Samenvatting ICW (week 7 t/m 13)
Week 7: Nieuwsproductie – Bronnen, Nieuwswaarden &
Medialogica
Nieuwsproductie (3 artikelen)
De manier waarop iets in de media verschijnt, heeft ook invloed op hoe iets in de
werkelijkheid wordt opgevat.
Berichtgeving heeft invloed op de publieke opinie, wat weer druk uitoefent op de
regering.
Het CNN effect: “Global television networks, such as CNN, have become a decisive
actor in determining policies and outcomes of significant events.”
Foto van meisje Japanoorlog.
Aandacht van de media (publieke opinie kan veranderd worden door media)
§ Peter Bouckaert legt uit waarom de foto (aangespoeld kind) belangrijk is.
§ Farida Vis legt uit hoe de foto verspreidde op social media.
§ Peter Bouckaert legt uit waarom deze foto is gebruikt en geen andere.
Hoe een foto effect kan hebben op het beleid van de regering. Het jongetje op de
foto (de foto zelf) zorgde voor een grote shock in de wereld, waardoor de regering
zich aangesproken voelde en iets wilde doen aan het beleid.
CNN effect
Berichtgeving – Publieke opinie – Druk op regering
Pseudo event
Bepaalde media-aandacht kan invloed hebben op publieke opinie. Pseudo event:
Zelf een media event creeeren en daardoor de publieke opinie proberen te
beinvloeden.
Kenmerken media event: Dramatisch, gepland, duidelijke afgebakend qua tijd en
plaats en zouden niet plaatsvinden als er geen media-aandacht was.
Soort van interview, zou nooit spontaan gebeuren, altijd gepland.
Voorbeeld Bush mission accomplished speech. Bush gaf een speech over de Irak
oorlog en dat deze voorbij was, maar later werd het alsmaar erger.
à Kan ook een klein iets zijn, zoals een tweet van Geert Wilders.
Samenvattend
Media zijn belangrijk
- CNN effect (nieuws > publieke opinie > beleid)
- Pseudo events
Medialogica: “de macht om te bepalen wie en wat (politiek) relevant is, wordt voor
een groot deel bepaald door de media.”
Programma van dit hoorcollege:
, 1. Medialogica en Mediatisering
2. Nieuwswaarden
3. Nieuwsbronnen
Medialogica en Mediatisering
Esser en Strömbäck vinden het een procesgericht concept (een toename van iets):
§ “changes associated with communication media and their development” (Schulz,
2004)
§ “the process whereby society to an increasing degree is submitted to, or becomes
dependent on, the media and their logic.” (Hjarvard, 2004 en 2008)
§ a process “in which there is a development toward increasing media influence.”
(Asp en Esaiasson, 1996)
Vergelijk mediatisering met globalisering
Gemedieerde communicatie: via mediacommunicatie
Mediatisering: hoe belangrijk media in de samenleving is, structureel
Mediatization: Structural change, where
institutions become more dependent on media
Mediation: Communication and interaction
trough media in concrete situations
4 dimensies mediatisering: concept, mindere mate waarin de media een rol speelt tot
een meerdere rol die de media speelt.
1. Hoe belangrijk media is en welke rol media speelt in het dagelijks leven. Niet erg
belangrijk, maar media speelt een rol.
2. In hoeverre media onafhankelijk is van politieke instituties. Media neemt niet
zomaar over wat een politicus zegt, maar bekijkt het kritisch en stelt vragen. Gaat
over in hoeverre media onafhankelijk is, maar dat wil nog niet zeggen dat ze een
eigen agenda hebben.
3. Steeds meer een sterke invloed van media over wat er wordt geschreven. Weer
een stapje hoger, journalist heeft een grotere invloed, op zoek naar
entertainment, sensatie, wat hij zelf wil schrijven.
4. Politieke partijen reageren hierop, hoe kan ik de media beïnvloeden? (pseudo
event) Omdat ze weten dat de media de publieke opinie beïnvloedt!
,Kun je zien als trapsgewijs stelsel!
