ONDERNEMING EN
AANSPRAKELIJKHEID COLLEGE-
AANTEKENINGEN EN KENNISCLIPS
Onderwerpen:
- wanprestatie;
- onrechtmatige daad;
- bestuursaansprakelijkheid (intern en extern);
- aansprakelijkheid en werkgeverschap (intern en extern);
- aansprakelijkheid en intellectueel eigendom;
- productaansprakelijkheid.
Merle van Roest
Vierdejaarsstudent HBO-Rechten
,Week 1 – kennisclips
Een wanprestatie komt veel voor bij een contractuele relatie (overeenkomst). Bij een
onrechtmatige daad is de contractuele relatie er niet.
Er zijn een aantal vormen van een onrechtmatige daad, namelijk:
bestuurdersaansprakelijkheid;
werkgeversaansprakelijkheid;
risicoaansprakelijkheid (bv. van opstaleigenaar, werkgever-werknemer,
ouders-kinderen onder de veertien jaar).
Als ik profiteer van een wanprestatie die iemand anders pleegt, dan levert dat voor mij een
onrechtmatige daad op.
Wanprestatie (art. 6:74 BW)
Een wanprestatie is een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Wil er sprake zijn
van een tekortkoming, dan moet er sprake zijn van een verbintenis tussen twee partijen. De
wanprestatie is vaak gebaseerd op een overeenkomst (niet altijd).
Een wanprestatie betekent dat nakoming van de verbintenis niet plaatsvindt, oftewel:
de nakoming vindt in het geheel niet plaats (er wordt niet gepresteerd); of
er wordt slechts voor de helft gepresteerd (prestatie geschiedt gedeeltelijk
ondeugdelijk); of
er wordt wel gepresteerd, maar op onderdelen is het niet goed (ondeugdelijke
prestatie).
vb. ik contracteer Tino Martin voor € 10.000 voor een uur optreden bij mij thuis. Er zijn een
aantal mogelijkheden van een wanprestatie:
- hij komt in het geheel niet komt opdagen;
- hij komt opdagen, maar i.p.v. een uur - zoals overeengekomen - treedt hij maar een halfuur
op;
- hij zingt niet goed (hij presteert niet juist).
Van een tekortschieting in de nakoming is sprake als een partij niet hetgeen presteert hij wel
zou moeten presteren (vaak o.g.v. een afspraak).
Het is voor een ondernemer van veel belang alle afspraken die hij maakt die leiden tot
verbintenissen, om die op te nemen in een contract en wel zodanig dat het niet voor
meerdere uitleg vatbaar is.
Wanneer is er sprake van wanprestatie?
Resultaatsverbintenis (vb. ik spreek met een aannemer af dat hij een huis bouwt);
Inspanningsverbintenis een dienstverlener – zoals een advocaat, fysiotherapeut of
accountant – kan niet garanderen dat het resultaat kan worden bereikt. Een
dienstverlener zal zich inspannen om het voor jou meest gunstige mogelijke resultaat
te bereiken. De dienstverlener moet kunnen aantonen dat hij of zij zich zoveel als
mogelijk heeft ingespannen.
Moet de ondernemer in zijn contracten de wanprestatie regelen? Dat is bijna niet mogelijk en
dat hoeft niet. De ondernemer kan terugvallen op de wettelijke bepalingen (afdeling 9 van
BW 6). Een ondernemer kan ook wettelijke bepalingen uitsluiten of nader omschrijven. Dit
gebeurt vaak in de algemene voorwaarden.
De bepalingen in BW 7 zijn dwingend recht, hier moet men zich aan houden. Partijen kunnen
afspreken wat ze willen, maar ze mogen niet tegen dwingendrechtelijke regels ingaan.
Wanprestatie – juridisch kader (art. 6:74 BW) rechtsvoorwaarden
, 1. Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis;
2. Toerekenbaarheid van de tekortkoming aan de debiteur/schuldenaar (voor art. 6:74
lid 1 BW maakt het niet uit of er sprake is van tekortkoming of niet, iedere
tekortkoming in de nakoming verplicht de schuldenaar (= degene die de prestatie
moet verrichten, maar daarin tekortschiet) de schade die de schuldeiser (= degene
die recht heeft op de verbintenis) lijdt, te vergoeden;
a. De tekortkoming is toerekenbaar, tenzij de schuldenaar aantoont dat hem de
tekortkoming niet kan worden verweten/toegerekend. Art. 6:75 BW
overmacht. Als er geen sprake is van overmacht, dan kan de tekortkoming de
schuldenaar wél worden toegerekend.
3. Schade;
4. Causaal verband tussen de tekortkoming en de schade.
Rechtsgevolg: leidt tot de verplichting voor de schuldenaar de schade (aanvullende en/of
vervangende) te vergoeden.
In art. 6:74 lid 2 BW is een beperking opgenomen. Als nakoming nog mogelijk is, dan kijken
naar art. 6:81 BW e.v.: de verzuimregeling is van toepassing.
Voorbeeld van een blijvend onmogelijke prestatie:
vb. ik bestel een trouwjurk voor mijn bruiloft. Het naaiatelier presteert het om twee dagen
voorafgaand aan de bruiloft de trouwjurk onherstelbaar te beschadigen. Het naaiatelier kan
niet binnen twee dagen een nieuwe trouwjurk maken. Er is sprake van een blijvende
onmogelijke prestatie.
Voorbeeld van een nakoming die niet blijvend onmogelijk is:
vb. ik bestel een trouwjurk voor mijn bruiloft die over drie maanden is. Het naaiatelier begint
met het maken van de trouwjurk. De jurk raakt beschadigd, maar er is nog genoeg tijd om te
herstellen.
