College 1: Cultuur en opvoeding: een introductie
Tentamenliteratuur:
• Bronfenbrenner, U. Ecological model. In Developmental Psychology second edition,
Leman, Bremner, Parke & Gauvain (2019) (verplicht boek bij de cursus inleiding
Ontwikkelingspsychologie)
• Kagitcibasi, C., & Ataca, B. (2005). Value of children and family change: A three‐decade
portrait from Turkey. Applied psychology, 54(3), 317-337.
• Keller, H. (2003). Socialization for competence: Cultural models of infancy. Human
Development, 46(5), 288-311.
• Super, C. M., & Harkness, S. (1986). The developmental niche: A conceptualization at
the interface of child and culture. International Journal of Behavioral Development, 9(4),
545–569.
Cultuur <-> opvoeding <-> ontwikkeling
Cultuur = Gedeeld systeem van kennis & betekenisgeving
→ Gedeelde werkelijkheid over wat gewenst + goed is voor het kind
→ Cultuur is aangeleerd: gezin verantwoordelijk voor enculturatie (inwijden van kind in de
cultuur)
Culterele transmissie en gezin: wederzijdse beïnvloeding en (dis)continuering
(culturen veranderen en houden soms op met bestaan, ouders zijn nodig om een cultuur in
stand te houden)
Voorbeeld van de invloed van Cultuur op de opvoeding:
‘Not under my Roof’ Parents, Teens and the Culture of Sex
> Een cross-culturele vergelijking naar de heteroseksuele opvoeding in de middenklasse VS
en NL door Amy Schalet
> Verschillen in de normen en waarden rondom the Culture of Sex
VS: Seks onder tieners is niet goed, niet in staat tot langdurige liefdevolle relaties, gevaarlijk,
afkeuring van dit fenomeen
→ Ouders gaan verbiedend te werk
NL: Zou wel moeten kunnen, maar veel voorwaarden, langdurig samenzijn, niet zomaar toch
was hun normatief kader ‘ja, dat kan wel’
→ Ouders gaan begeleidend te werk
(Tip: leer met de namen van de auteurs, op tentamen worden vragen geformuleerd met de
namen.)
,Bronfenbrenner
• Bronfenbrenner, U. Ecological model. In
Developmental Psychology second edition,
Leman, Bremner, Parke & Gauvain (2019)
Het Bronfenbrenner-model, ook bekend als
het Bronfenbrenner ecologisch model
staat ook bekend als de ecologische
systeemtheorie. Het dient een kader voor het
begrijpen van de menselijke ontwikkeling,
zoals voorgesteld door Urie Bronfenbrenner
1. Microsysteem: Het
microsysteem staat het dichtst bij
het kind. Het kind heeft hier elke dag veel mee te maken. Het gezin, de school
en de kinderopvang vallen onder dit systeem. Het is belangrijk om hier de beide
kanten te benoemen. Zo heeft bijvoorbeeld het gedrag van de ouder invloed op
het kind en andersom het gedrag van het kind invloed op de ouder.
2. Mesosysteem: Het mesosysteem gaat over de verbindingen tussen de
verschillende settings in het microsysteem van een persoon, zoals de relatie
tussen thuis en school, tussen familie en peer-groepen of tussen ouders en
leraren. Deze relaties kunnen elkaar ondersteunen of elkaar juist belemmeren.
3. Exosysteem: Het exosysteem is het derde niveau van het
Bronfenbrenner-model en omvat de omgevingen die indirecte invloed hebben op
de ontwikkeling van een individu. Dit omvat bijvoorbeeld de werkomgeving van
ouders of verzorgers, de buurt of de politieke en economische omgeving.
4. Macrosysteem: Het macrosysteem is het vierde niveau van het
Bronfenbrenner-model. Dit niveau omvat de bredere culturele, economische en
politieke context waarin het individu zich bevindt. Het gaat om de
overkoepelende waarden, normen en ideologieën van de samenleving, en hoe
deze van invloed zijn op de ontwikkeling van het individu.
