1
Samenvatting Psychische Problemen en Opvoeding
College 1 – introductie
Behandelstromingen: gedragstherapie, cognitieve (gedrags)therapie: cliëntgericht en oplossingsgerichte therapie,
psychoanalyse en systeemanalyse
Pine et al., 2024
Diagnose overstijgend kijken naar ouderbetrokkenheid bij behandeling in adolescentie
- Effecten voor externaliserende problemen, maar niet voor internaliserende problemen
- Effecten voor frequentie, maar niet voor diagnostische of dimensionale uitkomsten
Van Amelsvoort et al., 2018
Transdiagnostisch werken: dimensioneel, diagnose overstijgend, gemeenschappelijke factoren als verklaring, op
inzetten in behandeling, cliënt specifiek, steeds meer onderzoek
Transdiagnostische behandeling levert gelijke resultaten op als stoornisspecifieke behandeling, met soms
een voordeel voor transdiagnostische benadering
- Psychologische en ontwikkelingsaspecten: temperament en (on)veilige hechting
- Biologische aspecten: geen stoornisspecifieke biomarkers
- Cognitieve processen: executieve functies, zelfbeeld
- Emotionele processen: emotieregulatie, agressieregulatie
- Gedragsmatige processen: assertiviteit, opvoeden
Braet & Wante, 2019
Kanttekeningen transdiagnostisch werken:
- Meer vrijheid betekent niet technieken door elkaar gebruiken vast protocol nodig
- Voor meeste protocollen enkel goed geëvalueerde gevalsstudies evidentie voor stoornisspecifieke
behandelingen is robuuster
NJI – Cognitieve gedragstherapie (CGT)
- Doel = beïnvloeden gedrag en gevoelens via gedachten opsporen en corrigeren denkfouten of
disfunctionele gedachten die leiden tot probleemgedrag
- Kerngedachte: psychische klachten houden verband met disfunctionele cognities of gedachten
- Geschikt: jeugdigen (vanaf 8 jaar), volwassenen en gezinssystemen
- Duur: 3 maanden tot 1 jaar
- Methoden en technieken:
o Cognitieve herstructurering: opsporen en uitdagen disfunctionele gedachten en formuleren
helpende gedachten
o Exposure en experimenten: blootstellen cliënt aan situatie die negatieve emoties opwekt
Doel: intensiteit negatieve gevoelens verminderen en problematisch gedrag afleren
o Zelfinstructietraining en hardop-denken: helpend gedrag sturen via zelfinstructie
o Probleemoplossend denken: wat is mijn probleem, hoe los ik het op, volg ik nog mijn en plan
en heb ik het goed gedaan?
o Zelfcontrole: zelfobservatie, doel bepalen, zelfevaluatie en zelfbeloning
o Psycho-educatie: vergroten kennis informatie, steun en advies
o Terugval preventie: nazorg
College 2 – gehechtheidsproblemen
Gehechtheid = proces tussen kind en opvoeder
- Sensitiviteit: opvoeder vangt signalen kind en beschouwt kind als apart persoon
- Responsiviteit: opvoeder reageert adequaat op signalen kind
- Mind-mindedness: opvoeder begrijpt gedachten, wensen en emoties kind en reageert passend
o Verschil sensitiviteit: gaat niet over lichamelijke behoefte, enkel mentale status kind
- Cirkel van veiligheid:
o Veilige basis: ouder ondersteunt exploratie kind
o Veilige haven: kind welkom heten als hij zich tot je wendt
, 2
Classificaties/typen
- Mary Ainsworth:
o Veilige gehechtheidsrelaties (B): huilen als ouder weggaat en laten troosten als ouder terug is
o Onveilig - vermijdend (A): zoekt geen toenadering
Opvoeders zijn consequent insensitief
o Onveilig - ambivalent (C): ontroostbaarheid, vastklampen aan ouder
