Psychologie en Pedagogiek A
Depressieve stoornissen
De stoornis
Stemmingsstoornis met als kernsymptomen: een sombere stemming, verminderde interesse of
plezier in (bijna) alle activiteiten, gedurende het grootste deel van de dag. Bij jeugdigen kan er
spraken zijn van stemmingswisselingen of prikkelbaar zijn.
Aanvullende symptomen:
- Gewichtsverandering
- Verandering in eetlust
- Slapeloosheid
- Rusteloosheid of vertraagdheid
- Moeheid
- Gevoel van waardeloosheid of buitensporig schuldgevoel
- Concentratieverlies
- Terugkerende gedachten aan de dood
Mogelijke signalen
- Aanhoudende moeheid of klachten zonder lichamelijke oorzaak
- Aanhoudende of terugkerende zorgen, somberheid of verdriet
- Chronische pijn, nervositeit of slapeloosheid
- Vermindering van zelfzorg
- Gewichtsvermeerdering of vermindering
- Verandering van (de beleving van) activiteitenpatroon en sociale contacten
- Suïcidaliteit
Depressieve stoornis
Minimaal één kernsymptoom en minimaal 5 aanvullende symptomen gedurende ten minste 2
weken. Wanneer deze leiden tot duidelijk disfunctioneren of lijden, is er sprake van een
depressieve episode.
Dysthymie
Minder symptomen dan een depressieve stoornis, echter zijn de symptomen langdurig
(chronisch).
Een depressieve stoornis is ernstiger als deze het algemeen functioneren meer beperkt, meer
subjectief lijden veroorzaakt, met meer en ernstigere symptomen gepaard gaat, langer duurt,
vaker recidiveert, er geen volledig herstel is tussen episodes of als er suïcidale uitingen en/of
suïcidepogingen zijn.
Epidemiologische kenmerken
Prevalentie en incidentie
Vooral onder adolescenten en (jong)volwassenen. Tussen de 13 – ouderen jaarlijks 797.000
Nederlanders. Ruim 20% heeft er +2 jaar last van (1 jaar bij kinderen en jongeren).
Oorzaak
Combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren zoals genen, gebeurtenissen,
alcoholgebruik en persoonlijke kenmerken. Ook dementie, een hartinfarct, somatisch
onverklaarde klachten of chronische pijn kunnen een oorzaak zijn.
Beloop
Bij de helft binnen 3 maanden spontaan herstel. Bij langer aanhouden vaak na 6 maanden
verbetering, spontaan of door therapie. Bij ongeveer de helft komt een tweede episode na herstel.
,Vroege onderkenning en preventie
- Symptomen zijn moeilijk te herkennen omdat ze een normale reactie kunnen zijn
- Dysthymie is minder zichtbaar en leidt minder snel tot uitval dan een depressie
- Wees tijdig alert op depressieve klachten om een stoornis te voorkomen
- Bij kinderen is de prikkelbaarheid vaak meer op de voorgrond
- Bij ouderen met beperkt cognitief functioneren of met andere psychische problemen
kan het lastiger zijn een depressie te herkennen
Preventieve interventies richten zich op het beperken van risico- en in stand houdende factoren
(stress en kwetsbaarheid) en versterken van beschermende factoren (kracht en sociale steun).
Zelfhulp en zelfmanagement is hierbij belangrijk. Interventies zijn onder andere: psycho-
educatie, leefstijl-advisering en gestandaardiseerde (groeps)cursussen.
Diagnostiek
Dit betreft ernstbeoordeling, classificatie, risicotaxatie van suïcidaliteit, hetero-anamnese,
differentiaaldiagnostiek, sociale anamnese en het betrekken van naasten. Classificatie vindt
plaats volgens de DSM-5 of ICPC op basis van klinisch oordeel en het uitvragen van symptomen.
Gebruik maken van synoniemen is hierbij belangrijk (somberheid = neerslachtig, in de put,
depressief)
Aandachtspunten differentiaaldiagnostiek:
- Denk altijd aan een bipolaire stoornis en vraag angstsymptomen uit
- Motiveer de cliënt om informatie te geven over verslavingsproblematiek of
middelenmisbruik
- Sluit lichamelijke aandoeningen uit, zoals schildklieraandoeningen, infecties,
immuunziekten, type-2 diabetes, nieraandoeningen, hart- en vaatziekten, dementie, ziekte
van Parkinson, ALS en MS, elektrolytstoornissen, maligniteiten en chronische pijn.
Openheid over de diagnostiek is belangrijk om een goede werkrelatie tot stand te brengen en voor
een goed herstelproces.