5. Chronosysteem: Het chronosysteem is het vijfde niveau van het
Bronfenbrenner-model en verwijst naar de rol van tijd in de menselijke
ontwikkeling. Dit niveau gaat over hoe veranderingen in de omgeving en de
maatschappij in de loop der tijd van invloed zijn op de ontwikkeling van een
individu. Het chronosysteem omvat niet alleen de levensloop van een individu,
maar ook de historische context waarin de ontwikkeling plaatsvindt.
Kort: Model van Bronfenbrenner: Ecologisch ontwikkelingsmodel
Microsysteem: Kind: familie, school, créche
- Het directe contact dat het kind in zijn omgeving in een bepaalde microsetting heeft
met anderen.
Mesosysteem: interacties tussen componenten uit microsysteem
- Het geheel van microsystemen waarvan een kind uitmaakt en participeert
Exosysteem: sociaal netwerk ouders, buurt, etc.
- Bestaat uit formele en informele sociale structuren rond het gezin
,Macrosysteem: samenleving, religie/wereldbeeld
- Heeft betrekking op de manier waarop instellingen in de samenleving op
macroniveau geregeld zijn
• Super, C. M., & Harkness, S. (1986). The developmental niche: A conceptualization at the
interface of child and culture. International Journal of Behavioral Development, 9(4),
545–569.
Cultuur Psychologisch model- Whiting (in H&S)
1. De sociaal historische ontwikkelingen die een samenleving heeft gekend, zijn van
invloed op…
2. Manieren van opvoeden en verzorgen, die samen leiden tot…
3. ‘semi’ permanente psychologische effecten op leden van de samenleving.
4. Die effecten manifesteren en projecteren zich als uitingen in onze samenleving
→ Systeem van betekenisgeving
Kritiek:
- Model gaat heel erg uit van ‘stappenplan’, maar in praktijk loopt het niet zo
stapsgewijs. Het kan ook andersom: projecties in samenleving kunnen leiden tot
sociaal historische ontwikkelingen
Harkness & Super: Developmental niche: 3
subsystemen
Developmental niche spitst zich toe op de
culturele dimensies van de omgeving waarin
kinderen opgroeien aan de hand van drie
subsystemen
1. Culturele invloeden → setting (fysiek
en sociaal)
2. Culturele invloeden → Gewoontes,
verzorging, opvoeding
3. Culturele invloeden → Psychologie
van de ouders (opvoedingsdoelen)
—> Beïnvloeden het kind
, 1. →Setting (fysiek en sociaal)
De fysieke en sociale ‘settings’ waarin een kind leeft
→
Waar en met wie brengt het kind tijd door? Wat doen de ouders met het kind?
→
Bepaalt type interacties, en dit beïnvloedt het sociale gedrag, en de
ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen
Kameroen: vooral vrouwen in nabijheid van kind,
- Nabijheid moeder, symbiose, warmte → afhankleijkheid
- Kind helpt ouders door middel van imitatie ‘brusjes’ → Apprentice model (kind is
leerling van ouders/brusjes) (Keller)
2. → Gewoontes, verzorging, opvoeding
Gewoontes van verzorging en opvoeding
- Gedragsstrategieën om om te gaan met kinderen van een bepaalde leeftijds(fase),
‘vanzelfsprekende manieren’
Kameroen
Eten/drinken: direct aanbieden → Emotieregulering
Gewoonten gericht snelle fysieke ontwikkeling (willen ze stimuleren) →hulp in huishouden
3. → Psychologie van de ouders (opvoedingsdoelen)
Culturele denkmodellen voor de opvoeding “Parental ethnotheories” over gewenste
competentie —> Opvoedingsdoelen
- Most important ethnotheories are those concerning the beliefs around the nature and
needs of children, parental and community goals for rearing, and caretaker beliefs
about effective rearing techniques
- Most child-rearing customs are accepted without critical examination, but they are
often accompanied by specific beliefs concerning their significance
Kameroen:
Opvoedingsdoel: sociale verantwoordelijkheid, interdependentie
Duitsland:
Opvoedingsdoel: uniciteit (afgebakende persoon, gevoel van ‘ik’), onafhankelijkheid,
cognitieve competenties
Drie consequenties van niche
1. The three components of the niche operate in a coordinated manner
2. Each component interacts differentially with other features of the larger ecology
3. The organism and the niche are mutually adapted