolhanddoekautomaat
 Gedogen in Bladel




Pagina 1 van 43

,KENNISCLIPS

Kennisclip: Bestuurlijk handhavingsrecht – Bestuurlijk handhavingstoezicht

Het bestuurlijk handhavingstoezicht is nodig om na te gaan of bestuursrechtelijke regels worden
nageleefd (door o.a. de burger).

Als de toezichthouder constateert dat er een overtreding van een bestuursrechtelijke regel wordt begaan
kan hij handhaven. Handhaving kan leiden tot een bestuursrechtelijke sanctie.

In deze kennisclip wordt besproken: Bestuurlijk handhavingstoezicht.
 Rol en functie v/d toezichthouder
 De verhouding tussen bestuursrechtelijk toezicht en strafrechtelijke opsporing en vervolging


Toezichtsbevoegdheden
Toezichtsbevoegdheden zijn nodig om ervoor te zorgen dat bestuursrechtelijke regels worden
nageleefd.

In de praktijk blijkt namelijk dat lang niet altijd iedereen de bestuursrechtelijke regels naleven. Het feit
dat er toezicht wordt gehouden leidt er vaak toe dat burgers niet of minder snel de geldende
bestuursrechtelijke regels overtreden. Toezicht heeft daarmee dus een preventieve werking (m.a.w.
voorkomen dat bestuursrechtelijke regels niet worden overtreden).

Het bestuur kan door het uitoefenen van toezichtsbevoegdheden overtredingen voorkomen. Zo kan zij
n.a.v. een geconstateerde overtreding handhaven en overgaan tot het opleggen van een
bestuursrechtelijke sancties. Toezicht heeft daarmee dus ook een repressieve werking (m.a.w. na het
overtreden v/d bestuursrechtelijke regels optreden).


Toezichthouder
Art. 5:11 Awb = Definitie toezichthouder
Voorbeelden:
Toezichthouderambtenaren (inspecties) zoals:
 de Arbeidsinspectie
 de Milieu-inspectie
 de bouwtoezichthouder
 de toezichthouders v/d NVWA
 de inspectie van leefomgeving en transport

Zo controleert de Arbeidsinspectie of een werkplek veilig is of aan alle ARBO-eisen wordt voldaan op de
werkplek. De Arbeidsinspectie controleert ook in geval van een arbeidsongeval hoe dat ongeval heeft
kunnen plaatsen en of dat het gevolg is van een overtreding v/d Arbowet. Als dat het geval is kan er een
bestuursrechtelijke sanctie volgen, zoals een bestuurlijke boete.

Art. 5:11 Awb = Een toezichthouder moet benoemd zijn ‘’bij of krachtens wettelijke voorschrift’’ (=
wet in materiele of formele zin). M.a.w. er moet een wettelijk grondslag zijn.
Voorbeelden:
 Art. 8j Opiumwet (wet in formele zin - directe vorm)
 Art. 5.10 lid 3 Wabo (wet in formele zin - indirecte vorm)
 Wet in materiele zin = AVV


Titel 5.2 Awb (toezicht op de naleving)
De toezichthouder moet beschikken over bevoegdheden om te kunnen controleren of bestuursrechtelijke
regels worden nageleefd.

Art. 5:15 t/m 5:19 Awb = Specifieke toezichtsbevoegdheden

Art. 5:13 Awb = Evenredigheidsafweging
De toezichthouder moet zich elke keer afvragen of het nodig is om van een bepaalde (ingrijpende)
bevoegdheid gebruik te maken.
De toezichthouder moet kijken hoe ver hij moet gaan om te kunnen kijken of de bestuursrechtelijke regels
worden nageleefd waarbij hij rekening houden met de inbreuk die hij kan maken door gebruik van zijn
bevoegdheid op bijv. de persoonlijke levenssfeer (grondrecht v/d burger). Als hij de bestuursrechtelijke
regels kan controleren zonder inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer, dan mag hij die inbreuk
op die persoonlijke levenssfeer niet maken. De toezichthouder moet dus een balans zoeken tussen goed
toezicht en het beperken van zijn ingrijpende bevoegdheden en het belang v/d burger.

Art. 5:14 Awb = Dit artikel sluit aan op art. 5:13 Awb.


Pagina 2 van 43

,Bij wettelijk voorschrift (wet in formele of materiele zin) of bij besluit van een bestuursorgaan kunnen de
toezichtsbevoegdheden worden beperkt.
Voorbeeld:
Art. 45 lid 3 en 4 Wet wapens en munitie = Wettelijke beperking v/d toezichtsbevoegdheid.

Let op! Bovengenoemde wil niet zeggen dat er nooit een mogelijkheid is om de toezichtsbevoegdheden
die in de Awb zijn opgenomen te verruimen (ofwel aan te vullen). Echter, dat mag enkel in uitzonderlijke
gevallen in een wet in formele zin.
Voorbeeld:
Art. 24 lid 3 Arbeidsomstandighedenwet


Medewerkingsplicht vs. zwijgplicht
Hiervoor is besproken dat de toezichthouder behoedzaam om moet gaan met zijn
toezichtsbevoegdheden. Hij moet altijd een belangenafweging maken om te kijken of het evenredig is om
een zwaar toezichtsbevoegdheid in te zetten. Daar tegenover staat dat v/d burger ook wat verwacht
wordt.