Partij logica (tot 1970): Media identificeren zich met de partij (bijv. vier blokken in NL:
katholieke, protestantse, socialistische en liberale blok hadden hun eigen kranten,
programma’s)
§ Publiek wordt geadresseerd als onderwerp (top-down wijze van communicatie:
politieke partijen “informeren” het electoraat) niet zo kritisch
§ Rol van de journalist is afhankelijk, spreekbuis (nauwe band met politieke
partijen).
§ Type rapportage is "gekleurd” weinig vragen op een andere manier, rechts, obv
de vier zuilen, inhoudelijk
§ Journalistieke metafoor is schoothond
§ Agenda wordt bepaald door de partij
Publieke logica (1970-1990)
Media logica (na 1990)
Wat vindt het publiek interessant? Wensen en ideeen van publiek zijn erg belangrijk,
commercialiseren erg belangrijk.
§ Media identificeren zich met publiek
§ Publiek wordt geadresseerd als consument (wensen en verlangens van het
publiek zijn belangrijker - door concurrentie en commercialisering)
§ Rol van de journalist is dominant, entertaining, cynisch
§ Type rapportage is interpretatief, minder inhoudelijk (populair).
§ Journalistieke metafoor is Cerberus
§ Agenda wordt bepaald door de media
Manier waarop we rapporteren is veranderd
Samenvattend
1. Media en media-aandacht zijn belangrijk (“mediacratie”)
2. Mediaproducenten hebben eigen logica. Zelfde ideeën over wat aantrekkelijk is:
media volgen elkaar. Scherpe concurrentie: media willen scoren.
3. Actoren (bijvoorbeeld politici) anticiperen op wat media willen
4. Deze mediaregels verdringen andere overwegingen (bijvoorbeeld het is belangrijk
om mensen te vermaken dan te informeren).
, Spin doctors
Nieuwswaarden Wie bepaalt het nieuws?
We hebben het tot nu toe gehad over de mediaontwikkelingen, maar wie bepaalt het
nieuws?
Om hier antwoord op de krijgen, kijken we naar onderzoek van verschillende
percepties.
Nu vs. vroeger (filmpje)
The gatekeeper (studie), oud maar relevant, geeft de invloed van de individuele
journalist weer.
Mr Gates (anoniem, gatekeeper)
§ “Wire editor” Wire-editor bepaalt wat wel/niet nieuws is. Beslist of het onderzoek
wel of niet relevant is.
§ Waarom nieuws niet? à “Not interesting, dull, trivial, propaganda, out of taste, too
far away, too regional, other story better”
§ Nationaal en internationaal nieuws
§ Persbureaus
Conclusie: menselijke verhalen, conservatieve verhalen en verhalen met statistiek is
voor mensen te ingewikkeld. Wat de journalist kiest is heel erg vanuit een subjectief
oogpunt.
Individu heeft weinig invloed
Demografische kenmerken doen er niet echt toe
Persoonlijke normen en waarden . Als de rol van de journalist belangrijker is.
Wie bepaalt het nieuws?
De individuele journalist als 'gatekeeper'
De eigenaar of hoofdredactie?
De adverteerder? 50% inkomsten (of meer) directe invloed? Indirect: bepaalde
doelgroep.
Wat is nu in het nieuws?
Waarom rapporteren journalisten wel over een aanslag die bij ons in de buurt
plaatsvindt, maar niet in een verdere uithoek van de wereld?
Hoe komt het dat er heel veel globale aandacht was voor de aanslag in Parijs, maar
niet over de duizenden aanslagen in Arabische landen, zoals Beirut?
Verklaring: nieuwswaardetheorie.
Ongeschreven regels over de vraag ‘wat is nieuws?’
Nieuwswaarden: aannames waarom iets in het nieuws komt (jaren 60)
1. Frequency: Een gebeurtenis die zich gelijktijdig met de nieuwsproductiecyclus
ontvouwt (bijvoorbeeld moord). Er gebeurt iets, en het komt vervolgens in het
nieuws. Voorbeeld krant, die kunnen niet tussendoor rapporteren. Dus wanneer
het ’s avonds gebeurt, kan het direct de volgende dag in de krant. Zo was het
makkelijker en bereikbaarder.