Ad 1. tekortkoming: geheel niet, niet tijdig of ondeugdelijk nakomen opeisbare verbintenis
Ad 2. toerekenbaar
toerekening op grond van schuld (art. 6:75 BW andersom lezen: een tekortkoming
kan de schuldenaar worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld)
o Rb Den Haag 27 oktober 2003, ECLI:NL:RBSGR:2003:AM3285: een partij
wilde een SMS loterij organiseren en vroeg toestemming/medewerking van de
Staatsloterij. Die medewerking was afhankelijk van een vergunning van de
overheid. Er werd geïnvesteerd. Op enig moment moest de Staatsloterij de
stekker eruit trekken, want zij kregen niet de vergunning van de overheid voor
het starten van de SMS loterij. De Staatsloterij is een professionele partij en
had kunnen weten dat de vergunningsverlening een onzekere variabele is. De
Staatsloterij had niet te kennen gegeven dat ze afhankelijk zijn van de
vergunningverlening en ook niet dat als de vergunning niet wordt gegeven, dat
zij er dan niets mee te maken wilden hebben. De wanprestatie (er kan geen
SMS loterij komen) is verwijtbaar o.g.v. schuld aan de Staatsloterij.
toerekening op grond van risico (art. 6:75 BW andersom lezen: een tekortkoming kan
de schuldenaar worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld, maar ook
als het voor zijn risico komt)
o wet: art. 6:76/6:77 BW zie H/O, nrs. 371 en 372;
vb. art. 6:76 BW: ik ben een aannemer en heb tegen de klant gezegd
dat ik het huis bouw, maar ik heb geen verstand van timmeren. Als ik
een timmerman inhuur en die maakt er een potje van, dan ben ik
aansprakelijk voor de tekortkoming. Ik neem een risico door een
hulppersoon in te nemen.
, vb art. 6:77 BW: ik moet een zwaar voorwerp van een vrachtwagen
tillen. Ik schakel een takelbedrijf in. Dit bedrijf is heel goedkoop. Ze
komen aan met een kraan van 40 jaar oud. Ik zie het zware voorwerp
aan de kraan hangen en de kraan kan het niet aan. Het kan mij
worden toegerekend, tenzij het onredelijk zou zijn.
o rechtshandelingen: garanties en exoneraties zie H/O, nr. 370 onder 2;
vb. als ik als aannemer in een contract opneem dat ik garandeer dat
op 1 oktober de woning klaar is en het is 1 oktober en de bouw is niet
klaar, dan ben ik toerekenbaar tekortgeschoten en de tekortkoming
kan mij o.g.v. de rechtshandeling (de garantie die ik heb gegeven)
worden toegerekend.
o verkeersopvattingen: HR 27 april 2001 ECLI:NL:HR:2001:AB1338
(Oerlemans/Driessen).
onervarenheid schuldenaar, omstandigheden die niet voorzienbaar
waren;
Oerlemans/Driessen: Oerlemans was een agrarische onderneming die
verkocht o.a. aan Driessen (rozenkweker). Driessen gebruikte allerlei
stoffen. Oerlemans verkocht stoffen in vaten. Oerlemans was een
tussenhandelaar. Driessen smeert de stoffen op de rozen. Foutieve
samenstelling. De rozen gaan kapot. De rozenkweek is vernietigd. De
HR zegt: het feit dat Oerlemans, weliswaar als tussenschakel, niet wist
dat het vat een foutieve samenstelling bevatte, maakt niet uit. De HR
vindt dat Oerlemans o.g.v. verkeersopvattingen een toerekenbare
tekortkoming heeft gepleegd jegens Driessen.
Overmacht (art. 6:75 BW): tekortkoming kan niet worden toegerekend
Onrechtmatige daad (art. 6:162 en 6:163 BW) – Belang
Bij een onrechtmatige daad is er voorafgaand aan de daad geen sprake van een verbintenis.
Als gevolg van een onrechtmatige gedraging ontstaat er een verbintenis.
Bij een onderneming kennen we bijv. productaansprakelijkheid.
vb. ik ben producent van een artikel, dat artikel breng ik via de tussenhandel in de winkel en
de consument koopt het artikel. Het artikel ontploft en veroorzaakt schade aan de goederen
van de consument. Ik ben als producent aansprakelijk voor het artikel. De consument kan mij
aanspreken o.g.v. de onrechtmatige daad, omdat ik het artikel op de markt heb gebracht.
Verder kennen we werkgeversaansprakelijkheid. De werkgever is aansprakelijk voor de
gedraging van zijn ondergeschikte (de werknemer). Veroorzaakt de werknemer per ongeluk
schade, dan is dit géén contractuele relatie. Dit is een onrechtmatige daad van de
ondergeschikte. De werkgever is aansprakelijk en dat is een vorm van
risicoaansprakelijkheid.
vb. mijn werknemer heeft een klus en stoot bij die persoon een vaas om.
Ook kennen we de bestuurdersaansprakelijkheid.
Als ik zelf een onrechtmatige daad pleeg (vb. ik sla iemand), dan is er sprake van
persoonlijke aansprakelijkheid of schuldaansprakelijkheid.
Soms is een persoon ook aansprakelijk zonder dat hij zelf handelt, maar is hij aansprakelijk
omdat hij een bepaalde kwaliteit heeft = kwalitatieve aansprakelijkheid.
vb. ik in de hoedanigheid/kwaliteit van een ouder van een kind van 14 jaar. Ik ben
risicoaansprakelijk voor het gedrag van mijn kind. Ik moet toezicht houden.
Onrechtmatige daad – Juridisch kader rechtsvoorwaarden
1. Onrechtmatige gedraging zie lid 2 (H/O nr. 408);