Probleem 4
Efficacy of psychological interventions for sexual dysfunction: a systematic review and meta-analysis
(Frühauf et al., 2013)
Abstract
Seksuele disfunctie komt veel voor in de algemene populatie en is geassocieerd met
psychologische distress en beperkte seksuele bevrediging. Psychologische interventies zijn
veelbelovende behandelingsopties, gezien dat seksuele disfunctie vaak veroorzaakt wordt door
en verslechterd door psychologische factoren. Echter, onderzoek naar de effectiviteit van
psychologische interventies is zeer beperkt
De auteurs voerden daarom een systematische review en meta-analayse uit van de beschikbare
literatuur van 1980 tot 2009 om de effectiviteit van psychologische behandelingen voor
patiënten met seksuele disfunctie te onderzoeken. in totaal werden 20 RCTs meegenomen die
psychologische interventie vergeleken met een wachtlijst controlegroep
Het algemene behandelingseffect voor symptoom ernst was 0.58 en voor seksuele bevrediging
0.47. Met name voor symptoom ernst bij vrouwen met hypoactive sexual desire disorder (in
DSM-V Female sexual interest/arousal disorder?) en orgasmic disorder (ook zo n DSM-V, wel nu
minimale duur en specifiekere criteria) waren de behandelingen effectief. Het vergelijken van
twee actieve behandelingen is in zeer beperkte mate gedaan, waardoor er grote variabiliteit was
onder de studies.
Psychologische interventies zijn effectieve behandelingsopties voor seksuele disfunctie. Echter,
bewijs varieert aanzienlijk onder de verschillende stoornis. Er is sterk bewijs voor vrouwelijke
hypoactive sexual desire disorder en female orgasmis disorder. Verder onderzoek is nodig voor
andere seksuele disfuncties met betrekking tot lange termijn en vergelijkende effecten
Introduction
Seksuele disfunctie komt veel voor met schattingen van prevalenties die neerkomen op
ongeveer 46% van de algemene populatie. Seksuele disfunctie is geassocieerd met beperkte
seksuele en huwelijksbevrediging en met een verminderde kwaliteit van leven
Seksuele disfuncties zijn (DSM-IV): seksuele verlangenstoornissen (hyooactive sexual desire
disorder, sexual aversion disorder, in DSM-V female sexual interest/arousal disorder, male
hypoactive sexual desire disorder), arousal stoornissen (male erectile disorder, female sexual
arousal disorder, in DSM-V female sexual interest/arousal disorder, erectile disorder), orgasme
stoornissen (female orgasmic disorder, male orgasmic disorder, premature ejaculaton, in DSM-V
female orgasmic disorder, premature ejaculation) en pijnstoornissen (dyspareunia, vaginisme, in
DSM-V genito-pelvic pain/penetration disorder). Seksuele disfuncties variëren aanzienlijk in hun
lifetime prevalentie. Bij vrouwen komt hypoactive sexual desire stoornissen het meest voor
(16%) net zoals bi mannen (26%)
Een van de eerste psychologische behandelingen was de benadering van Masters en Johnsen,
waarbij beide partners betrokken waren. Deze werden voorzien van psychoeducatie van
seksuele responscyclus, begeleiding en gedragsoefeningen, die bedoeld waren om
prestatieangst te verminderen en het opnieuw ervaren van seksueel plezier te faciliteren. De
behandeling is dagelijks voor twee-drie weken. Sindsdien zijn er nieuwe behandelingen
ontstaan, hoewel vele gebaseerd zijn op dit programme. Een mogelijke toevoeging is arousal
reconditioning oefeningen, wat bedoeld is om seksueel verlangen en arousal te laten toenemen
om positieve seksuele ervaringen te faciliteren
Naast de gespecialiseerde seksbehandeling zijn er vier meer algemene interventiestrategieën
bij patiënten met seksuele disfunctie: 1) cognitief herstructureren/emotieregulatie, 2)
stimuluscontrole/desensitisatie, 3) behavorial activation en 4) uitbreiden van
relatievaardigheden. Andere mogelijke opties zijn huwelijks- of relatietherapie,
psychodynamische therapie en cognitieve therapie
De huidige review geeft een up-to-date evaluatie van de effectiviteit van psychologische
interventies bij diverse seksuele disfuncties. Een tweede doel is om aan de hand van een meta-
analyse wat te kunnen zeggen over de effectiviteit met betrekking tot vermindering van ernst
van symptomen en de verbetering van seksuele bevrediging
Results
Twintig RCTs die een psychologische interventie versus een wachtlijst controlegroep
onderzochten werden meegenomen in de meta-analyse. Het totale sample was 1.041
deelnemers. De meegenomen seksuele disfuncties zijn female orgasmic disorder, erectile
disfunction, female hypoactive sexual desire diisorder (female sexual interest/arousal disorder)
en gemixte disfuncties in mannen als vrouwen (bijv. vaginisme (genito-pelvic pain/penetration
disorder), premature ejaculation
1
, In de systematische review werden de studies van de meta-analyse meegenomen en veertien
studies zonder wachtlijstgroep. Er werden twaalf vergelijkingen gemaakt met betrekking tot
symptoom ernst en twaalf over seksuele bevrediging. De seksuele disfuncties die meegenomen