Opvoeders zijn soms sensitief en soms niet
o Gedesorganiseerde gehechtheid (D): ontroostbaar, maar als ouder terugkomt vermijden
Opvoeders jagen kind angst aan
- Zeanah & Boris: continuüm
o Geen gehechtheidsrelatie: gehechtheidsstoornis
o Verstoorde gehechtheidsrelatie: gedesorganiseerde gehechtheid
o Verbroken gehechtheidsrelatie: kind had normale hechtingsrelatie maar is verbroken (oorlog,
overlijden, trauma, mishandeling)
- Stoornissen (DSM-5):
o Reactieve of geremde hechtingsstoornissen (RAD): minimaal contact zoeken of laten troosten
door opvoeders wanneer gestrest
Amper sociale en emotionele reacties op anderen en positieve affect
Episodes van onverklaarbare geïrriteerdheid, bedroefdheid, angst die voorkomen
tijdens niet-bedreigende interacties met opvoeders
o Ontremd-sociale contactstoornis (DSED): verminderde of afwezige terughoudendheid in
benaderen en omgaan met onbekende volwassenen extreem “intiem” fysiek of verbaal
Geen contact met opvoeders in nieuwe situaties
- Problematische gehechtheid:
o Kind met onveilige (A/C) hechting ouders EN heeft probleemgedrag als gevolg daarvan
o Kind met gedesorganiseerde of verstoorde gehechtheidsrelatie
o Kind met verbroken gehechtheidsrelatie en heeft daarvan nog steeds last
o RAD: kind dat met geen enkele volwassene gehechtheidsrelatie heeft opgebouwd
Risicofactoren
- Kind: moeilijk temperament, vroeggeboorte, verstandelijke of lichamelijk beperkingen, autisme,
adoptiekinderen en pleegkinderen
- Ouder: psychiatrische problemen en mishandeling, verwaarlozing of geweld in gezin
- In omgeving: geen steunend netwerk gezin of moeder, lage SES, armoede of werkeloosheid, recente
migratie of vlucht uit moederland en aantal plaatsingen pleegzorg
NJI – weten wat werkt
Voorkomen en verminderen hechtingsproblemen
- Drie basale voorwaarden veilige gehechtheidsrelatie: sensitiviteit, continue aanwezigheid en vermogen te
mentaliseren of reflecteren
- Drie soorten preventies:
o Universele preventie: interventies voor gezinnen waarin geen risico’s spelen
o Selectieve preventie: interventies voor gezinnen met jonge kinderen die risico lopen op
hechtingsproblemen door bijv. mishandeling of psychische problemen ouders
o Geïndiceerde preventie: interventies voor gezinnen waarin al hechtingsproblematiek is
- Preventieve interventies: ouders leren eigen gedrag tov kind te verbeteren sensitiviteit
o Effectief: > 6 maanden, videofeedback en minder dan 16 sessies
Behandeling:
- Interventie kiezen obv ernst probleem kind, leeftijd, en opvoedingssituatie
- Psycho-educatie: erken, bespreek en werk aan psychische problemen, gevoelens van schaamte en
schuld of falen van ouders
o Benadruk niet schuld ouders, maar ouders kunnen bijdragen aan herstel gehechtheidsrelatie
- VIPP-SD (0-6 jaar): effectief volgens sterke aanwijzingen (ook preventief)
o Opvoedingsvaardigheden ouders en relatie kind en ouders verbeteren
o Stimuleren interactie, gehechtheidsgedrag en basisveiligheid: ontvangstbevestiging, volgen
kind, balans afstand en nabijheid, veiligheid bieden, zeggen wat gaat komen, benoemen wat
kind doet, spiegelen, complimenten geven/ prijzen en reageren op initiatief kind
, 3
o Trainer filmt opvoeder in dagelijkse situatie en kijken daarna waar opvoeder kan verbeteren in
positief en sensitief reageren
Zeegers et al. (adoptiekinderen)
