Dit is een complete samenvatting van alle literatuur, alle hoorcolleges, en alle werkgroepen per week van Ontstaan en Ontwikkeling van Criminologie van BA3 Criminologie.
[Meer zien]
Laatste update van het document: 2 maanden geleden
Displacement aggression: iemand aanvallen omdat hij zwakker is dan jij en je “even” je agressie kwijt
moet.
Altruïsme: een handeling om iets bij te dragen zonder daar zelf baat bij te hebben.
De stadia van Piaget:
- Sensorimotor stage (0-24 maanden);
o Leren door sensorische informatie;
o Doelgericht gedrag;
o Objectpermanantie: als je iets niet ziet, bestaat het nog steeds (dit ontstaat
ongeveer rond de 8 maanden);
o Symbolisch denken;
- Preoperational stage (2-7 jaar);
o Magisch denken;
o Ontwikkeling ik egocentrisch denken;
o Animisme: leven toekennen aan niet-levende dingen;
o Artificialisme: geloven dat alles door mensen is gemaakt;
o Verfijning motoriek en leren praten;
- Concrete operational stage (7-12 jaar);
o Kind begint met logisch denken;
o Ordenen, tellen, rekenen, gevoelens van anderen;
o Figuratief denken;
- Formal operational stage (12+ jaar);
o Logisch nadenken gaat nu helemaal goed conclusies kunnen trekken;
o Ontwikkeling van ruimtelijk en abstract denken.
Theory of Mind (ToM): het vermogen om na te denken over mentale toestanden (van jezelf en van
anderen).
Stadia van Kohlberg:
- Preconventioneel stadium (0-10 jaar);
o Gedrag gebaseerd op straf en beloning;
o 8-10 jaar: self-interest: wat levert het mij op?;
- Conventioneel stadium (10-18 jaar);
o Gedrag gebaseerd op (groeps)normen;
o Wat zullen anderen denken en is het “legaal” (valt het binnen de regels)?;
- Postconventioneel stadium (18+ jaar);
o Gedrag is gebaseerd op eigen normen en waarden;
o Het volgen van regels komt uit het individu zelf en het is niet afhankelijk van of het
binnen de sociale regels valt of niet.
Metacognitie: het vermogen om effectief cognitieve strategieën te selecteren en toe te passen.
Volgens het biopsychosociaal model komt crimineel gedrag tot stand door:
- Biologische;
o Fysieke elementen van het lichaam die criminaliteit beïnvloeden;
- Psychologische;
, o Cognitieve, emotionele, gedraging systemen die criminaliteit beïnvloeden;
- Interpersoonlijke; en
o Sociale contacten die criminaliteit beïnvloeden;
- Contextuele dynamieken;
o Gedeelde cultuur, normen en waarden.
HC Week 1
Introductie Bio-Psycho-Sociaal model
De centrale vraag is: “Waarom vertoont de ene persoon crimineel en/of antisociaal gedrag, en de
ander niet?” Verschillende disciplines hebben hier een eigen verklaring voor. Het in overweging
nemen van verschillende perspectieven is essentieel om te begrijpen waarom mensen zich gedragen
zoals ze dat doen.
Het bio-psycho-sociaal model gaat ervan uit dat een persoon crimineel gedrag vertoont door een
combinatie van biologische, psychologische, en sociale factoren. Ook kunnen deze factoren elkaar
onderling beïnvloeden.