waren, zijn premature ejaculation, erectile dysfunction, female orgasmic disorder, dyspareunia
(DSM-V genito-pelvic pain/penetration disorder), female hypoactive sexual desire disorder (DSM-
V female sexual interest/arousal disorder) en gemixte disfuncties in mannen en vrouwen en
vaginisme (DSM-V genito-pelvic pain/penetration disorder)
Algemene effectiviteit: psychologische interventies waren superieur aan wachtlijst met
betrekking tot verbetering op symptoom ernst (significant). Heterogeniteit tussen de studies
was laag. Ook op seksuele bevrediging waren psychologische interventies superieur aan
wachtlijst (significant). Heterogeniteit was opnieuw laag
Effectiviteit psychologische interventie volgens type seksuele disfunctie:
psychologische interventies hebben grote effecten op symptoom ernst in vrouwen met
hypoactive sexual desire disorder (DSM-V female sexual interest/arousal disorder) en
gemiddelde effecten in vrouwen met orgasmic disorder. Er werd geen bewijs van effectiviteit
gewonden voor symptoom ernst bij patiënten met erectile dysfunction, mixed sexual
dysfunctions, premature ejaculation of vaginisme (DSM-V genito-pelvic pain/penetration
disorder). Met betrekking tot seksuele bevrediging hadden psychologische interventies
gemiddelde effecten in vrouwen met orgasmic disorder en gemiddelde effecten in patiënten met
gemixte seksuele disfuncties. Studies lieten geen statistisch significante effecten zien op
seksuele bevrediging bij erectile diysfunction, premature ejaculation, female hypoactive sexual
desire disorder (DSM-V female sexual interest/arousal disorder). Naar vaginisme (DSM-V genito-
pelvic pain/penetration disorder), was op het moment van deze review nog geen onderzoek
gedaan
Effectiviteit van psychologische interventies in verschillende behandelingssettingen:
resultaten lieten zien dat psychologische interventies superieur was aan wachtlijst in het
verbeteren van ernst van symptomen als het in een koppelsetting, groepssetting of in een self-
help setting werd gedaan. Weinig ondersteunend bewijs was gevonden voor de effectiviteit in
een individuele setting. Met betrekking tot verbeteringen in seksuele bevrediging waren
psychologische interventies superieur enkel als dit gedaan werd in een groepssetting. In een
individuele setting was hierbij niet onderzocht
Schattingen varieerden in beperkte mate van de indicatoren van methodologische kwaliteit,
maar testen voor interactie waren non-significant voor symptoom ernst. Voor seksuele
bevrediging waren effecten significant lager in studies met adequate toewijzing en adequate
analyses
Results of studies included in the systematic review:
o Met betrekking tot symptoom ernst waren twee vormen van seksuele
vaardighedentraining effectief gevonden als behandeling voor premature ejaculation.
Combinaties van psychologische behandeling met medicatie was meer effectief dan
enkel medicatie. Voor erectile disfunctie werd in een studie gevonden dat een
combinatie van psychologische behandeling met medicatie effectiever was dan enkel
medicatie, maar een andere studie vond het tegengestelde effect. Bij female orgasmic
disorder vond een studie dat sekstherapie effectiever was dan huwelijkstherapie en een
andere studie vond dat seksuele vaardighedentraining superieurs was aan educationele
interventie. Voor female hypoactive sexual desire disorder (DSM-V female sexual
interest/arousal disorder) was een combinatie van CBT en seksuele vaardigheden
training effectiever dan standaard CBT. Bij vaginisme DSM-V genito-pelvic
pain/penetration disorder) leek in vivo systematisch desensitisatie even effectief als in
vitro. Voor dyspareunia (DSM-V genito-pelvic pain/penetration disorder) leek
electromyographic biofeedback effectiever dan CBT. In een steekproef van mannen met
gemixte disfuncties was een combinatie van psychologische behandeling met medicatie
effectiever dan enkel medicatie
o Met betrekking tot seksuele bevrediging waren combinaties van psychologische
behandeling en medicatie effectiever dan enkel medicatie. Bij erectile dysfunction was er
geen verschil in effectiviteit. Bij female orgasmic disorder was huwelijkstherapie
effectiever dan sekstherapie en seksuele vaardigheden training was superieur aan
educationele interventie. Bij female hypoactive sexual desire disorder (DSM-V female
sexual interest/arousal disorder) was standaard CBT effectiever dan een combinatie van
CBT en seksuele vaardigheden training. Bij vaginisme (DSM-V genito-pelvic
pain/penetration disorder) was sekstherapie effectiever dan hypnotherapie. Bij
dyspareunia (DSM-V genito-pelvic pain/penetration disorder) was electromyographic
biofeedback superieur aan CBT. Bij demixte seksuele disfuncties was zowel bij mannen
als bij vrouwen huwelijkstherapie effectiever dan sekstherapie en in een steekproef met
mannen was een combinatie van psychologische behandeling met medicijnen effectiever
dan enkel medicijnen
2