Bijeenkomst 1
Onderzoekend en ontwerpend leren
Ken hiervan de 7 stappen goed + noem hierbij
voorbeelden.
Voorbeelden van onderzoekende lessen zijn: schaduw
langer maken of welke dop past op welk potje.
Voorbeelden van ontwerpend leren zijn: Hoe maak je zelf
een muziekinstrument waar veel geluid uit komt.
Kerndoel
Het kerndoel dat dit tentamen centraal staat is kerndoel
42:
De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit,
kracht, magnetisme en temperatuur.
Stoftoestanden en overgangen
Voorbeelden van de faseovergangen:
Rijpen Sneeuwkristallen
Sublimeren Wc-blok
Smelten IJs
Stollen Kaarsvet, schaatsen op ijs
Condenseren Douchen
Verdampen Koken
Vaste stof: De moleculen zitten op een plek.
Vloeistof: Geen vaste plek, maar blijven wel bij elkaar.
Gas: Over de gehele ruimte, de moleculen verplaatsen zich door elkaar heen.
Stoffen gaan van de ene naar de andere fase door de temperatuur. De rode pijlen staan dan ook voor opwarmen en
de blauwe pijlen voor het afkoelen.
Geluid
Om het geluid te ontvangen is er een tussenstof/medium nodig. In dit geval is dat lucht.
Geluid bestaat uit moleculen. Door de verschillende soorten dichtheden, krijg je geluidsgolven. De moleculen zelf
trillen heen en weer. Hoe groter de dichtheid, hoe
makkelijker het geluid zich kan verplaatsen, hoe
meer geluid.
De geluidssnelheid is de snelheid waarmee
geluidstrillingen worden doorgegeven. In water
verplaatsen moleculen zich sneller dan in de lucht.
Een hoge toon heeft meer trillingen per seconde,
dan een lage toon. De toonhoogte is in Hz.
,Microfoon Je vangt geluid op en versterkt dit.
Oscilloscoop Je brengt geluidsgolven in beeld.
Decibelmeter Je meet hiermee het geluidsniveau (in dB).
, Frequentie = het aantal trillingen per seconde.
Dit kun je berekenen door de volgende formule:
Als je een liniaal langer maakt, dan krijg je een grote beweging. Bij een liniaal korter maken, krijg je een kleinere
beweging. Bij een lange liniaal krijg je dan ook minder golfbewegingen per seconde. De amplitude wordt hierdoor
groter, waardoor je een hogere toonhoogte krijgt.
Geluid kan worden doorgelaten, geabsorbeerd of weerkaatst.