Basic Trustmethode (2-12 jaar): effectief volgens eerste aanwijzingen
- Mbv videofeedback werken aan terugdringen problematiek dmv versterking gehechtheidsrelatie
o Werken aan sensitiviteit ouders en mind-mindedness
- Initiatief of (re)actie kind stap 1 ontvangst opvoeder en ontvangstbevestiging of benemen stap 2
initiatief opvoeder stap 3 ontvangstbevestiging vragen
- Effecten:
o Vermindert onzekerheid en desorganisatie rondom gehechtheid, gedragsproblemen en
emotionele problemen bij kinderen en mind-mindedness en stress bij ouders
o Op korte termijn vooral op mind-mindedness zorgt later voor meer sensitiviteit
o Positief effect gehechtheid meer veilig gehecht
College 3 – gehandicaptenzorg
Paradigma’s:
Defect paradigma Ontwikkeling paradigma Burgerschap paradigma
Visie Beperking Mogelijkheden Rechten en plichten
Status Patiënt Leerling Burger
Begeleiden Verzorgen Ontwikkelen Ondersteunen
Plaats Instituut Speciale voorzieningen Gewone voorzieningen
Houding maatschappij Segregatie Normalisatie Integratie/inclusie
- Fysieke vs sociale inclusie: alleen fysiek zorgen dat iemand ergens werkt en woont, of ook zorgen dat
iemand betrokken wordt (participatie)
- Doelgroepen: verstandelijke, motorische, zintuigelijke of meervoudige beperking
- Klachten en problemen van mensen met beperking:
o Algemeen: zij (en systeem) hebben dezelfde problemen als mensen zonder beperking
o Specifiek: vanuit kind zelf minder en andere initiatieven en afhankelijkheid
Vertraging en andere ontwikkeling: cognitief, spraak/taal, motorisch, taal,
sociaal/emotioneel
Groot risico ontstaan disharmonische profielen risico op overvraging/overschatting
- Genderverschillen: specifieke aangeboren, DNA-gerelateerde beperkingen die alleen bij jongens of
meisjes voorkomen maar: veel problematiek in aard en ernst bij beide genders
- Ouders betrekken: Hangt van setting af, soort klacht en geld: ambulant, dagbehandeling, residentieel
o Steeds meer bewijs dat het belangrijk en effectief is
- LVB: IQ 50-85 (NL) of 50-70 (DSM) en beperking in sociaal aanpassingsvermogen of adaptief
functioneren
o Conceptueel: begrijpen, lezen, schrijven, rekenen
o Sociaal: communiceren, inleven, sociaal gepast gedrag, seksualiteit
o Praktisch: zelfverzorging, reizen, geld
o Vaak ook bijkomende problemen: in leren, omgang leeftijdgenoten, stemming
Spiraal/draaikolk: 3 elementen LVB & …
1. Sociale informatieverwerking (SIP): aandachtsbias, vijandige intentietoekenning (attributie/expres dingen
doen, sterke emoties, afwijkende response generatie en selffulfilling prophecy
2. Gezinsprocessen: dwingende interacties enkel gericht op ongewenst gedrag
- Inconsequentie door aangeleerde hulpeloosheid
- Vijandige attributie, ervaren effectiviteit
3. Groepsprocessen: onderlinge positieve en negatieve beïnvloeding hoe meer peers hoe meer invloed
Damen et al., 2020
Doofblindheid (DB) = alle combinaties van problemen met zien en problemen met horen
- Grote meerwaarde video-feedback (VF): verbeteren communicatie/sociale interacties
- Werkzame elementen: modeling, positieve bekrachtiging en zelf in actie terugzien
- Via coaching professionals en/of ouders in sociale relaties met DB indirect werken aan verminderen
problematiek DB
- Effectiviteit: verhoogde affectieve betrokkenheid, meer aanhoudende interactie en gedeeld begrip