PSY4761 Persoonlijkheidsstoornissen
Uitgewerkte taken, videos en colleges inclusief
aantekeningen van onderwijsgroepen
Master Mental Health
Adult Specialization
Academisch jaar 2024-2025
,Inhoudsopgave
Taken........................................................................................................................................... 3
Lectures ................................................................................................................................... 133
2
,Taken
Groen = besproken/extra aandacht gehad in OWG.
Taak 1: Classification and Aetiology of Peronsality Disorders
Leerdoelen
1. What are personality disorders? What are important features (e.g. 3 P's,
3 clusters, ego-syntonic, polythetical classification)?
Davey, G. (2014). Personality disorders, in: Psychopathology: research,
assessment and treatment in clinical psychology. Chichester: BPS Blackwell,
pp 407-412.
Note: For now, it is sufficient to read page 407 to 412. We will discuss the
specific personality disorders in the following weeks of the course.
Mensen met persoonlijkheidsstoornissen hebben een ingebakken en
onveranderbare manier in het omgaan met uitdagingen in het leven. Ze leren amper
om gedrag aan te passen of nieuw gedrag te leren. Ze ontwikkelen een vorm van
omgaan met life events die gefixeerd en onveranderlijk zijn, ondanks onaangepaste
consequenties. Ze kunnen ook zorgen voor verstoringen en ontberingen in het leven
van een ander, en zorgen regelmatig voor emotionele distress voor zichzelf en nabije
personen.
- Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5: ‘an enduring pattern of inner
experience and behavior that deviates markedly from the expectations of the
individual’s culture, is pervasive and inflexible, has an onset in adolescence or
early adulthood, is stable over time, and leads to distress and impairment.’
- Ego-syntonic: patiënt heeft niet door dat gedrag afwijkend is; gevoelens en
gedragingen worden als natuurlijk deel van zichzelf beschouwd. Patiënt heeft
er geen last van.
- Persoonlijkheidsstoornis is egodystoon als gevoelens en gedragingen
als vreemd worden beschouwd en als de persoon er last van heeft
- De 3 P’s:
1. Persistent: ontwikkelt in de vroege volwassenheid, consistent aanwezig
2. Pervasief: diep en doordringend
3. Pathologisch: afwijkend van het normale
- Clusters
A. Odd/eccentric persoonlijkheidsstoornissen
- Symptomen van schizofrenie, maar geen verlies van aanraking met de
werkelijkheid of het ervaren van sensorische hallucinaties. Er zijn
indicaties van waanideeën en een slecht georganiseerde spraak
▪ Paranoid personality disorder
▪ Schizotypal personality disorder
▪ Schizoid personality disorder
B. Dramatisch/emotionele persoonlijkheidsstoornissen
- Mensen hebben de neiging om grillig te zijn in hun gedrag, eigenbelang
ten nadele van anderen, emotioneel labiel en aandacht zoekend. Meest
problematisch en extreme gedrag
▪ Antisocial personality disorder (APD) (“psychopathy or
sociopathy”) = a personality disorder in which a person (usually
men) exhibits a lack of conscience for wrongdoing, even towards
friends and family members
3
, - Destructive behavior surfaces in childhood or
adolescence, beginning with excessive lying, fighting,
stealing, violence, or manipulation
- Impairment in fear conditioning: lower-than-normal
response to things that typically startle or frighten children,
like loud and unpleasant noises
- Most traumatized people don’t grow up to be killers,
genes do seem to predispose some people to be more
sensitive to abuse or trauma
- Less frontal lobe tissue
- Conduct disorder → high risk to develop antisocial
personality disorder → intervene here!
▪ Borderline personality disorder (BPD) = a complicated set of
learned behaviors and emotional responses to traumatic or
neglectful environments, particularly in childhood
▪ Narcissistic personality disorder
▪ Histrionic personality disorder
C. Anxious/fearful personality disorders
- Anders dan in angststoornissen, is het angstige gedrag een stabiele
factor in het gedrag en is het niet te identificeren vanuit een specifieke
ervaring die deze angst of bangheid heeft getriggerd
▪ Avoidant personality disorder
▪ Dependent personality disorder
▪ Obsessive compulsive personality disorder
Polythetical classification: je moet 4/8 kenmerken hebben, maar dat maakt het
lastig omdat je veel heterogeniteit hebt binnen een bepaald label. Behandeling op
een bepaalde stoornis is ook moeilijk.
Verschil tussen persoonlijkheidsstoornis en andere stoornissen zit in egosyntoon en
ego-dystoon:
- Persoonlijkheidsstoornis: dit ben ik, geen problemen mee. Hebben vaak niet
door dat er iets mis is. Wel last van de gevolgen.
- Andere stoornissen vaak wel
2. Classification of personality disorders: How does the DSM classify
personality disorders? What are the advantages and disadvantages of
the DSM's categorical system of personality disorder classification?
What are the alternatives to the DSM's categorical system?
Davey, G. (2014) continue
Veel clinici vinden dat PD’s niet bestaat in categorieën, maar dat het dimensionele
extensies zijn van ‘normale’ karaktertrekken. Problemen met DSM-5
Twee systemen:
- Categorisch beeld: wel/geen stoornis
- Voordelen: onderzoek is makkelijker, behandeling is makkelijker, qua
geld (verzekeringskwestie) ook makkelijker, beter voor communicatie
tussen behandelaren onderling, “betrouwbare” categorieën
- Nadelen / problemen categorische aanpak DSM:
4