Samenvatting van heel blok 3.4 Depression and Psychosis. Deze samenvatting bevat de vier artikelen, de colleges en een beschrijving van de verschillende testen die dit blok aan bod zijn gekomen. Het is geschreven in 2019/2020. Aan het eind van het bestand staat nog een overzicht van de artikelen.
What is schizophrenia?
Schizophrenia: etiology and course (Walker, Kestler, Bollini & Hochman, 2004)
Schizofrenie wordt meestal gediagnosticeerd wanneer patiënten tussen de 20 en 25 jaar zijn. Tijdens deze
levensfase worden mensen onafhankelijk van hun ouders, ontwikkelen romantische relaties en beginnen aan het
carrièredoelen. De ziekte kan hier een negatieve impact op hebben. Het komt bij ongeveer 1% van de bevolking
voor. Er zijn drie dingen bekend over de ziekte:
- Het een interactie is van breinkwetsbaarheden en omgevingsfactoren.
- De ziekte komt niet voort uit een specifiek deel van het brein maar door dysfunctie van circuits.
- De rijpingsprocessen van het brein spelen een belangrijke rol in het proces.
In de 19e eeuw was syfilis de meest voorkomende oorzaak van psychoses, dit toont aan dat psychologische
stoornissen kunnen ontstaan door infecties. Daarnaast laat het ook zien dat dezelfde stoornissen door
verschillende oorzaken kan ontstaan.
Emil Kraeplin (1856-1926) was de eerste persoon die een onderscheid maakte tussen schizofrenie (toen
‘dementia praecox’ genoemd = dementie van de jongeren) en manisch-depressieve psychoses. Op basis van
overeenkomsten in leeftijd, oorzaak en prognose nam hij verschillende stoornissen samen en zag dit als
subtypes van schizofrenie.
De term ‘schizofrenie’ werd in het begin van de 20e eeuw gegeven door Eugen Bleuler. ‘Schizo’ betekent split en
‘phren’ de geest, dus letterlijk gespleten geest. Hij classificeerde symptomen in fundamentele (ambivalentie,
voorkeur van fantasie, verstoring van associatie, etc.) en accessoire symptomen (wanen, hallucinaties,
somatische symptomen, etc.). De fundamentele zouden bij alle patiënten voorkomen en in alle fases van de
ziekte. De accessoires zouden ook voor kunnen komen bij andere ziektes en hoeven niet aanwezig te zijn bij alle
schizofreniepatiënten. Bleuler erkende ook dat de ziekte verschillende oorzaken kon hebben, maar met dezelfde
klinische presentatie.
Kurt Schneider stelde rond 1950 dat schizofrenie uit eerste rank symptomen (types van wanen en hallucinaties)
bestaat waarmee de ziekte gediagnosticeerd kan worden. Deze hebben een uitgebreidere beschrijving dan de
fundamentele symptomen van Bleuler.
In 1980 begon er een onderscheid te komen tussen positieve en negatieve symptomen. Positieve symptomen
bestaan uit een overmaat in ideeën, sensorische belevenissen of gedrag zoals wanen, hallucinaties of aparte
gedragingen. Negatieve symptomen zijn een vermindering in gedrag zoals het flat effect, anhedonia
(vermindering van plezier in het leven) of een vermindering van motivatie.
Er kwamen steeds meer diagnostische criteria om de ziekte op een betrouwbare manier te kunnen vaststellen.
De Feigner or St. Louis Diagnostic Criteria en de Research Diagnositc Criteria hebben een grote invloed gehad op
de DSM. De DSM wordt wereldwijd het meest gebruikt om schizofrenie te diagnosticeren en noemt vijf criteria
(er moest sprake zijn van minstens twee criteria voor meer dan een maand):
- Hallucinaties
- Wanen
- Ongeorganiseerde spraak
- Sterk ongeorganiseerd gedrag of catatonisch (herhalend) gedrag
- Negatieve symptomen
Naast deze symptomen moet er ook sprake zijn van sociale- of beroepsdysfunctie. Tot slot moet er rekening
gehouden worden met een andere gemoedstoestand of middelen gebruik, wat ook kan leiden tot psychoses.
Er zijn vier subtypes van schizofrenie:
- Paranoïde: gekarakteriseerd door wanen en hallucinaties, hierbij is er geen sprake van
gedesoriënteerde spraak of gedrag. Dit type komt het meeste voor.
- Gedesoriënteerd: hierbij is er sprake van gedesoriënteerde spraak en gedrag en het flat effect. Deze
komt het minst vaak voor.
- Catatonisch: abnormaliteit in houding of beweging, stomheid en echolalie (herhalen wat ze horen).
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper estherseverins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.