Onderwerpen:
College 1: Wat is opvoeding
- Steutel & De Ruyter(2019) Wat is opvoeding? Een conceptuele analyse.
- Horst et al. (2016) - Opgroeien in het hedendaagse gezin. Hoofdstuk 4: Opvoedvaardigheden
en opvoedstijlen
College 2 - Hoe voed je op?
- Keenan, Evans, & Crowley (2016) - An introduction to child development.
-HF 1: The Principles of Developmental Psychology
- Horst et al. (2016) - Opgroeien in het hedendaagse gezin.
-HF 4:Opvoedvaardigheden en opvoedstijlen
College 3 Opvoeding en pedagogische wetenschappen
- Malschaert, H,. & Traas, M. (2015)- Basisboek opvoeding. Theorie en
praktijk
Hoofdstuk 4: pedagogiek als wetenschap.
College 4- Opvoeding en gender
- Jensen & Meester(2017)- de opvoeders. Wat filosofie de schipperende
ouder kan leren.
College 5- Opvoeding en cultuur
- Imelman, J.D, Goorhuis-Brouwer, S., & Meijer, W.(2019) – Psychologie en
pedagogiek van het jonge kind.
-HF 3: pedagogische implicaties van het verwekken van leven
- Vanobergen, W. (2016). Het kind als consument en onze zorg om de
kindertijd. In P. Smeijers, S. Ramaekers, R. van Goor & B.
Vanobbergen(Red.),
College 6- Opvoeding en sociale omgeving
- Roets G., Schiettecat, t. (2016). Pedagogisch perspectief ontwikkelen in
situaties van kinderarmoede. Inleiding in de pedagogiek. Deel 1. Thema’s
en basisbegrippen
College 7- Opvoeding en psychologie
- Keenan, Evans, & Crowley(2016) – An introduction to child development
-HF 2: Theories of development; Introduction: what is a theory
- Malschaert, H., & Traas, M. (2015). Basisboek opvoeding. Theorie en
praktijk.
-HF 3: Pedagogiek en psychologie
College 8- Opvoeding en opvoedadvies
- Jansz (1996)- Het Kind. Deskundige opvoedingsadviezen en-interventies.
- Malschaert, H., & Traas, M. (2015). Basisboek opvoeding. Theorie en
praktijk.
-HF 3: Pedagogiek en psychologie
- Ramaekers, S., Hoofdstuk Suissa,J. (2013). Goed ouderschap. Een andere
kijk op opvoeden.
-HF 1: Taal van de psychologie en verwetenschappelijking van de
opvoeding
College 9-De pedagogische relatie
- Manen, M. van. (2017). Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te
doen. Pedagogische sensitiviteit in de omgang met kinderen
, -HF 1: Het primaat van de pedagogiek.
-HF 5: Pedagogisch contact.
Wat is opvoeding(college 1)
Steutel & De Ruyter(2019) Wat is opvoeding? Een conceptuele
analyse
Opvoeding belangrijkste grondbegrip(primus parus) van de pedagogische
wetenschappen.
Ben Spiecker(1991) stelt als enige een analyse over dagelijks begrip van
opvoeding
Conceptuele uitspraken claimen dat een begrip inhoudt/relaties tot andere
begrippen heeft.
(Er moet bij analyseren moet gelet worden dat het niet alleen in
overeenstemming is met normatieve denkbeelden)
Sprake van bureauonderzoek(kan gedaan worden vanuit achter bureau) en
veldonderzoek(onderzoeker verzamelt data ’linguïstische intuïties’, intuïtieve
oordelen over wel of niet van toepassing zijn op bepaalde termen:
paradigmatisch gebruik.
3 factoren die bepalen welke vormen van het begrip gebruikt mogen worden in
een analyse:
- Correct taalgebruik
- Courante gebruik van begrippen; Als het begrip ongewoon of afwijkend
niet gebruiken
- Paradigmatisch gebruik van begrippen; bij twijfelgevallen niet opnemen in
analyse
Opvoeding(brede zin):Overkoepelende term voor geheel van daden en
activiteiten of praktijken van opvoeder bij het kind tot volwassenheid.
Daarbij kan gekeken worden naar:
- Inhoud
- Vorm
- Samenhang inhoud/ vorm
Opvoeden(smalle zin): Opvoeding is een individuele handeling of beperkte reeks
van daden en activiteiten
Opvoeden is doelbewust(intentioneel gedrag) omdat het instrumentele waarde
heeft. En daardoor is het ook een handelsbegrip; handelingen wel of niet doen als
middel om het doel te bereiken, maar geen resultaat begrip; doel hoeft niet
gehaald te worden.
Diekstra en Van Hintum(2010) Opvoeden is íedere invloed die mensen, bedoeld
of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling van het kind.
‘Opvoedende werking ‘: Wellicht een betere benaming voor onbedoelde
invloeden.