- Bij jeugdigen en ouderen vindt altijd een heteroanamnese plaats, bij volwassenen bij
voorkeur ook
- Betrek bij jeugdigen ook de school, mits ouders daarmee instemmen
- Stem bij jongere kinderen af met een kinderarts, zodat er geen somatische aspecten gemist
worden
- Schenk bij ouderen aandacht aan cognitieve stoornissen en comorbiditeit
Behandeling en begeleiding
Gepaste zorg wordt ingezet op basis van gedeelde besluitvorming, aansluitend op de
behandeldoelen. Hierbij betekent gepaste zorg generalistische zorg als het kan en gespecialise erde,
intensieve zorg als het nodig is.
Basisinterventies
- Volg, wanneer niet meteen tot interventies wordt overgegaan, het beloop van symptomen
en klachten
- Bij alle cliënten met depressieve klachten, een depressie of dysthymie worden drie
basisinterventies ingezet: psycho-educatie, activering en dag structurering en actief
volgen
- Bij alle cliënten in behandeling vindt monitoring van de behandeluitkomsten plaats
Depressieve klachten
- Als klachten aanwezig blijven na basisinterventies, zet dan geïndiceerde preventie in
- Eerste-stap interventies zijn onder andere bibliotherapie, zelfmanagementstrategieën
met begeleiding, steunend-structurerende begeleiding, activerende begeleiding, fysieke
inspanning, psychomotore therapie en psychosociale behandeling
, Licht depressieve stoornis
- Als klachten aanwezig blijven na basisinterventies, dan eerste-stap interventies
- Bij voldoende herstel na 3 maanden, volgt terugvalpreventie
- Bij onvoldoende herstel na 3 maanden, volgen tweede-stapinterventies zoals: Problem
Solving Treatment en kortdurende behandeling (KDB)
- Hierna nog onvoldoende resultaat, dan psychotherapie
- Bij onvoldoende behandelresultaat andere vorm van psychotherapie of medicatie
overwegen
- Hierna nog onvoldoende effect, combinatiebehandeling of intensievere behandeling
Eerste episode matig-ernstige of ernstige depressieve stoornis
- Naast basis-interventies en eventueel eerste staps-interventies, ook psychotherapie of
farmacotherapie
- Bij onvoldoende effect wisseling of combinatie van de twee overwegen, of intensievere
behandeling
- Nog steeds ongewenst effect - andere therapie proberen
Terugkerende matig-ernstige of ernstige depressie
- Naast basis-interventies en eventueel eerste staps-interventies, psychotherapie of
gecombineerde behandeling
- Bij onvoldoende effect andere therapie overwegen, andere gecombineerde behandeling of
intensievere behandeling.
- Samen met cliënt werking van antidepressiva evalueren
Persisterende depressieve stoornis (+2 jaar; incl. dysthymie)
- Naast basis-interventies en eventueel eerste staps-interventies wordt eenzelfde traject
gevolgd als bij matig-ernstige of ernstige depressie
- Eventueel psychotherapie specifiek voor persisterende depressie
- Combinatiebehandeling aanbevolen indien deze eerder goed werkte, echter wel belangrijk
dat deze lang genoeg wordt aangeboden. Eventueel behandeling intensiveren.
Aandachtspunten terugvalpreventie
- Bied altijd terugvalpreventie
- Bij recidiverende depressieve stoornis: preventieve cognitieve therapie of mindfulness-
based cognitieve therapie
- Verlaag dosering van medicatie geleidelijk. Op die manier kan je een terugval tijdig
herkennen.
Herstel, participatie en re-integratie
Persoonlijk welzijn, leren leven met depressie en kwaliteit van leven staan centraal. Sociale
steun, praktische steun en met name (weer) actief worden door maatschappelijke participatie
in werk/opleiding/school en vrije tijd zijn belangrijk. Dit vraagt om passende interventies,
ondersteuning van het netwerk en rehabilitatiemethoden. Voor re-integratie is ergotherapie,
werken op arbeid therapeutische basis, en (andere) arbeid- of schoolverzuimgerichte
begeleiding inzetbaar.
Organisatie van zorg
In eerste instantie meldt iemand zich bij de huisarts. Deze beoordeelt waar de cliënt behandelt
dient te worden op basis van: behandelgeschiedenis, beschikbaarheid en toegankelijkheid van
zorg en contextuele factoren van de cliënt, de wens van de cliënt en de eigen deskundigheid.
- Kinderen of jeugdigen met depressieve klachten of een depressie en hun ouders kunnen
ook door een jeugdarts of een deskundige verwezen worden
- Overweeg bij ouderen met een depressieve en somatische comorbiditeit een snelle
doorverwijzing naar een ouderenpsychiater of geriater