Art. 5:20 lid 1 Awb = Medewerkingsplicht
Dubbele pet toezichthouder: Dit leidt soms tot problemen, want vaak hebben toezichthouders niet alleen
een bestuursrechtelijke controlebevoegdheid maar vaak zijn ze ook tevens opsporingsambtenaar en in
die hoedanigheid hebben zij een andere pet op. Dat betekent vanuit de controle van bestuursrechtelijke
regels een medewerkingsplicht kan gelden en die kan dan ook nog steeds blijven gelden, terwijl
anderzijds door het toezicht die inspecteur ontdekt dat er ook nog een strafbaar feit is gepleegd of een
bestuursrechtelijke overtreding die met een bestraffende sanctie kan worden afgedaan. Op dat moment
zit de toezichthouder in een spagaat, want o.g.v. de toezichtbepalingen uit afdeling 5.2 Awb mag hij
verdergaande bevoegdheden gebruiken en is de burger verplicht om mee te werken aan het onderzoek,
maar aan de andere kant ontstaat er een situatie van een verdenking of verdachte in strafrechtelijke zin
of verdenking van een overtreding van een bestuursrechtelijke regel waar een bestuurlijke boete
(bestraffende sanctie) voor kan worden opgelegd. Voor de strafrechtelijke verdenking of de verdenking
van een bestuursrechtelijke overtreding waar een bestraffende sanctie voor kan worden opgelegd, moet
de toezichthouder de overtreder op dat moment wijzen op zijn zwijgrecht (cautie geven).
 Art. 29 Sv. = Strafrecht – cautie geven ofwel zwijgrecht
 Art. 5:10a Awb = Bestuursrecht – cautie geven ofwel zwijgrecht
Kortom, op het moment dat een regulier onderzoek na naleving van bestuursrechtelijke regels omslaat na
verdenking dat er een overtreding van een bestuursrechtelijke regel heeft plaatsgevonden waar een
bestraffende sanctie kan worden opgelegd, dan moet degene die verhoord wordt door de toezichthouder
worden gewezen op zijn zwijgrecht.
Hierdoor kan er een rare situatie ontstaan. Denk bijv. aan uitkeringen. Bij een UWV-uitkering heb je een
medewerkingsplicht waarbij kan blijken dat je een overtreding hebt begaan waar een bestraffende
sanctie voor opgelegd kan worden. Op dat moment heb je voor dat aspect een zwijgrecht. Voor beide
controlemomenten is dezelfde informatie nodig om te kijken of je recht hebt op die UWV-uitkering.
Wat je dus ziet is dat zo een toezicht waarbij het puur gaat om een controle op of de bestuursrechtelijke
regels worden nagegaan kan omslaan naar opsporing (in strafrechtelijke zin of bestuursrechtelijke zin).
Op dat moment kan blijken dat er bewijs is verzameld wat onrechtmatig is verkregen of wel rechtmatig is
verkregen maar niet gebruikt mag worden in een strafprocedure.


Bewijsuitsluiting
Wanneer is op een onrechtmatige manier in een toezichtsonderzoek informatie verkregen en wanneer
moet die informatie worden uitgesloten als bewijs bij de oplegging van een sanctie?

Casus:
John heeft een WW uitkering, maar werkt intussen wel een aanzienlijk aantal uren per week bij het
garagebedrijf van zijn neef (die moet hij o.g.v. de WW eigenlijk melden). UWV stelt een onderzoek in
n.a.v. anonieme meldingen (dit is een onderzoek i.h.k.v. de vraag of er recht bestaat op een uitkering >
medewerkingsplicht o.g.v. Awb en WW).

John werkt mee ook nog nadat de medewerkers v/h UWV duidelijk is geworden dat hij de
inlichtingenplicht heeft geschonden. Zij wijzen John niet op zijn zwijgrecht.

De medewerkers van UWV constateren dat er verminderd recht bestaat op een WW-uitkering en dat John
de inlichtingenplicht heeft geschonden. Consequentie: intrekking (met terugwerkende kracht en
terugvordering v/d onverschuldigd betaalde WW-uitkering en oplegging van een bestuurlijke boete).

CRvB oordeelt dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd. John is namelijk niet gewezen op zijn
zwijgrecht. Bewijs is dus onrechtmatig verkregen en kan dat dus niet ten grondslag worden gelegd aan de
schending v/d inlichtingenplicht.




Pagina 3 van 43

, Toelichting: De terugvordering en de intrekking v/d UWV-uitkering, dat mag daarvoor zijn de
toezichtsbevoegdheden bedoeld. Echter, het punt v/d bestuurlijke boete n.a.v. de schending v/d
inlichtingenplicht is een bestraffende sanctie t.a.v. dit punt had de toezichthouder van UWV toen hij
ontdekte dat John een tijdje voor zijn neef werkte en daarmee zijn inlichtingenplicht had geschonden door
het niet melden had hij moeten wijzen op zijn zwijgrecht. Dat is niet gebeurd en John is die verklaringen
blijven afleggen waarna de bestuurlijke boete is opgelegd.

In deze casus zie je de botsing tussen art. 5:20 Awb (reguliere toezichtsonderzoek – het onderzoek of John
recht heeft op de UWV-uitkering) en het zwijgrecht.

Let op!:
Tijdens een toezicht/controle onderzoek rechtmatig verkregen bewijs mag niet ten grondslag worden
opgelegd aan bestraffende sanctie (Reflexwerking), Saunders-arrest (niet verplicht arrest).




Pagina 4 van 43

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demeta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80630 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
  Kopen