Volwassene(opvoeden) vs. Kind(opvoedeling)
Kind(smal): Iedereen die de kleuterperiode achter zich heeft gelaten maar nog
geen puber is
Kind(breed): Object van opvoeden voor iedereen die nog niet volwassen is.
,Onderscheid kindVolwassene komt voort uit morele status; Verschil in rechten en
plichten die worden toegekend op hebben of ontbreken van competities.
- Kind is actief betrokken bij een netwerk van interactie, echter staat
opvoeden alleen voor de handelingen van de opvoeder.
Opvoedingsdoel: bestaat uit bepaald gedrag van het kind, waarbij het doel op
verschillende manieren kan worden ingevuld. Conceptuele kenmerken
onderscheid dit van andere vormen van doelbewust gedrag)
Langeveld(1971): Elke omgang met een kind kan omslaan tot
opvoeden(opvoeder vermoedt dat kind niet uit zichzelf op het goede pad blijft.
Kenmerken opvoedingsdoel:
- Nastreven van relatief blijvend gedrag van het kind.
- Onderscheid tussen weten(kennis, begrip en inzicht),
kunnen(vaardigheden en vermogens) en willen(bereidheiden en
gezindheden); richting of kracht van het willen aansturen
Een kind kan pas willen al het weet wat het is en beschikt over de juiste
kennis.
Is elke vorm van gedrag en elk type gezindheid een opvoedingsdoel of kan het
zijn dat het gelimiteerd is tot bepaalde vormen?
- Bijbrengen van waarden en normen worden vaak beschouwd als
opvoeding; Kind verwerft pro gezindheid dat in overeenstemming is en
anti-gezindheid wat niet in overeenstemming is met de waarden en
normen.
- Opvoeden beperkt zich tot regels die van toepassing zijn op het dagelijks
leven(geen rekenregels enz.).
Regelbeleid gedrag(bepaald door normen):
- Morele regels
- Bijbrengen van convecties(manieren)
Beide categorische imperatieven; Zeggen wat er gedaan moet worden
ongeacht wensen of belangen.
- Regels van prudentie(wat wel of niet verstandig is)
Hypothetische imperatief: Schrijven voor wat er gedaan moet worden
vanuit eigenbelang.
Normatieve claims:
1- Alleen wenselijkheidsclaim(nagestreefde effect wenselijk is) opvoeder is
van toepassing.
2- Gezag claim opvoeder is een combi van:
-formeelgezag(being in authority): op gedrag van mensen recht/
bevoegdheid om te bepalen wat er in een bepaald gebied gebeurt.
-Inhoudelijk gezag(being on authority)ofwel praktische wijsheid: op grond
van kennis het recht op eigen meningsvorming
Welke criteria moet een daad aan voldoen om deel uit te kunnen maken van
opvoeding?
- Volwassene Kind Volwassene
Opvoeden wordt door een volwassene gedaan en volwassenheid is het
einddoel van opvoeding.
- Volwassenheid; status
Volwassenheid is een statusbegrip die wordt bepaald door de samenleving
waarin het kind wordt grootgebracht. De opvoeding draait om de invulling
, van competenties tot volwassenheid en daarnaast het aanleren van
gezindheden, attituden en loyaliteiten.
- Volwassenheid: levensoriëntatie
Een volwassen persoon heeft een relatief stabiele(eigen/ uniek, waar hij
helemaal zelf achterstaat) levensoriëntatie. Je bied een kind hulp bij het
ontwikkelen hiervan.
- Overige criteria(conceptuele kenmerken):
-opvoeder is een volwassene en opvoedeling een kind
-Zijn doelbegrippen geen resultaat begrippen
- Een persoon die bijdraagt aan opvoeding maakt soortgelijke normatieve
claims als de persoon die een daad van opvoeden voltrekt.
Vergelijking opvoeden en opvoeding;
Opvoeding is een geheel aan daden dat zich uitstrekt over een grotere periode en
opvoeden een bepaalde daad over een kortere periode.
2deelvragen: Hoe verhoudt opvoeden zich tot opvoeding?
1- Is opvoeden een daad die per definitie deel uitmaakt van he geheel der
opvoeding of zijn er daden die we niet tot opvoeding kunnen rekenen?
Opvoeden maakt per definitie uit van het grotere geheel dat opvoeding wordt
genoemd.(zodra een handeling vanwege achterliggende intentie als instantie
van opvoeden begrepen wordt, de handeling tegelijkertijd gezien wordt als
een deel van de opvoeding)
2- Zijn alle daden die deel uitmaakt van de opvoeding vormen van opvoeden
of omvat de opvoeding ook daden die geen instanties van opvoeden zijn?
Opvoeding omvat naast opvoeden veel andere activiteiten. Opvoeden maakt
dus deel uit van de opvoeding maar is een relatief bescheiden deel.