Cognitieve ontwikkeling
Stadia van Piaget:
1. Stadium 1: Sensomotor stage (0-2)
- Leren door tasten, voelen, proeven
- Kinderen gaan gedrag dat prettig voelt herhalen
- Kinderen ontwikkelen doelgericht gedrag, en experimenteren met gedrag
- Objectpermanantie (als je iets niet ziet, bestaat het nog steeds)
- Aan het eind van het sensomotorische stadium kunnen kinderen eerst een probleem in
gedachten oplossen: symbolisch denken
2. Stadium 2: Preoperational stage (2-7)
- Kinderen zijn in toenemende mate in staat om te denken, maar dit denken is nog niet logisch
- Ontwikkeling van “ik”, kind leert dat het een eigen persoon is. Kinderen kunnen zich in deze
fase nog niet in anderen verplaatsen
- Animisme: leven toekennen aan niet-levende dingen
- Artificialisme: geloven dat alle dingen door mensen zijn gemaakt
- Verfijning motoriek – leren praten
3. Stadium 3: Concrete operational stage (7-12)
- Kind kan lengte en hoeveelheid vergelijken
- Kind kan ordenen, tellen, rekenen
- Andere mensen kunnen anders denken
- Figuratief denken
4. Stadium 4: Formal operational stage (12+)
- Ontwikkeling ruimtelijk denken
- Ontwikkeling abstract denken
- Kind kan logisch nadenken en conclusies trekken
Theory of Mind
Een belangrijke sociaal-cognitieve vaardigheid die het vermogen omvat om na te denken over
mentale toestanden, zowel die van jezelf als die van anderen. Het omvat het vermogen om mentale
, toestanden toe te schrijven, inclusief emotief, verlangens, overtuigingen en kennis, en te herkennen
dat de gedachten en overtuigingen van andere mensen kunnen verschillen van die van jou.
Social skills deficit view: beperkte ToM is oorzaak agressie
- Als je minder goed iemands mentale staat kunt inschatten, is er een grotere kans dat je
iemands onbedoelde acties als vijandig interpreteert (hij heeft het expres gedaan!) – met als
gevolg dat de kans op een agressieve reactie groter is
- Ook ben je dan minder goed in staat de gevolgen van je agressieve reactie in te schatten voor
anderen, waardoor dat je niet tegenhoudt agressie te gebruiken
- Als je vaker agressiever reageert, willen kinderen minder met je spelen, en heb je minder
kans ToM verder te ontwikkelen
ToM as a Double Edge Sword:
- Kinderen met goed ontwikkelde ToM laten ook agressief gedrag zien
- Voor sommig agressief gedrag heb je ToM nodig, zoals pesten en roddelen
Morele ontwikkeling
Morele ontwikkeling is de ontwikkeling van het besef van goed en kwaad (gewetensontwikkeling).
Kinderen ontwikkelen ToM en empathie (zij realiseren zich hoe andere mensen zich voelen).
Groeiende behoefte aan eerlijkheid en zorgzaamheid, ze ontwikkelen gevoel van rechtvaardigheid.
- Er vinden belangrijke ontwikkelingen plaats op cognitief gebied en qua emotie-regulatie
- Die zorgen voor de basis voor de ontwikkeling van ToM, empathie, en morele ontwikkeling
- Dit zijn belangrijke voorspellers van later externaliserend probleemgedrag
- Maar: er zijn ook invloeden in de omgeving van kinderen (gezin, school, leeftijdgenoten) die
belangrijk zijn in de ontwikkeling van antisociaal gedrag
WG Week 1
Theory of Mind
Gaat over of je kan inschatten hoe andere mensen over iets denken. Dit heeft verschillende
gradaties. De ToM is een belangrijke mijlpaal in de cognitieve ontwikkeling en maakt ook de
ontwikkeling op andere gebieden mogelijk. Het is dus eigenlijk een voorwaarde om empathie te
kunnen ontwikkelen. Empathie is dan weer een voorwaarde voor morele ontwikkeling. Om uit te
kunnen leggen waar het verband kan liggen tussen de ToM en agressie, worden modellen van sociale
cognitie gebruikt. Vooral het SIP-model (sociale informatieverwerking):
1. Waarnemen van sociale informatie (met zintuigen)
2. Informatie interpreteren (gebeurde het expres/per ongeluk? Was het de bedoeling?)
3. Formuleren van een interactie-doel (laat ik dit gaan of reageer ik hierop?)
4. Mogelijke responsen genereren
5. Een respons kiezen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper simonestuvia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.